NIEUWSBRIEF
DOE MEE! VACATURES
STEUN ONS

Verschijning in Fatima op 13 oktober: meer dan op het eerste gezicht lijkt

Vier jaar geleden was op de datum van vandaag 13 oktober, het 100-jarig jubileum van het zonnewonder te Fatima. De oproepen die centraal staan in deze post in de NCRegister hebben echter nog niets aan actualiteit ingeboet

ANALYSE VAN HET NIEUWS:

De 100e verjaardag van Fatima op 13 oktober (red.: in 2017) belicht de ‘must-know-and-do’-boodschappen achter het Mirakel.

Joseph Pronechen; Blogs; 13 oktober 2017

We hebben, God zij dank, veel gehoord over het Zonnewonder, dat meer dan 70.000 mensen met vrees vervulde bij de Cova da Iria, 100 jaar geleden op 13 oktober.

Laten we, in plaats van basisdetails te herhalen van het Mirakel, dat Onze Lieve Vrouw in juli had beloofd door te zeggen ‘in oktober zal ik jullie vertellen wie ik ben en wat ik wil. Ik zal dan een wonder verrichten opdat allen geloven, en in augustus herhaalde, ‘In de laatste maand zal ik een wonder verrichten opdat allen geloven’, en waaraan ze nogmaals herinnerde in september ‘In oktober zal ik een wonder verrichten, opdat allen geloven’, eens kijken naar wat enkele ooggetuigen van het wonder zeiden, en, heel belangrijk, naar enkele basiswaarheden uit wat Lucia over die dag beschreef en later benadrukte als belangrijke instructies van Onze Lieve Vrouw voor ons allemaal.

De openbaringen van Onze Lieve Vrouwe

Toen Lucia die dag vroeg wat Onze Lieve Vrouw verlangde, antwoordde ze eerst ‘Ik wil dat hier ter ere van mij een kapel wordt gebouwd’.

Daarna gaf Onze Lieve Vrouwe haar vaste maandelijkse opdracht ‘Ik wil dat jullie elke dag de rozenkrans blijven bidden’.

Vervolgens zei ze tegen de kinderen ‘De oorlog zal spoedig afgelopen zijn en de soldaten zullen terugkeren naar hun huizen’ (verwijzend naar de Eerste Wereldoorlog)

Daarna maakte ze zich bekend, zoals ze beloofd had. ‘Ik ben Onze Lieve Vrouwe van de Rozenkrans’.

In een paar woorden zijn dat duidelijk twee verwijzingen naar het belang van de rozenkrans.

Lucia vroeg of OLV de talrijke smeekbeden van het volk aan haar wilde inwilligen. Onze Lieve Vrouwe antwoordde ‘Sommige zal ik inwilligen, andere moet ik afwijzen’.

Daarna kwamen meer belangrijke aanwijzingen – ‘Mensen moeten hun leven beteren en vergiffenis vragen voor hun zonden. Ze mogen onze Heer niet nog meer beledigen, want Hij is al te veel beledigd’!

Breng in herinnering, dat OLV in juli de kinderen vertelde, dat ‘als de mensen niet zouden ophouden God te beledigen, er een nieuwe en nog veel ergere oorlog zou komen’ (de Tweede Wereldoorlog).

Toen OLV wegging, richtte ze de aandacht op de zon. Op dit punt willen we eerst kijken naar slechts een snufje ooggetuigenbeschrijvingen. Daarna richten we ons op andere visioenen die die dag aan de kinderen verschenen, en tenslotte is het geboden, dat we luisteren naar de dringende, vitale boodschap van Onze Lieve Vrouwe – dingen die zo voor de hand liggen en toch zo gemakkelijk worden genegeerd.

Ooggetuigenverslagen

Dit is een kleine verzameling uit wat ooggetuigen vertelden. Meer details staan hier.

De vader van Jacinta en Francisco, Ti Marto, zei, dat het heel bijzonder was dat de zon geen schade toebracht aan hun ogen. “Alles was kalm en stil, en iedereen keek omhoog. Op een bepaald moment leek de zon op te houden met draaien. Toen begon hij te bewegen en te dansen aan de hemel, totdat hij zich leek los te maken van zijn plaats en op ons leek te gaan vallen. Het was een verschrikkelijk moment.”

Maria de Capelinha, die later beheerder werd van de oorspronkelijke kapel die daar gebouwd werd, beschreef hoe alles “verschillende kleuren kreeg – geel, blauw en wit.” Toen “schudde en beefde de zon. Het leek wel een wiel van vuur dat op de mensen zou vallen. Ze begonnen uit te schreeuwen: ‘We zullen allemaal gedood worden!’ Anderen riepen Onze Lieve Vrouw aan om hen te redden. Ze zeiden akten van berouw op. Een vrouw begon hardop haar zonden op te biechten… Toen de zon eindelijk ophield met springen en bewegen, haalden we allemaal opgelucht adem. We leefden nog, en het wonder dat de kinderen hadden voorspeld, was door iedereen gezien.”

Een professor van de Universiteit van Coimbra beschreef het visioen in levendige details, van de zon die eruit zag als “een geglazuurd wiel van paarlemoer”, tot de opmerking dat “de zon in een krankzinnige werveling ronddraaide. Toen, plotseling, hoorde men een gekrijs, een schreeuw van angst, uitgestoten door alle mensen. De zon, die wild ronddraaide, leek zich los te maken van het firmament en dreigend op te rukken naar de aarde, alsof ze ons wilde verpletteren met haar enorme en vurige gewicht. De gewaarwording tijdens die ogenblikken was verschrikkelijk.”

Zelfs de nogal antiklerikale belangrijkste krant van Lissabon beschreef de gebeurtenis met respect, soms zelfs met ontzag, en vermeldde hoe de toeschouwers schreeuwden: “Een wonder! Een wonder!” Het verslag gaf de eerbied weer van een oudere man. “Met zijn gezicht naar de zon gekeerd, reciteerde hij met luide stem het Credo… Ik zag hem daarna toelopen naar degenen om hem heen die hun hoed nog op hadden, en hen vurig smeken hun hoofden te ontbloten voor zo’n buitengewone demonstratie van het bestaan van God.”

In feite werd het wonder gezien en ervaren door anderen op grote afstand van de Cova. Eén man schreef dat hij het van bijna 25 mijl afstand had gezien. En pater Ignacio Lorenco was op dat moment een negenjarige schooljongen op 11 mijl afstand. De kinderen waren buiten en hij beschreef “het grote wonder, dat men heel duidelijk kon zien vanaf de top van de heuvel waar mijn dorp lag”. De zon “scheen plotseling in een zigzag naar beneden te komen, dreigend op de aarde af. Doodsbang rende ik weg en verstopte me onder de mensen, die huilden en elk moment het einde van de wereld verwachtten.”

Veel ongelovigen bekeerden zich die dag, zelfs op afstand. Pater Lorenco tekende aan: “Vlak bij ons stond een ongelovige, die de hele ochtend de spot had gedreven met de onnozelaars die naar Fatima waren gegaan om alleen maar een doodgewoon meisje te zien. Hij leek nu verlamd, met zijn ogen turend naar de zon. Daarna beefde hij van hoofd tot voeten en terwijl hij zijn armen ophief, viel hij op zijn knieën in de modder, onder aanroeping van Onze Lieve Vrouwe.

Hij zei, dat mensen God om vergeving van hun zonden vroegen. “We renden allemaal naar de twee kapellen in het dorp, die al snel overvol waren. Tijdens die lange momenten van de zonnewende veranderden de voorwerpen om ons heen in alle kleuren van de regenboog. We zagen onszelf blauw, geel, rood, enz. Toen de mensen beseften dat het gevaar voorbij was, was er een explosie van vreugde, en iedereen sloot zich aan in dankzegging en lofprijzing aan Onze Lieve Vrouwe.”

 Drie visioenen volgen wonder op

In haar Memoires (en hier) beschrijft zuster Lucia de drie visioenen die onmiddellijk op het zonnewonder volgden. Al in september had Onze Lieve Vrouwe hen voorbereid door te zeggen ‘In oktober zal Onze Lieve Heer komen, evenals Onze Lieve Vrouw van Smarten en Onze Lieve Vrouw van de berg Karmel. De H.Jozef zal verschijnen met het Kind Jezus om de wereld te zegenen’.

Lucia beschreef, dat zij “de H.Jozef met het Kind Jezus en Onze Lieve Vrouw, in het wit gekleed met een blauwe mantel, naast de zon” zag. “Jozef en het Kind Jezus leken de wereld te zegenen, want zij maakten met hun handen het teken van het Kruis.”

Vervolgens verschenen “Onze Lieve Heer en Onze Lieve Vrouwe; het leek mij toe, dat het Onze Lieve Vrouw van Smarten was. Onze Lieve Heer leek de wereld te zegenen op dezelfde manier als de H. Jozef had gedaan.”

Toen deze verschijning verdween, zag ze “Onze Lieve Vrouwe nog een keer, deze keer lijkend op Onze Lieve Vrouwe van de Karmel.” Onze Lieve Vrouwe vertelde ons over het bruine scapulier. Lucia bevestigde later, dat “het scapulier en de rozenkrans onafscheidelijk zijn. Het scapulier is een teken van toewijding aan Onze Lieve Vrouwe.” En devotie (en toewijding) aan het Onbevlekt Hart is een van de “must-do’s”, zoals we vernamen bij de verschijningen in juni en juli.

Het beste model voor gezinnen

In haar boek “Oproepen” uit de Boodschap van Fatima, geschreven toen ze karmelietes was, had zuster Lucia veel te zeggen over hetgeen in haar ogen God ons wilde vertellen met de verschijningen – de “Oproepen” van Fatima.

Op 13 oktober sprak dat visioen van de hele Heilige Familie bij elkaar, na het zonnewonder, zeker over wat ons te wachten stond, als we geen acht zouden slaan op de oproepen van Fatima. Zr. Lucia schreef in de tweede helft van de eeuw:

“In tijden als de huidige, waarin het gezin vaak verkeerd begrepen lijkt te worden in de vorm waarin het door God is ingesteld, en wordt bestreden met leerstellingen die onjuist zijn en in strijd met het doel waarvoor de Goddelijke Schepper het heeft ingesteld, wilde God ons zeker herinneren aan het doel waarvoor Hij het gezin in de wereld heeft gebracht.”

Onder verwijzing naar verschillende Schriftteksten zegt zij: “God heeft aan het gezin de heilige opdracht toevertrouwd om met Hem samen te werken in het scheppingswerk. Dit besluit om zijn arme schepselen te betrekken bij zijn scheppingswerk is een grote demonstratie van de vaderlijke goedheid van God… Zo heeft de goddelijke Schepper het gezin een heilige opdracht willen toevertrouwen die twee wezens één maakt in een eenheid die zo hecht is dat scheiding niet mogelijk is. Het is uit deze eenheid dat God andere wezens wil voortbrengen… God heeft het huwelijk ingesteld als een onverbrekelijke eenheid”.

Zij ziet dit als een andere onmisbare les van de verschijning van 13 oktober. “Daarom roept God ons in de Boodschap van Fatima op onze ogen te richten op de Heilige Familie van Nazareth, waarin Hij verkoos geboren te worden, en te groeien in genade en gestalte, om ons een model te geven om na te volgen, als onze voetstappen de weg van onze pelgrimstocht naar de hemel afleggen.” De heiligheid van het gezin is essentieel. Geen wonder dat Lucia tegen kardinaal Carlo Caffarra zei: “De beslissende confrontatie tussen het Koninkrijk van God en Satan zal plaatsvinden rond het huwelijk en het gezin.”

Belangrijke sleutels verdubbeld

Twee belangrijke richtlijnen die de OLV op 13 oktober gaf, vormen de essentiële pijlers van Fatima.

Ten eerste, al in 1937 in haar Tweede Memoir, besefte Lucia:

“Van alle woorden die bij deze verschijning zijn gesproken, zijn de woorden die het diepst in mijn hart zijn gegrift die van het verzoek van onze hemelse Moeder: ‘Beledig Onze Heer en God niet meer, want Hij is al zozeer beledigd!’ Wat een liefdevolle klacht, wat een teder verzoek! Wie zal mij toestaan, dat ik het door de hele wereld laat weerklinken, zodat alle kinderen van onze Moeder in de hemel de klank van haar stem mogen horen!”

Lucia concentreert zich op dit verzoek in haar “OPROEPEN”. De boodschap, zegt ze, herinnert ons eraan, dat we ons moeten houden aan het eerste van alle geboden, de liefde tot God.

Als iemand haar vraagt wat de Tien Geboden met die van Fatima te maken hebben, antwoordt ze “ze hebben er heel veel mee te maken; ze behoren tot de hoofddoelen van de Boodschap. In feite eindigde Onze Lieve Vrouw de reeks verschijningen in Fatima met deze woorden: ‘Beledig de Heer, onze God, niet meer, want Hij is al zo diep beledigd’…wat Onze Lieve Vrouwe wilde, en wat dus het voornaamste doel van de Boodschap was, was ons te smeken Onze Lieve Heer niet te beledigen, want Hij was al zo diep beledigd. Er kan geen twijfel over bestaan dat wat God het meest beledigt, het overtreden van zijn wet is: de hele Heilige Schrift bevestigt dit.”

Ten tweede benadrukt Lucia dat Onze Lieve Vrouwe vanaf de eerste verschijning verzocht, en tot oktober dat elke maand herhaalde “Bidt elke dag de rozenkrans“.

“Lucia: “Als we dus denken aan de nadruk waarmee God in de boodschap van Fatima het bidden van de rozenkrans aanbeveelt, en aan alles wat het leergezag van de Kerk daarover in de loop der jaren heeft gezegd, kunnen we concluderen dat de rozenkrans een vorm van vocaal gebed is die in het algemeen voor ons allemaal gepast is, waarvoor we de grootste achting moeten hebben, en die we met de grootste inspanning nooit mogen opgeven.”

Zo cruciaal en noodzakelijk is deze “Oproep”, dat Lucia een heel deel van haar boek wijdt aan de Rozenkrans. Onze Lieve Vrouwe van de Rozenkrans gaf ons deze richtlijnen om de vrede te herstellen – in onszelf, met God, in onze huizen, met onze buren en tussen volkeren.

“Dit is de vrede,” zegt ze, “waar de wereld zo vurig naar verlangt, en waarvan ze zo ver verwijderd is, omdat ze niet luistert naar het woord van God en het niet volgt… Vandaar de woorden van de Boodschap: “Als wat ik u zeg gedaan wordt…”

Zullen wij op de 100e verjaardag van Fatima eindelijk willen luisteren naar de enige oplossing die de hemel zelf ons heeft gegeven?

Joseph Pronechen is sinds 2005 vast redacteur bij de National Catholic Register en daarvóór regelmatig correspondent voor de krant. Zijn artikelen zijn verschenen in een aantal nationale nieuwsmedia, waaronder Columbia magazine, Soul, Faith and Family, Catholic Digest, Catholic Exchange, en Marian Helper. Zijn religieuze artikelen zijn ook verschenen in Fairfield County Catholic en in grote kranten. Hij is de auteur van Fruits of Fatima – Century of Signs and Wonders. Hij is afgestudeerd en gaf voorheen Engelse les en cursussen filmkunde die hij ontwikkelde aan een katholieke middelbare school in Connecticut. Joseph en zijn vrouw Mary wonen aan de oostkust.