NIEUWSBRIEF
DOE MEE! VACATURES
STEUN ONS

Nieuwe brief paus Franciscus gaat in op liturgische vorming en de schoonheid van de mis – @EdwardPentin @NCRegister

‘Desiderio Desideravi’ volgt op zijn document ‘Traditionis Custodes’ uit 2021

Edward PentinNieuws; 29 juni 2022

VATICAANSTAD – Paus Franciscus heeft een meditatie gepubliceerd over liturgische vorming waarin hij aandringt op een einde aan de polemiek over de liturgie, een herontdekking van de schoonheid ervan, en waarin hij opnieuw nadruk legt op eenheid rond de ene Romeinse ritus die ontstond na het Tweede Vaticaans Concilie.

De 65 paragrafen tellende apostolische brief, getiteld Desiderio Desideravi en gepubliceerd op het feest van de heiligen Petrus en Paulus, verwerkt volgens het Vaticaan de resultaten van een plenaire vergadering in 2019 van de Dicasterie van de Goddelijke Aanbidding en volgt op het motu proprio Traditionis Custodes van de paus uit 2021 (Red. voor Nederlandse vertaling van ‘Hoeders van de traditie’ zie hier, met dank aan RKDocumenten.nl), dat de mis beperkte volgens het Romeins missaal van vóór 1962 in een poging om de kerkelijke gemeenschappelijkheid te bevorderen rond de liturgische ritus van na Vaticanum II.

Het nieuwe document van de paus, aldus het Vaticaan, is een “meditatie over het begrijpen van de schoonheid van de liturgische viering en de rol daarvan in de evangelisatie“, en eindigt met een oproep van de paus om “de controverse achter te laten om samen te luisteren naar wat de Geest tegen de Kerk zegt”, alsook om “de gemeenschap te bewaken” en “zich te blijven verbazen over de schoonheid van de liturgie”.

De publicatie van het document, zonder een begeleidende persconferentie wat ongebruikelijk is, werd overschaduwd door het nieuws dat parlementsvoorzitter Nancy Pelosi de heilige communie had ontvangen tijdens een mis in de Sint-Pietersbasiliek op dezelfde dag, het feest van de heiligen Petrus en Paulus, in aanwezigheid van paus Franciscus.

In mei kondigde Pelosi’s bisschop, aartsbisschop Salvatore Cordileone, aan dat zij niet zou worden toegelaten tot de heilige communie in het aartsbisdom San Francisco vanwege haar standpunt over abortus. Woordvoerder Matteo Bruni van de persdienst van de Heilige Stoel zei dat hij “niets te zeggen” had over de kwestie toen hij er woensdag door het Register naar werd gevraagd.

‘Missionaire optie’

In Desiderio Desideravi begint paus Franciscus met te benadrukken dat “niemand een plaats verdiende” bij het Laatste Avondmaal, “allen waren uitgenodigd,” en hetzelfde geldt voor de wereld, ook al “weet zij dat nog niet.” Daarom, zei de paus, heeft hij in zijn apostolische exhortatie Evangelii Gaudium gezegd, dat hij “droomt/droomde van een ‘missionaire optie'”.

Hij legt de aard, heilbrengende kracht en schoonheid van de mis uit; dat de liturgie, meer dan een “vage herinnering aan het Laatste Avondmaal”, “de plaats van ontmoeting met Christus” is; en dat “er slechts één daad van aanbidding is, volmaakt en welgevallig aan de Vader; namelijk de gehoorzaamheid van de Zoon, waarvan de maatstaf zijn dood aan het kruis is.”

Hij bespreekt de “theologische betekenis van de liturgie” en zegt dat “wij aan het [Tweede Vaticaans] Concilie – en aan de liturgische beweging die daaraan voorafging – de herontdekking te danken hebben van een theologisch begrip van de liturgie en van haar belang in het leven van de Kerk”.

Met deze brief zegt hij dat hij wil dat de hele Kerk niet alleen “de waarheid en de kracht van de christelijke viering herontdekt, beschermt en beleeft,” maar er ook voor zorgt dat de Eucharistie niet “bedorven wordt door een oppervlakkig en kortzichtig begrip van haar waarde of, erger nog, door haar uit te buiten in dienst van een ideologische visie, van welke kleur dan ook.”

‘Tegengif voor geestelijke wereldsheid’

Franciscus stelt dat de liturgie een “tegengif is voor het gif van geestelijke wereldsgezindheid“, en herinnert aan een punt dat hij in Evangelii Gaudium maakte, namelijk dat dit de vorm kan aannemen van gnosticisme, dat hij definieert als een vorm van subjectivisme, en neopelagianisme dat “de rol van genade tenietdoet” en in plaats daarvan leidt “tot een narcistisch en autoritair elitarisme.” Beide, zegt hij, “kunnen desastreuze gevolgen hebben voor het leven van de Kerk”.

Maar de liturgie, voegt hij eraan toe, is “het meest effectieve tegengif voor deze vergiften,” en hij benadrukt dat hij spreekt over de goddelijke eredienst in zijn “theologische betekenis en zeker niet, zoals Pius XII al bevestigde, liturgie als decoratieve ceremonies of een loutere optelsom van wetten en voorschriften die de cultus regelen.” De liturgie, voegt Franciscus eraan toe, zegt niet ‘ik’ maar ‘wij’, en “elke beperking van de breedte van dit ‘wij’ is altijd duivels”.

Over het dagelijks herontdekken van de “schoonheid van de waarheid van de christelijke viering”, betoogt de paus dat dit niet het “zoeken naar een rituele esthetiek inhoudt, die alleen inhoud krijgt door een zorgvuldige uiterlijke naleving van een ritus of bevredigd wordt door een scrupuleuze naleving van de rubrieken.”

“Het is duidelijk,” voegt hij eraan toe, “dat wat ik hier zeg geenszins de tegenovergestelde houding wil goedkeuren, die eenvoud verwart met een achteloze banaliteit, of wat essentieel is met een onwetende oppervlakkigheid, of de concreetheid van de rituele handeling met een ergerlijk praktisch functionalisme.”

De paus benadrukt veeleer dat “elk aspect van de viering zorgvuldig moet worden verzorgd […] en elke rubriek aan bod moet komen”. Maar hij voegt eraan toe dat zelfs als de kwaliteit en de goede uitvoering van de viering gegarandeerd zouden zijn, dat nog geen volledige deelname zou garanderen, en hij benadrukt verder de noodzaak van “verwondering over het paasmysterie”. Verwondering, zegt hij, “is een essentieel onderdeel van de liturgische handeling.”

Abstract Spiritualisme’

De paus onderstreept vervolgens de “noodzaak van een serieuze en vitale liturgische vorming”, vooral gezien het feit dat “moderne mensen” in verschillende mate “het vermogen hebben verloren om zich bezig te houden met symbolische handeling, wat een wezenlijk kenmerk is van de liturgische handeling.” Hij zegt dat o.i.v. de postmoderniteit, mensen zich “nog meer verloren voelen, zonder betrekkingen van welke aard dan ook, met een tekort aan waarden omdat ze onverschillig zijn geworden, volledig verweesd, levend in een fragmentatie waarin een horizon van betekenis onmogelijk lijkt.”

Hij spreekt van een “abstract spiritualisme dat in tegenspraak is met de menselijke natuur zelf”, maar voegt eraan toe, dat het met deze realiteit van de moderne wereld is dat de Kerk, verenigd op het Concilie, “in contact wilde treden, haar bewustzijn opnieuw wilde bevestigen dat het het sacrament van Christus is”. Na het citeren van de woorden van Paulus VI aan het einde van de tweede zitting van het Concilie in 1963, waarin hij de liturgie onderstreepte als het “eerste geschenk” dat de Kerk het volk moet geven, gaat Franciscus in op de spanningen rond de viering die hij omschrijft als “in de eerste plaats ecclesiologisch”.

“Ik zie niet in hoe het mogelijk is te zeggen dat men de geldigheid van het Concilie erkent – hoewel het me verbaast dat een katholiek zou kunnen veronderstellen dat niet te doen – en tegelijkertijd de liturgische hervorming die is voortgekomen uit Sacrosanctum Concilium niet te aanvaarden”, een verwijzing naar de grondwet van het Concilie over de gewijde liturgie. (Red. voor een Nederlandse vertaling van dit document zie hier, met dank aan rkdocumenten.nl)

Dat document, zegt hij, “drukt de werkelijkheid van de liturgie uit,” en het is om die reden dat hij zegt in zijn motu proprio Traditionis Custodes te hebben benadrukt dat alleen de hervormde liturgie die volgde op het Concilie “de unieke uitdrukking is van de lex orandi [de manier waarop wij bidden] van de Romeinse ritus.”

Franciscus zegt verder dat hij daarom de noodzaak ziet van een “serieuze en dynamische liturgische vorming” – omdat de “niet-aanvaarding van de liturgische hervorming, evenals een oppervlakkig begrip ervan, ons afleidt van de verplichting om antwoorden te vinden op de vraag waarop ik steeds terugkom: hoe kunnen we groeien in ons vermogen om de liturgische handeling ten volle te beleven? Hoe kunnen we ons blijven verbazen over wat er in de viering onder onze ogen gebeurt?”

Romano Guardini

Met een citaat van de 20e eeuwse theoloog Romano Guardini, die zei dat liturgische hervormingen “niet veel zullen helpen” zonder liturgische vorming, benadrukt de paus de noodzaak om kennis van de “theologische betekenis van de liturgie” te verspreiden buiten de academische omgeving.

Hij merkt op dat “een viering die niet evangeliseert niet authentiek is”, en zegt dat liturgische vorming “niet iets is dat voor eens en voor altijd kan worden verworven”, maar “permanente vorming van iedereen vereist, met de nederigheid van kleintjes, de houding die zich opent in verwondering”. De paus betrekt in zijn brief ook de vorming van seminaristen en zegt dat zij de liturgie moeten ervaren als “niet alleen voorbeeldig vanuit ritueel oogpunt, maar ook authentiek en levend”.

De liturgie, voegt hij eraan toe, gaat niet alleen over “kennis” maar ook over “lofprijzing” en, opnieuw Guardini citerend, zegt hij dat de eerste taak van de liturgische vorming is om de mens weer in staat te stellen symbolen te begrijpen. “Deze taak is niet gemakkelijk, want de moderne mens is analfabeet geworden, niet meer in staat om symbolen te lezen”, aldus de paus. En hij benadrukt de noodzaak om open te staan voor het transcendente, omdat het niet erkennen van God als constitutief voor ons ertoe leidt, dat we niet alleen God niet kennen, maar ook onszelf niet.

Overstappend op de ars celebrandi (de kunst van het vieren) zegt hij, dat hij die ziet als een manier om weer inzicht te krijgen in de symbolen, maar voegt eraan toe dat de ars celebrandi niet kan worden gereduceerd tot “alleen maar een mechanisme van rubrieken” of “veel minder nog moet worden gezien als fantasierijke – soms wilde – creativiteit zonder regels”.

De kunst van het vieren, vervolgt hij, “is niet iets dat geïmproviseerd kan worden”, maar zoals elke kunst, “vereist het een consequente toepassing”. De paus onderstreept ook het belang van de gebaren in de liturgie, van zitten, staan en knielen, tot zingen, in stilte verkeren en acclamaties. Dergelijke gebaren en discipline “vormen ons op authentieke wijze”, zegt hij. “Onder de rituele gebaren die toebehoren aan allen die bijeen zijn, neemt de stilte een plaats in van absoluut belang”, die “aanzet tot berouw en verlangen naar bekering; het wekt op tot het luisteren naar het Woord en het gebed; het zet aan tot aanbidding van het Lichaam en Bloed van Christus”, aldus de paus.

Nederigheid en berouw

De Heilige Vader bespreekt ook de liturgische rol van gewijde ambtsdragers en waarschuwt voor “starre soberheid of een ergerlijke creativiteit, een vergeestelijkend mysticisme of een praktisch functionalisme.” Dergelijke misbruiken, zegt hij, hebben een “gemeenschappelijke wortel” die hij omschrijft als een “verhoogd personalisme van de celebrerende stijl die soms een slecht verhulde manie uitdrukt om in het middelpunt van de belangstelling te staan”. Soms komt dit nog duidelijker naar voren wanneer liturgieën via de ether of online worden uitgezonden, voegt hij eraan toe.

Om dit te overwinnen, dringt de paus er bij priesters op aan om de realiteit te begrijpen dat wanneer zij de Eucharistie vieren, zij “ondergedompeld worden in de oven van Gods liefde”. Dit vereist dat de priester ijverig “het vuur van de liefde van de Heer, dat hij kwam ontsteken op aarde, verzorgt” en dit doet “in nederigheid en berouw”.

Tot slot zegt de paus dat het zijn bedoeling is enkele overwegingen over de liturgie met ons te delen, maar niet om “de immense schatten van de viering van de heilige mysteries uit te putten”. Maar nogmaals, hij onderstreept het belang van het herontdekken van de rijkdom van Sacrosanctum Concilium, de link tussen deze constitutie en alle andere van het Concilie, en waarschuwt voor een terugkeer naar de liturgieën van voor de hervorming.

Het is niet mogelijk, voegt hij eraan toe, om “terug te keren naar die rituele vorm waarvan de concilievaders, cum Petro et sub Petro, de noodzaak voelden om die te hervormen”. De principes van die hervorming, zegt hij, werden goedgekeurd “onder de leiding van de Heilige Geest en naar hun geweten als herders”.

De paus zegt dat hij Traditionis Custodes heeft geschreven omdat de hervormde liturgische boeken van Paulus VI en Johannes Paulus II “de getrouwheid van de hervorming van het Concilie garandeerden” en omdat hij wilde dat de Kerk “in de verscheidenheid van zovele talen één en hetzelfde gebed zou doen oprijzen dat in staat is haar eenheid uit te drukken.

“Zoals ik reeds geschreven heb, is het mijn bedoeling dat deze eenheid hersteld wordt in de gehele Kerk van de Romeinse ritus”, aldus de paus.

Authentieke liturgische vorming

Hij legt uit dat hij hoopt dat zijn brief ertoe zal bijdragen “onze verwondering over de schoonheid van de waarheid van de christelijke viering opnieuw te doen opleven, ons te herinneren aan de noodzaak van een authentieke liturgische vorming, en het belang te erkennen van een kunst van vieren die ten dienste staat aan de waarheid van het paasmysterie en van de deelname van alle gedoopten daaraan, ieder overeenkomstig zijn of haar roeping.”

Het liturgisch jaar, voegt hij eraan toe, vertegenwoordigt een “waarachtige voortdurende vorming”, die ons helpt “de mogelijkheid te beseffen om te groeien in onze kennis van het mysterie van Christus, ons leven onder te dompelen in het mysterie van zijn dood en verrijzenis, in afwachting van zijn wederkomst in heerlijkheid”.

“Laten we onze polemieken laten varen en samen luisteren naar wat de Geest tot de Kerk zegt”, zegt de paus tot slot. “Laten wij onze gemeenschap bewaren. Laten we ons blijven verbazen over de schoonheid van de liturgie. Het paasmysterie is ons gegeven. Laten wij ons laten omhelzen door het verlangen dat de Heer blijft koesteren om met ons zijn Pesachmaal te eten. Dit alles onder de blik van Maria, Moeder van de Kerk.”

 

Edward Pentin

Edward Pentin begon zijn verslaggeving over de Paus en het Vaticaan bij Vatican Radio voordat hij de correspondent voor Rome werd van EWTN’s National Catholic Register. Hij heeft ook verslag gedaan van de Heilige Stoel en de Katholieke Kerk voor een aantal andere media waaronder Newsweek, Newsmax, Zenit, The Catholic Herald, en The Holy Land Review, een Franciscaans tijdschrift gespecialiseerd in de Kerk en het Midden Oosten. Edward is de auteur van The Next Pope: The Leading Cardinal Candidates (Sophia Institute Press, 2020) en The Rigging of a Vatican Synod? An Investigation into Alleged Manipulation at the Extraordinary Synod on the Family (Ignatius Press, 2015). Volg hem op Twitter op @edwardpentin.

Bron: Pope Francis’ New Letter Addresses Liturgical Formation and the Beauty of the Mass| National Catholic Register (ncregister.com)

Keywoorden: Aartsbisschop Salvatore Cordileone | Desiderio Desideravi | Edward Pentin | Exhortatie Evangelii Gaudium | Evangelisatie | Gnosticisme | H.Paus Paulus VI | Heilige Liturgie | Kunst van het vieren (ars celebrandi) | Liturgisch jaar | Liturgische hervorming | Liturgische vorming | Nancy Pelosi | NCRegister | Neopelagianisme |  Paus Franciscus | Paus Pius XII | Romeinse ritus | Postmoderniteit | Romano Guardini | Sacrosanctum Concilium | Schoonheid van de liturgische viering |  Traditionis Custodes | Vaticanum II | Geestelijke wereldsgezindheid |

 


Wilt u meer lezen of zien over de motu proprio ‘Traditionis Custodes’ waar zoveel over te doen was? Klik dan hier.

Wilt u meer lezen opzienbarende berichten lezen rondom de katholieke voorzitter van het Amerikaanse congres Nancy Pelosi, inclusief de maatregel die haar eigen aartsbisschop Salvatiore Cordileone had uitgevaardigd tegen haar? Klik dan hier of gebruik één van de andere ’tags’ bovenaan deze post.

Voor een weergave van het communiqué van de Dicasterie voor de Eredienst en de Sacramenten die verscheen bij de publicatie van het schrijven van de Paus zie hier, met dank aan rkdocumenten.nl voor de vertaling.   


220701 | [XLS000] | 220928 Views 477