NIEUWSBRIEF
DOE MEE! VACATURES
STEUN ONS

Spiegelt de ‘kerkelijke vergadering’ van de Synode het Anglicaanse model en ondermijnt deze de bisschoppelijke autoriteit?

York Minster is de zetel van de aartsbisschop van York, het op één na hoogste ambt van de anglicaanse Church of England; het werd in 1472, vóór de Engelse Reformatie, als een katholiek bouwwerk ingewijd. (foto: Unsplash)

De nieuw aangekondigde synodale fase zal op lokaal niveau beginnen in 2026, dan overgaan naar nationale en internationale bisschoppenconferenties in 2027, om vervolgens verder te gaan met een continentale evaluatie in de eerste helft van 2028 en te eindigen met de kerkelijke vergadering.

Edward Pentin  Wereld 31 maart 2025 VATICAANSTAD – Is het zo dat, terwijl het Vaticaan aan de drie jaar durende implementatiefase van de Synode over Synodaliteit begint, het proces – dat al bekritiseerd werd omdat het flirt met de protestantse ecclesiologie – zich steeds meer in de richting van een bestuursmodel beweegt dat aan de katholieke Kerk vreemd is?

Op 15 maart kondigde kardinaal Mario Grech, secretaris-generaal van het Algemene Secretariaat van de Synode, aan dat het “Begeleidingsproces van de Uitvoeringsfase van de Synode over Synodaliteit” in oktober 2028 zal culmineren in een nieuw bestuursmodel in de katholieke Kerk: een “kerkelijke vergadering” waar het “Volk van God”, bestaande uit ongeveer gelijke aantallen bisschoppen, geestelijken, religieuzen en leken, perspectieven zal voorstellen “voor de hele Kerk”.

Dit is een opmerkelijk verschil met de vorige vergaderingen van de Synode over Synodaliteit, waar de meerderheid van de stemmen door bisschoppen werd uitgebracht.

Kardinaal Grech bevestigde in een interview met Vaticaanse Media dat, aangezien de kerkelijke vergadering een bijeenkomst van de hele Kerk zal zijn, deze in “aard en functie” zal verschillen van een traditionele bisschoppensynode, “die in wezen een vergadering van bisschoppen is en blijft.”

Het doel van de implementatie-“reis”, zei hij, is om “kerken te helpen in een synodale stijl te wandelen” en om ervoor te zorgen dat “een echte ‘bekering’, een verandering in mentaliteit,” de tijd heeft om “wortel te schieten in de praktijk van de Kerk”. Het proces is er ook op gericht om “de banden tussen kerken op nationaal, regionaal en continentaal niveau te versterken”.

Het Register nam contact op met kardinaal Grech voor commentaar op deze zorgen, maar zijn woordvoerder zei dat hij op dit moment geen interviews gaf.

De nieuw aangekondigde fase, die deze zomer zal beginnen, werd “definitief goedgekeurd” door paus Franciscus vanaf zijn ziekenhuisbed op 11 maart. Het zal bestaan uit drie “evaluatievergaderingen” gespreid over drie jaar, te beginnen op lokaal niveau in 2026, dan overgaand naar nationale en internationale bisschoppenconferenties in 2027, alvorens verder te gaan met een continentale evaluatie in de eerste helft van 2028 en te eindigen met de kerkelijke vergadering, waarbij de uiteindelijke goedkeuring aan de paus wordt overgelaten.

Bisschoppelijk gezag ondermijnd

Maar EWTN-commentator priester Gerald Murray, canonist en priester van het aartsbisdom New York, heeft de vinger gelegd op wat hij als een groot probleem van de kerkelijke vergadering ziet: dat de bisschoppen die deelnemen aan de historische gebeurtenis niet de meerderheid zullen vormen en dat de kerkelijke vergadering het laatste woord zal hebben over wat synodaliteit betekent en wat de rest van de Kerk moet omarmen om synodaal te zijn.

“De autoriteit van het bisschoppelijk college, onder en in vereniging met de paus, om het Volk van God te onderrichten, te heiligen en te besturen, komt van Christus en kan niet legitiem onderworpen worden aan enige regeling die deze exclusieve autoriteit verdeelt over een vergadering bestaande uit priesters, diakens, religieuzen en leken,” vertelde priester Murray aan het Register.

Als zodanig is hij van mening dat de kerkelijke vergadering niet de rol van een synodale vergadering kan uitoefenen, maar slechts die van “een onwettige pseudo-synode die bevoegdheden voor zichzelf opeist die ze onmogelijk kan hebben”.

“De herders leiden de kudde; niet de kudde de herders,” benadrukt priester Murray.

De zorgen van priester Murray echoën die van kardinaal Gerhard Müller, die aan het Register uitlegde dat in de katholieke Kerk “de bisschoppen er zijn omdat zij gezag en goddelijk recht hebben; zij hebben het leergezag. De leken hebben een apostolische missie, maar ze hebben niet dezelfde autoriteit als de bisschoppen.” De paus, voegde de voormalige prefect van het Dicasterium voor de Geloofsleer eraan toe, “kan niet alle autoriteit van de bisschoppen naar zich toe trekken en aan de leken geven. Hij heeft niet de autoriteit om de sacramentele orde van de Kerk te veranderen.”

Hij raadde degenen die betrokken zijn bij de synode aan om de eerste drie hoofdstukken van Lumen Gentium te bestuderen , waarin de aard, zending en structuur van de Kerk aan de orde komen, evenals informatie over het dogma van het pausschap en de rol van de paus in de eerste oecumenische concilies.

Zowel hij als priester Murray zeiden dat het model van de kerkvergadering veel lijkt op de General Synod van de anglicaanse Church of England.

De Church of England wordt gekarakteriseerd als “bisschoppelijk geleid en synodaal bestuurd”, wat betekent dat ze wordt geleid door bisschoppen maar dat haar gebruiken en wetten worden bepaald door diocesane synodes, in de eerste plaats de General Synod (‘Algemene Synode’), algemeen bekend als het “parlement” van de Church of England. Zowel de diocesane synodes als de General Synod bestaan uit geestelijken, bisschoppen en leken.

De General Synod als zodanig dateert van 1970, maar de Church of England heeft een synodale bestuursmethode die minstens teruggaat tot 1919 en zijn voorloper, de Church Assembly, een ‘kerkvergadering’ die als orgaan beperktere bevoegdheden en minder juridische status had in het bestuur van de Church of England in vergelijking met de General Synod.

Als permanente nationale vergadering en wetgevend orgaan hebben de General Synod en de kerkelijke vergadering van de Synode over Synodaliteit een aantal overeenkomsten: Ze hebben beide een brede deelname aan de besluitvorming waarbij bisschoppen, geestelijken en vooral leken betrokken zijn; ze hebben de bevoegdheid om wetgeving te overwegen en goed te keuren door middel van stemming; en beide zijn betrokken bij het evalueren en implementeren van veranderingen in kerkelijke praktijken en beleid, hoewel met betrekking tot de kerkelijke vergadering de uiteindelijke beslissing wordt overgelaten aan de paus.

De twee organen hebben ook hetzelfde doel om hun bredere kerkstructuren te beïnvloeden: De kerkelijke vergadering zal inzichten synthetiseren voor wereldwijde toepassing binnen de katholieke Kerk, terwijl de beslissingen van de General Synod vaak invloed hebben op nationale wetten vanwege het statutaire karakter van het orgaan als onderdeel van het bestuurssysteem van de Church of England.

Het permanente karakter van de General Synod weerspiegelt ook de hoop van degenen die verantwoordelijk zijn voor de synodale processen in de katholieke Kerk op een duurzame synodale structuur – een hoop die op zijn minst teruggaat tot de “droom” van wijlen heterodox georiënteerde kardinaal Carlo Mario Martini, die een permanente synodale structuur voor ogen had als een middel om heterodoxie in de Kerk te introduceren en als een alternatief voor het bijeenroepen van een Derde Vaticaans Concilie.

In een artikel van 20 maart in het Engelse progressieve katholieke weekblad The Tablet met de kop “Pope Francis and the Permanent Revolution,” zei synodale deelnemer en pauselijke biograaf Austen Ivereigh dat de Synode over Synodaliteit nu “op zijn minst” een “zesjarig hervormingsevenement” moet worden en “aanzienlijk langduriger dan het Tweede Vaticaans Concilie (1962-65)”.

In tegenstelling tot het Concilie, zei hij dat het “niet alleen de bisschoppen van de wereld, maar het Volk van God in het algemeen gezag zou toekennen en op deze manier zou voltooien wat het Concilie begon, maar nooit heeft bereikt”.

De bevoegdheden van de Synode over Synodaliteit zullen niet zo ver reiken als die van de anglicaanse General Synod, omdat dat orgaan invloed kan hebben op nationale wetgeving, terwijl de rol van de kerkelijke vergadering meer evaluerend en adviserend zal zijn, met aanbevelingen voor pauselijk beraad in plaats van wetgeving, waarbij de paus het laatste woord heeft.

Toch overlappen de twee elkaar als het gaat om kwesties die belangrijk zijn voor katholieke synodemanagers en degenen die beslissingen nemen in de General Synod. Beiden hechten veel belang aan inclusiviteit, waarbij de General Synod stappen heeft gezet in de richting van meer LGBTQ-inclusie, volledige integratie van vrouwen in leiderschapsfuncties en besluitvorming, prioriteit geven aan raciale rechtvaardigheid en hervormingen om ervoor te zorgen dat leken een meerderheid vormen in parochiale kerkenraden.

Dergelijke zaken zijn zeer politiek en liggen binnen de Church of England verdeeld, wat heeft geleid tot intern schisma, en veel van de schuld is gelegd bij het synodale bestuur, verergerd door wat de Vaticaanse verklaring Dominus Iesus uit 2000 haar “ernstig tekortschietende situatie” noemde in vergelijking met de katholieke Kerk.

Gavin Ashenden, een katholiek bekeerling van de Church of England die 20 jaar lang lid was van de General Synod en de achterban van universitaire theologen vertegenwoordigde, vertelde aan het Register dat de algemene synodale ervaring in de Church of England er een was waarin “de leken in het bijzonder een voorliefde meebrachten voor uitoefening van politiek en macht, uitgedrukt door het laten zien van democratische spierballen in plaats van bijbelse of traditionele spiritualiteit”.

“Bij gebrek aan het gezag van een Anglicaans leergezag of bisschoppelijk leiderschap maakte theologische reflectie plaats voor de seculiere tijdgeest”, zei hij. “De tijdgeest zegevierde in elke wedstrijd. Synodaliteit en democratie bleken slechts een middel om de wijsheid van heiligheid te vervangen door een politisering van relativistische ethiek en machtspolitiek.”

Factionalisme en het scoren van punten

De anglicaanse General Synod heeft vaak te maken gehad met kritiek van zowel de progressieve als de traditionele vleugels van de kerkgemeenschap. Het orgaan is bekritiseerd vanwege factionalisme en het scoren van punten in plaats van constructieve dialoog, en de politieke sfeer zou effectieve besluitvorming ondermijnen en bijdragen aan desillusie onder de leden. Critici hebben het niet trouw blijven aan de Schrift en de Anglicaanse traditie vaak als voornaamste reden genoemd. Verschillende splijtzwammen in de Church of England, goedgekeurd door de General Synod, zijn hieraan toegeschreven, van de goedkeuring van vrouwelijke priesters in 1992 tot de inzegening van paren van hetzelfde geslacht in 2024.

Zou de kerkvergadering in de katholieke Kerk dezelfde netelige vruchten kunnen voortbrengen? Priester Murray gelooft van wel en beweert dat het zal dienen als een instrument voor degenen die “ontevreden” zijn over de manier waarop “de wijding van vrouwen tot het diaconaat en het priesterschap”, de “onzedelijkheid van homoseksuele handelingen” en andere betwiste leerstellingen “tot nu toe zijn behandeld”. De verantwoordelijken “vestigen nu hun hoop op overwinning op een vergadering die niet in de eerste plaats uit bisschoppen bestaat”.

Priester Murray is van mening dat de kerkelijke vergadering en deze nieuwe fase van de Synode over Synodaliteit als geheel “overduidelijk een poging is om de macht van de hiërarchie af te pakken en in de handen te leggen van geselecteerde leken die eindelijk recht zullen zetten wat de obstructieve bisschoppen niet hebben kunnen veranderen”.

Het is een “revolutionaire vernieuwing”, voegde hij eraan toe, “die in tegenspraak is met de katholieke leer en een ernstige bedreiging vormt voor de eenheid van de Kerk en het geestelijk welzijn van de gelovigen.”

Kardinaal Müller zei dat de organisatoren van de synode alleen afgaan op een “gevoel dat ze gemachtigd zijn door de Heilige Geest,” maar hij benadrukte dat de Heilige Geest “de geest van de Zoon en van de Vader is. Het is geen vergadering. Dit heeft de geest van een vergadering in romantische zin, een romantisch gevoel van de mensen. Maar we moeten kijken naar wat het woord van God is en niet naar het subjectieve gevoel van sommige mensen die de Heilige Geest aanvoeren, maar niet de werkelijkheid. Ze promoten alleen hun eigen ideeën, en deze ideeën komen meer uit de sociologie en psychologie.”

“Wat ik objectief zie is dat het de verkeerde kant op gaat,” zei hij. “Het moet gecorrigeerd worden volgens de katholieke ecclesiologie.”

 

Edward Pentin is Senior Contributor van het Register en Vaticaananalist van EWTN News. Hij begon zijn verslaggeving over de paus en het Vaticaan bij Vatican Radio voordat hij Rome-correspondent werd voor EWTN’s National Catholic Register. Hij heeft ook verslag gedaan over de Heilige Stoel en de Katholieke Kerk voor een aantal andere publicaties waaronder Newsweek, Newsmax, Zenit, The Catholic Herald, en The Holy Land Review, een Franciscaanse publicatie gespecialiseerd in de Kerk en het Midden-Oosten. Edward is de auteur van The Next Pope: The Leading Cardinal Candidates (Sophia Institute Press, 2020) en The Rigging of a Vatican Synod? An Investigation into Alleged Manipulation at the Extraordinary Synod on the Family (Ignatius Press, 2015). Volg hem op Twitter @edwardpentin.

 

Bron: Does the Synod’s ‘Ecclesial Assembly’ Mirror Anglicanism’s Model and Undermine Episcopal Authority?| National Catholic Register

Vertaling: EWTN Lage Landen (HR)


Wilt u meer lezen of zien van de vermaarde katholieke Journalist ‘Edward Pentin‘ ? Klik dan hier.

Wilt u meer lezen of zien met betrekking tot ‘Lumen Gentium‘ ? Klik dan hier. En zie hier, voor een Nederlandse vertaling met dank aan RKDocumenten.nl


250409 | [XLS000] | 


 

Actueel