NIEUWSBRIEF
DOE MEE! VACATURES
STEUN ONS

St. Irenaeus, de nieuwe Kerkleraar: Wat is zijn betekenis vandaag, en wie is de volgende?

RONDE TAFEL: Het Register spreekt met de theologen Tracey Rowland, Pater Thomas Joseph White, John Cavadini, en Matthew Bunson om hun gedachten te horen over het uitroepen van St. Irenaeus van Lyon tot Kerkleraar.

 

Jonathan Liedl; Commentaren; 26 januari 2022

Vorige week maakte paus Franciscus het officieel: ruim 1800 jaar na zijn dood is de heilige Irenaeus van Lyon nu een Kerkleraar.

Met de toevoeging van Irenaeus heeft de Katholieke Kerk nu officieel 37 Kerkleraren aangewezen. De bisschop uit de 2e eeuw voegt zich in het rijtje van illustere kerkelijke theologen als Augustinus en Thomas van Aquino, maar ook minder bekende grootheden als Gregorius van Narek en Hildegard van Bingen.

Het uitroepen van iemand tot Kerkleraar (Doctor van de Kerk) begon formeel in de Middeleeuwen en is voor de Kerk een manier om te wijzen op heilige mannen en vrouwen die door hun onderwijs en theologie een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het leven van de Kerk.

Paus Franciscus heeft Irenaeus, afkomstig uit Klein-Azië, die een bisdom leidde in het huidige Frankrijk, de titel “Doctor van de Eenheid” gegeven.

“Moge de leer van zo’n grote Meester meer en meer de weg van alle leerlingen van de Heer naar volledige gemeenschap aanmoedigen,” schreef de Heilige Vader in een decreet dat op 21 januari werd ondertekend.

Om een beter inzicht te krijgen in het belang van het uitroepen van de heilige Irenaeus tot Kerkleraar, die benoemingspraktijk meer in het algemeen, en wie de volgende zou kunnen zijn die aan de “academische ereraad” van de Kerk wordt toegevoegd, sprak het Register met vier opmerkelijke theologische geesten van onze tijd: Tracey Rowland, de St. Johannes Paulus II-leerstoel voor theologie aan de Universiteit van Notre Dame in Australië, en de ontvanger voor 2020 van de Ratzingerprijs voor theologie; pater Thomas Joseph White, een dominicaans theoloog en rector magnificus van de Pauselijke Universiteit van St. Thomas van Aquino in Rome; John Cavadini, hoogleraar theologie en directeur van het McGrath Institute for Church Life aan de Universiteit van Notre Dame; en Matthew Bunson, uitvoerend redacteur van EWTN News en maker van de lopende EWTN documentaireserie, The Doctors of the Church (de Kerkvaders).

Wanneer een paus iemand heilig verklaart of iemand tot doctor van de Kerk uitroept, kan dat zowel een bevestiging zijn van een leven van heiligheid en wijsheid, als ook een erkenning van de relevantie voor de huidige tijd. Wat is de betekenis van het uitroepen van de heilige Irenaeus van Lyon tot doctor, en in het bijzonder de Doctor van de Eenheid, op dit huidige moment in het leven van de Kerk?

ROWLAND: Ik wil niet pretenderen een speciaal inzicht te hebben in de geest van paus Franciscus, maar hij heeft de heilige Irenaeus beschreven als een spirituele brug tussen de oosterse en westerse takken van het christendom. Misschien ziet hij St. Irenaeus als een Doctor van de Eenheid in deze bruggenbouwende zin.

De heilige Irenaeus schreef ook tegen de ketterijen van zijn eigen tijd, en het is duidelijk dat er op dit moment veel mensen zijn die denken dat wij mensen onze eigen theologische ideeën kunnen bedenken, en dat we ons niet hoeven te laten leiden door de Schrift of de Traditie, of door iets anders dan ons eigen gevoel. Wij hoeven ons niet te laten leiden door de Openbaring. Deze mentaliteit is een probleem waarvoor enige Irenaeïsche wijsheid zeer op zijn plaats zou zijn.

PATER WHITE: Basaal feit is dit: Irenaeus is de eerste theoloog van de Katholieke Kerk, en zijn theologie is magistraal. In de tijd dat hij schreef, ontkenden de aanhangers van de gnostiek, zoals Basilides en Valentinus, dat de fysieke wereld geschapen was door een goede God. Zij meenden dat het lichaam vreemd is aan de menselijke identiteit. Irenaeus beweerde dat men alleen authentiek menselijk kan zijn met een fysiek lichaam, en dat de fysieke wereld kan worden verlost, in de verrijzenis en in het gebruik van sacramentele materie.

De gnostici hakten de Bijbel in stukken, verwierpen het Oude Testament en selecteerden geschikte delen van het Nieuwe Testament die hen goed uitkwamen. Irenaeus stelde dat de Schriften als een geheel moeten worden ontvangen en gelezen binnen de apostolische traditie zoals die in stand wordt gehouden door de universele katholieke kerk met Rome als middelpunt. Hij centreert het beeld van katholieke gehoorzaamheid in de persoon van de Maagd Maria en de Eucharistische communie. Dit is rond 180 na Christus. In zijn werk zien we de eerste volledige katholieke interpretatie van Schrift en Traditie in de vroegste lagen van de geschiedenis. Irenaeus lezen is ophouden protestants te zijn.

CAVADINI: Irenaeus bemiddelde in een geschil tussen Paus Victor en de christenen uit Klein-Azië over de datum van Pasen. Hij haalde Victor over om de oosterse christenen door te laten gaan met hun traditionele systeem (dat niet noodzakelijkerwijs inhield dat Pasen op een zondag werd gevierd), in plaats van hen te dwingen het Romeinse systeem over te nemen om Pasen altijd op een zondag te vieren, het dichtst bij de feitelijke datum zoals bepaald door het maanjaar. Deze band van eenheid in verschil, of de geest van het zoeken naar zo’n eenheid, zou dus duidelijk relevant kunnen zijn voor een tijd van extreme polarisatie. Dit was echter niet Irenaeus’ enige prestatie, verre van dat, en zijn theologische prestatie is aantoonbaar veel belangrijker.

BUNSON: Irenaeus biedt verschillende zeer belangrijke lessen voor katholieken van vandaag. Ten eerste was hij een krachtige stem voor de duidelijkheid van de leer, in een tijd dat er onder sommige gelovigen grote verwarring heerste met het oog op de gnostiek. Wij worden geconfronteerd met een soortgelijke verwarring en de verleiding van seculier materialisme, militant relativisme en het giftige idee van “spiritueel, maar niet religieus” te zijn. Hij vertelt ons dat orthodoxie essentieel is voor het christelijk leven, maar hij geeft ons ook de onbetwistbare bronnen die we nodig hebben om ketterij in onze tijd te weerleggen – dezelfde prachtige leringen die hij in de zijne gebruikte.

Ten tweede herinnert Irenaeus ons aan het belang van eenheid, dat Oost en West in de Kerk samen moeten zijn op dit moment van geestelijke crisis voor de wereld.

Natuurlijk is “eenheid” niet de enige lens waardoor we Irenaeus’ aanzienlijke theologische bijdrage kunnen beschouwen. Wat is, puur hypothetisch, een alternatieve doctorstitel die Irenaeus had kunnen krijgen?

ROWLAND: Doctor in de Heilsgeschiedenis, omdat St. Irenaeus beroemd is vanwege zijn leer van de recapitulatie. In strictere zin is dit het idee dat Christus, de tweede Adam, de schade van de eerste Adam ongedaan maakt. In ruimere zin is het het idee, dat er typologieën of “typen” te vinden zijn in het Oude Testament die worden gerecapituleerd in het Nieuwe Testament. Daaronder valt ook het idee dat historische gebeurtenissen een theologische betekenis hebben. De leer van de recapitulatie van de heilige Irenaeus biedt daarom een soort “metageschiedenis”, of sleutel om de gebeurtenissen van het Nieuwe en Oude Testament in een theologisch kader te interpreteren.

PATER WHITE: Doctor van de Eenheid is zinvol omdat hij een verwijzing in de tijd is naar de vroegste lagen van eenheid in het christelijk geloof, en de centraliteit voor de hele Katholieke Kerk van voorafgaande apostolisch getuigenis. Hij is ook een figuur van eenheid omdat hij een Grieks-sprekende inwoner uit het Oosten is die onderwees in het Romeinse Westen, en zijn theologie wordt volledig ontvangen in oosterse en westerse tradities. Men zou hem ook een “Doctor van het Prille Katholicisme” kunnen noemen. Vandaag verwijzen zowel katholieken als orthodoxen naar hem als een toetssteen.

CAVADINI: Dokter van de Schepping? Irenaeus verdedigde het geloof van de Kerk tegen de beweringen van de Gnostici, die geloofden dat de wereld geschapen was door Satan (onder de naam Ialdabaoth) en dat daarom de schepping slecht was en de menselijke natuur, voor zover die geschapen was, ook inherent slecht of betekenisloos was. Irenaeus verdedigde de bijbelse leer over de schepping. De gnostici onderwezen een leer van verlossing uit de schepping, terwijl Irenaeus het bijbelse verhaal van verlossing van de schepping verdedigde. Ongetwijfeld is dit zijn belangrijkste en langstdurende theologische prestatie.

BUNSON: Doctor van de Apostolische Autoriteit, vanwege zijn voortdurend beroep op de apostoliciteit van de kerkelijke leer bij het weerleggen van de gnostische ketterijen.

De heilige Irenaeus is de eerste kerkvader die leefde vóór het Concilie van Nicea en die tot Kerkleraar wordt uitgeroepen – iets waarover sommigen zich zorgen maken. Omdat Irenaeus geen doctrine heeft gedefinieerd die door de Kerk werd onderwezen, voldoet hij niet aan de traditionele criteria van leraar, en de titel dreigt te verwateren door hem toe  te voegen. Bovendien was Irenaeus een martelaar, en geen enkele martelaar is eerder tot Leraar uitgeroepen. Dit soort bedenkingen zijn niet nieuw: zo hadden sommigen kritiek op paus Johannes Paulus II toen hij in 1997 de heilige Thérèse van Lisieux tot lerares uitriep. Wat is uw mening over de hedendaagse en wellicht ruimere benadering van het uitroepen van kerkleraren?

ROWLAND: Ik accepteer de meer uitgebreide benadering. Ik werd met deze kwestie geconfronteerd toen ik door pater Alexander Sherbrooke, de pastoor van de St. Patrick’s Church in Soho, Londen, werd uitgenodigd om een lezing te houden over de heilige Thérèse. Zijn idee was om een vergoeding te vragen voor het bijwonen van de lezing en het geld vervolgens te gebruiken voor de kosten van een nieuw glas-in-loodraam van de H. Thérèse. Ik begon dus te proberen te begrijpen waarom Johannes Paulus II de heilige Thérèse van Lisieux tot kerklerares had uitgeroepen, terwijl hij Edith Stein (de heilige Teresa-Benedicta van het Kruis), een filosofe van wereldklasse, tot Patrones van Europa had uitgeroepen.

Aanvankelijk vroeg ik mij ernstig af of een of andere onwetende Vaticaanse bureaucraat de persberichten door elkaar had gehaald. Stein had toch de kerklerares moeten zijn en de H. Thérèse de patrones van Europa? Maar toen ik de documentatie las, leek het erop dat Johannes Paulus II zei dat de spiritualiteit van de H. Thérèse het tegengif is dat nodig is om het hedendaagse nihilisme en de wil tot macht te bestrijden. Zoals sommige commentatoren stelden, is de heilige Thérèse de perfecte tegenpool van Friedrich Nietzsche. Dit betekent dat een heilige de perfecte oplossing kan bieden voor een spirituele en theologische crisis zonder er een academische verhandeling over te schrijven.

PATER WHITE: Augustinus sprak voor het eerst over “kerkleraren” in het begin van de 5e eeuw om te verwijzen naar belangrijke figuren van voor zijn tijd die vertegenwoordigers zijn van de grote traditie van christelijk onderricht, dat wil zeggen, meesters in theologische reflectie die ook bekend staan om persoonlijke heiligheid. Kerkleraren zijn een voorbeeld, zowel door hun theoretische onderricht als door hun pastorale wijsheid, en vertellen ons hoe de leer van de apostelen theologisch kan worden geïnterpreteerd en praktisch kan worden belichaamd. Het katholieke leergezag gebruikte deze term voor het eerst in 1298 om te verwijzen naar figuren uit de patristische tijd, maar al snel werd hij uitgebreid om Thomas van Aquino en Bonaventura (wellicht een zeer grensoverschrijdende vernieuwing) in te voegen. In de 18e en 19e eeuw werden moderne leraren uitgeroepen als Alphonsus Liguori en Franciscus de Sales. In de 19e eeuw benoemden pausen als Pius IX “obscure” figuren uit het oude oosten tot leraren, zoals Ephrem de Syriër, die een dichter-theoloog was.

Dus in dit licht zie ik [de hedendaagse benadering] niet als bijzonder vernieuwend. Het besluit om Irenaeus tot leraar te benoemen is zuiver theologisch gezien volkomen logisch, omdat het de idee illustreert, dat er zelfs vanaf het allereerste begin van het katholicisme in elke tijd sprake is van invloedrijke figuren: heiligen, martelaren en leraren. Irenaeus is een zeer vroeg voorbeeld van iets dat in de wereld voortduurt zolang de katholieke leer en het katholieke getuigenis voortduren. In hem zien we de eenheid van denken en heiligheid.

CAVADINI: De uitdrukking “een leer definiëren” is een hedendaagse uitdrukking die betrekkelijk weinig te maken heeft met de belangrijkste prestaties van individuele theologen in de vroege Kerk die de titel “leraar” waardig zijn. Heeft Hiëronymus “een doctrine gedefinieerd?” Of is zijn belangrijkste bijdrage zijn omvangrijke eruditie in Schriftstudies die de Vulgaat voortbrachten, de belangrijkste Latijnse vertaling van de Schriften in de Middeleeuwen en in de Katholieke Hervorming. Bij Irenaeus is de diagnose van de gnostiek, en de creatie van een overtuigende theologische verdediging daartegen, moeilijk te overschatten in zijn betekenis, en verder blijven zowel zijn leer over de relatie tussen Schrift en Traditie, als zijn leer over de Apostolische Successie, beide ontwikkeld in antwoord op de gnostische claim, dat privé-, elite-onderricht in het geheim werd doorgegeven, onafhankelijk van de gezagsstructuur van de Kerk, vandaag de dag nog steeds bestaan als de officiële leer van de Kerk.

BUNSON: De variatie in leraren bestrijkt het grootste deel van de kerkgeschiedenis. Het Concilie van Nicea in 325 n.Chr. was een belangrijk moment, maar het zou de keuze van een leraar uit een vroeger tijdperk niet mogen uitsluiten. De traditionele criteria van heiligheid en het overdragen van een eminent corpus aan leringen voor de Kerk, zijn beide vervuld in Irenaeus, en het besluit van de paus is geworteld in het verlangen van de Kerk om deze belangrijke figuur te eren, maar ook om ervan te leren. Martelaarschap sluit niet uit, en zou dat ook niet moeten doen, dat iemand leraar kan zijn. Hoe ruim de mogelijkheden zijn om kerkleraren te benoemen, kunnen we zien aan de hand van de heilige Gregorius van Narek, een Armeense monnik, die ook door paus Franciscus is aangewezen, en in het bijzonder Thérèse van Lisieux door Johannes Paulus II.

Er was inderdaad weerstand tegen het feit dat Johannes Paulus II Thérèse van Lisieux tot kerklerares benoemde, maar een lezing van zijn apostolische brief waarin hij de verklaring aflegde, Divini Amoris Scientia, biedt een diepgaande theologische basis voor het definiëren van kerkleraren. Hij schreef: “Welke veranderingen men in de loop van de geschiedenis ook kan waarnemen, en ondanks de weerslag die zij gewoonlijk hebben op het leven en denken van individuen in elke tijd, wij mogen nooit de continuïteit uit het oog verliezen die de kerkleraren met elkaar verbindt: in elke historische context blijven zij getuigen van het onveranderlijke Evangelie, met het licht en de kracht die van de heilige Geest uitgaan, worden zij er de boodschappers van, die steeds weerkeren om het in zijn zuiverheid aan hun tijdgenoten te verkondigen. Thérèse is een Lerares voor onze tijd, die dorst naar levende en wezenlijke woorden, naar heldhaftige en geloofwaardige daden van getuigenis”.

De heilige Irenaeus heeft zeker veel aandacht gekregen omdat hij tot Kerkleraar werd uitgeroepen, maar men kan ook zeggen dat de laatste heiligen die tot Leraar werden uitgeroepen, grotendeels onopgemerkt zijn gebleven, althans in het katholieke gesprek van alledag. Wat voor invloed heeft het in de praktijk als iemand tot kerkleraar wordt uitgeroepen?

ROWLAND: Ik denk niet, dat het een wijdverbreid effect heeft. Ik gaf eens een openbare lezing over dit onderwerp en een professor in de geneeskunde kwam naar de lezing, omdat hij dacht dat ik het over grote katholieke medici zou hebben. Hij had geen idee van het concept van “kerkelijke doctoren”.

Deze praktijk verhoogt echter wel de bekendheid van de heilige in de katholieke media, althans voor een paar weken, en dit bevordert vaak academisch onderzoek naar de theologie van de heilige in kwestie. Dit was het resultaat van het feit, dat Paus Benedictus XVI de heilige Hildegard van Bingen tot Kerklerares verklaarde. Plotseling was Hildegard niet zomaar een gewone naam voor een kat, maar iemand wier publicaties en muzikale composities academische aandacht waardig waren.

Ik denk ook dat de lijst van “Kerkleraren” zoiets is als het academische erelidmaatschap van de Kerk. Zoals er in scholen soms erelijsten zijn met de namen van de dux [beste leerling] van de school van elk jaar in bladgoud geschilderd, zo is de lijst van kerkleraren als een erelijst van hen die te hulp zijn geschoten en theologische crises in het leven van de Kerk hebben opgelost. Alleen al het bestaan ervan onderstreept het belang van het intellectuele apostolaat. Het bevestigt de roeping van theologen en andere belijders van het geloof zoals de H. Thérèse. Het vertelt de leden van de Kerk in het algemeen, dat het katholieke geloof redelijk is en zich bekommert om wat de Franse filosoof Etienne Gilson noemde “de intelligentie in dienst van Christus de Koning”.

PATER WHITE: Eerlijk gezegd, hangt het van veel factoren af. De heilige Catharina van Siena, de heilige Johannes van het Kruis en de heilige Thérèse van Lisieux zijn overal van grote invloed, en zouden dat waarschijnlijk ook zijn als zij niet tot kerkleraar waren verklaard. Albertus de Grote is van groot belang voor wetenschappers, en terecht. Net als Athanasius of Cyrillus van Alexandrië is Irenaeus een enorm belangrijke figuur in de historische theologie en de christologie, en verdient het om meer gelezen te worden door het bredere katholieke publiek. Ik kan me er alleen maar over verheugen dat hij tot Doctor van de Kerk is benoemd. Mensen die zich bekommeren om de identiteit van Christus moeten zich bekommeren om de leer van Irenaeus.

CAVADINI: Het is een grote eer, maar een met een nogal laag profiel. Wat het werkelijk doet is de nadruk leggen op de theologische verworvenheden van degene die tot leraar is uitgeroepen, en de aandacht van de Kerk richten op hun voortdurende betekenis als een bron voor onze eigen tijd. In het geval van Irenaeus kunnen we zeggen dat de gnostiek springlevend is, in verborgen vormen zoals wat vroeger New Age Spiritualiteit werd genoemd, en zelfs in openlijke vormen, dus de weerlegging is een taak voor elke generatie en de argumenten van Irenaeus zijn definitief.

BUNSON: De verklaring is een gelegenheid voor de Kerk om dieper na te denken over het leven en vooral over de eminente leringen van deze opmerkelijke vrouwen en mannen. Het is aan onze herders om diepere reflecties te bieden, en het is aan ons als katholieken om het collectieve en individuele heilige genie van de kerkleraren te bestuderen en er ons voordeel mee te doen.

Laten we eindigen met een klein gedachte-experiment: U adviseert de Heilige Vader. Wie zou u voorstellen als onze volgende Doctor van de Kerk?

ROWLAND: Ik denk dat het een wedstrijd is tussen de heilige John Henry Newman en de heilige Johannes Paulus II. Ik zou ze beiden tegelijkertijd op het academische erebord van de kerk plaatsen. Newman verdient het voor zijn werk over de ontwikkeling van de leer en zijn verdediging van de katholieke Kerk als de Kerk die door Christus is ingesteld. De heilige Johannes Paulus II verdient het voor zijn catechese over de menselijke liefde.

Ik zou Newman om vier redenen “de Anglicaanse Doctor” willen noemen. Ten eerste gaat de Anglicaanse Doctor goed samen met de Engelachtige Doctor (St. Thomas van Aquino). Ten tweede, er is iets typisch Engels aan Newman. Hij is zo Engels als het cricketspel en thee en cakejes die op een weide geserveerd worden. Ten derde is hij van de vele bekeerlingen vanuit de Church of England de meest illustere, en ten vierde, en dat is het belangrijkste, is zijn academisch onderzoek de meest bestendige verdediging van het principe dat de katholieke Kerk de enige, ware Kerk van Christus is. Hij drukte dit principe uit in zijn hymne Firmly I believe and Truly,: “En ik houd, uit liefde voor Hem alleen, de heilige Kerk in ere als zijn schepping, en haar leer als die van hemzelf.” Dit laatste feit kan ertoe leiden dat veel meer Anglicanen in de toekomst de Tiber zullen oversteken.

Ik zou Johannes Paulus II de “Doctor van de Belichaamde Liefde” willen noemen, omdat zijn catechese over de menselijke liefde het broodnodige tegengif is tegen de seksuele revolutie van de jaren zestig – de revolutie die zoveel sociaal bloedbad heeft aangericht, zoveel kapotgemaakte relaties, zoveel gebruik en misbruik van menselijk leven.

PATER WHITE: Er is een diepe verbondenheid tussen John Henry Newman en Irenaeus. Newman was op zoek naar een visie van het prille christendom in de oudheid en vond die in figuren als Irenaeus en Athanasius. Hij zag dat het vroege leven van de Kerk dat in hun werk tot uitdrukking komt, hetzelfde is als het leven dat men op meer volwassen wijze in de moderne katholieke Kerk aantreft. Hun “prille katholicisme” geeft blijk van een levend vereend mysterie dat blijft groeien en ontwikkelen, maar in essentie altijd hetzelfde blijft. De Kerk is als een boom of een mens, die mettertijd rijper wordt. Irenaeus helpt ons daarom de levende traditie van de Katholieke Kerk te bewaren, en dat doet ook het gedachtegoed van John Henry Newman.

BUNSON: Paus Johannes Paulus II tot Doctor van de Menselijke Persoon, uit erkentelijkheid voor zijn grootse en eminente leer over theologische antropologie en zijn getuigenis van de verdediging van de menselijke persoon tegenover de moderniteit.

CAVADINI: Newman!

 

Jonathan Liedl Liedl Jonathan Liedl woont en werkt in Minnesota’s Twin Cities. Hij heeft eerder gewerkt voor de Minnesota Catholic Conference, Catholic Rural Life en EWTN. Hij heeft een bachelor in politieke wetenschappen en Arabische studies van de Universiteit van Notre Dame, een master in Katholieke studies van de Universiteit van St. Thomas (Minnesota), en heeft heilige theologie gestudeerd aan de Pauselijke Universiteit van St. Thomas Aquinas in Rome.

 

Keywoorden –  Doctor van de Eenheid | Eenheid onder de Christenen | H.Irenaeus van Lyon | H.John Henry Newman | Jonathan Liedl | Kerkleraar | Leer van de recapitulatie | NCRegister | Nihilisme | Paus Franciscus |

 

Bron: St. Irenaeus, the Church’s New Doctor: What’s His Significance Today, and Who’s Next?| National Catholic Register (ncregister.com)