COMMENTAAR: Austen Ivereigh en de andere “deskundigen” op de recente synodale top in Frascati doen alsof het pausschap van Johannes Paulus II niets constructiefs heeft toegevoegd over de lekengelovigen, gezinnen, geestelijkheid en andere onderwerpen die verband houden met Vaticanum II.
Vaticaan; 9 november 2022
De laatste stap in het synodale proces over synodaliteit voor een synodale Kerk werd eind oktober onthuld, een document voor de “continentale” fase. Die fase zal de agenda van de vergadering in beslag nemen tot maart volgend jaar, wanneer alle nieuwe documenten die zijn opgesteld naar Rome zullen worden teruggestuurd om verder te worden verzameld, samengevat, gesynthetiseerd en opgesteld.
Als de brok voedsel op dit punt biddend is herkauwd, “ruimte latend voor de Heilige Geest”, zal een instrumentum laboris (werkdocument) worden opgesteld voor de planetaire, of “universele” fase, die zou worden afgesloten met een bisschoppensynode in oktober volgend jaar in Rome.
De “universele” fase werd onlangs door paus Franciscus met een jaar verlengd. Het synodale proces zal nu een tweede bisschoppensynode omvatten in oktober 2024, op de eerste verjaardag van de eerste synode over synodaliteit.
En hoe verloopt het synodale proces over synodaliteit voor een synodale Kerk? Van een leien dakje, met een “ongekende” deelname, en “alle verwachtingen overtreffend”. Sommige van de meer koortsachtige enthousiastelingen beschouwen het als de belangrijkste kerkelijke gebeurtenis sinds Vaticanum II, zeker belangrijker dan het Concilie van Trente (1545-1563), maar misschien niet zo belangrijk als het Concilie van Nicea (325). Ofschoon bij Nicea het gladstrijken van manuscripten wel wat gemakkelijker was, omdat de “continentale” en “universele” fasen in de vierde eeuw min of meer hetzelfde waren.
Voor degenen die het synodale proces over synodaliteit voor een synodale Kerk een beetje ondoorzichtig vinden, heeft pauselijk biograaf en secretaris Austen Ivereigh een tipje van de sluier opgelicht over de manier waarop het document van de “continentale” fase in twee weken door een comité van “deskundigen” in Frascati, bij Rome, in elkaar werd geflanst. Er is reden tot bezorgdheid.
De hand van de geschiedenis, het hart van de kerk
Ivereigh’s “verslag van ingewijden” begint met een bekentenis dat hij “getroffen werd door de plechtigheid van de taak” en hoe zij “de hand van de geschiedenis en het gewicht van de verantwoordelijkheid op onze schouders voelden”. Ze hielden het blijkbaar goed vol.
Als het vermoeden rees dat het synodale proces over synodaliteit voor een synodale Kerk een beetje “naar zichzelf-verwijzend” zou zijn, om de favoriete uitdrukking van de Heilige Vader te gebruiken, dan bevestigt het verslag van Ivereigh dat overvloedig. De aangewezen “deskundigen” – pauselijke insiders, consultants, leiderschapsgoeroes, communicatiespecialisten, ecclesiocraten, apparatsjiks van de curie – zaten allemaal knus opeen, bestudeerden rapporten, splitsten zich op in subgroepen, brachten verslag uit aan de plenaire bijeenkomst, herijkten de subgroepen, pasten de ontwerpen aan, en brachten weer verslag uit aan de plenaire vergadering. Onder de ongeveer twee dozijn deskundigen bevond zich één bisschop. Het was de Kerk niet zozeer opgesloten in de sacristie, om opnieuw paus Franciscus te citeren, maar in een bestuurskamer.
“Ik hoop dat je een dagboek bijhoudt,” adviseerde Ivereighs vriend hem.
Het kan zijn dat het verslag van Ivereigh de eerste van meerdere afleveringen zal zijn als hij hun deskundige dienst aan de Kerk vastlegt. En het was een verheven dienst.
“Wij zijn het hart en de oren van de Kerk, om de schreeuw van het volk van God te horen,” zo zei kardinaal Mario Grech, algemeen secretaris van de bisschoppensynode, tegen hem, aldus Ivereigh.
De laatste volle dag van de deskundigen in Frascati was 1 oktober, het feest van de heilige Thérèse van Lisieux, de Kleine Bloem, die 125 jaar geleden stierf en de vermaarde woorden sprak, dat haar roeping was “liefde te zijn in het hart van de Kerk”. Kardinaal Grech deed er t.o.v. de heilige nog een schepje bovenop; hij lijkt te geloven dat hij en de door hem bijeengeroepen deskundigen het hart van de Kerk zijn, zuiver en eenvoudig.
Botten en hersenfunctie
De anatomische beeldspraak sloeg duidelijk aan, want Ivereigh verklaarde dat “het tijd was” voor het hart en de oren “om vlees te zetten op de botten van hoe het Tweede Vaticaans Concilie de Kerk begreep als volk van God”.
Het hart en de oren zijn misschien in topvorm, maar de hersenen lijken een beetje wiebelig. De experts van kardinaal Grech lijken de recente kerkgeschiedenis te zijn vergeten. Vaticanum II legde al veel vlees op zijn eigen botten zogezegd; de dogmatische constitutie over de Kerk (Lumen Gentium) is zelfs een nogal uitbundige uiteenzetting over het Mystieke Lichaam van Christus. (Red.: Zie hier, voor een Nederlandse vertaling van het document, met dank aan rkdocumenten.nl)
Wat het “Volk van God” van Vaticanum II betreft, dat is het hele lichaam, niet alleen de leken, zoals Lumen Gentium ruimschoots leert. Een intelligent en belezen man als Ivereigh zou zeker zijn mede-Engelsman over Vaticanum II, de dominicaanse pater Aidan Nichols, hebben gelezen in zijn boek Conciliar Octet:
“In het hoofdstuk van Lumen Gentium over het Volk van God wordt geen speciale aandacht besteed aan de leken in vergelijking met enig ander onderdeel van de Kerk. Wat een typische post-conciliaire gewoonte van journalisten werd om de leken ‘het volk van God’ te noemen, heeft geen basis in de conciliaire teksten. … ‘Volk van God’ duidt op het geheel van de Kerk waarvan de leken een deel vormen – zij het natuurlijk getalsmatig het overheersende deel.”
Er was heel wat van zulke luiheid in Frascati, waarbij de deskundigen rapporten van verafgelegen luistersessies opbliezen met de Heilige Geest die gezaghebbend spreekt in de Kerk. Het tromgeroffel van het synodale proces, dat er iets geheel nieuws aan de gang is, is opzettelijk; anders zouden oplettende mensen zich kunnen herinneren dat er al veel “vlees” op de “botten” van Vaticanum II is gelegd.
Inderdaad, bisschoppensynodes hebben decennia lang “vlees op de botten” van Lumen Gentium aangebracht. Johannes Paulus II riep synodes bijeen over het gezin (1980), de leken (1987), de priesters (1990), het religieuze leven (1995) en de bisschoppen (2001) – om nog maar te zwijgen van een half dozijn regionale en bijzondere synodes – die alle werden gevolgd door uitgebreide apostolische exhortaties. De verschillende hoofdstukken van Lumen Gentium hebben alle gedurende tientallen jaren aanzienlijke en aanhoudende synodale aandacht gekregen.
De Frascati-experts willen dat allemaal terzijde schuiven, alsof er sinds Vaticanum II over al deze onderwerpen niets constructiefs is gezegd. Johannes Paulus’ Christifideles Laici uit 1988 over de roeping en zending van de leken; zijn brieven aan vrouwen, het gezin, ouderen en jongeren – dit alles is een immense hoeveelheid “vlees op de botten” van het volk van God. (Red.: Zie hier, voor een Nederlandse vertaling van het document, met dank aan rkdocumenten.nl)
De vooronderstelling van het synodale proces over synodaliteit voor een synodale Kerk is dat dit recente erfgoed er weinig toe doet en terzijde kan worden geschoven terwijl de “Geest” door een uitgebreide reeks synodale sessies voor de Synode over Synodaliteit blaast.
Het terzijde schuiven van het pausschap van Johannes Paulus is een kenmerk geworden van de synodes van paus Franciscus. De eerste twee synodes van de Heilige Vader over het gezin leverden Amoris Laetitia (Red.: Zie hier, voor een Nederlandse vertaling van het laatste document, met dank aan rkdocumenten.nl) op, waarin opmerkelijk genoeg werd gedaan alsof Veritatis Splendor (Red.: Zie hier, voor een Nederlandse vertaling van het laatste document, met dank aan rkdocumenten.nl) nooit was geschreven. Nu probeert dit tweede synodepaar over synodaliteit voor een synodale Kerk, zoals duidelijk werd in Frascati, de totaliteit van de synodes van Johannes Paulus gedurende ongeveer 20 jaar opzij te schuiven. Samen met de voortdurende afbraak van de Pauselijke Academie voor het Leven – ook een project van Johannes Paulus – is het synodale proces over synodaliteit voor een synodale Kerk een volgende stap in de ont-Johannes-Paulus-isering van de Kerk.
De jezuïetenhand en de lege stoel
“Het proces was intens en vermoeiend, en de taak een race tegen de klok,” schrijft Ivereigh over de samenwerking bij het opstellen van het werkdocument. Hoe slaagden ze er dan in om niet verpletterd te worden door de “hand van de geschiedenis” en hun werk af te krijgen binnen een strakke tijdslimiet?
Dan doet de jezuïet pater Giacomo Costa, een ambtenaar van het secretariaat van de synode, zijn intrede: “een expert in processen van groepsonderscheiding”, en “de ingenieur van ons proces”, volgens de beschrijving van Ivereigh.
In de verlengde synodale processen van paus Franciscus heeft de Heilige Geest de bekwame hulp van jezuïtische ingenieurs, pater Costa aan de voorkant en pater Antonio Spadaro aan de achterkant.
Lezers herinneren zich pater Costa misschien van de synode over het Amazonegebied van 2019, waar hij bij verschillende gelegenheden werd uitgezonden om de merkwaardige aanwezigheid van de pachamama uit te leggen. Maar zijn rol was duidelijker bij de jeugdsynode van 2018. In het ontwerp-einddocument van die synode werd een flinke hoeveelheid materiaal over synodale processen en synodaliteit opgenomen, hoewel het geen deel had uitgemaakt van de eigenlijke beraadslagingen.
Kardinaal Oswald Gracias van Bombay, lid van de “raad van kardinalen” van de Heilige Vader en naaste pauselijke adviseur, liet weten dat het secretariaat van de synode deze tekst had samengesteld en suggereerde dat pater Costa wellicht zelf de samensteller was geweest. Nu blijkt dat pater Costa al aan dit synodale proces werkte voordat de vorige zelfs maar was afgelopen.
“In Frascati leerde ik ook hoe belangrijk het is niet alleen iedereen erbij te betrekken, maar ook op zoek te gaan naar degenen die vermist worden,” schreef Ivereigh. “Ons werd verteld om een lege stoel aan onze groepen toe te voegen en verschillende vragen te stellen: … Wiens profetische stem is niet gehoord? Welk perspectief is nog niet naar voren gekomen?”
De “lege stoel” is een slim hulpmiddel. Als dit onderwerp niet aan bod komt, of als dat standpunt niet voldoende wordt benadrukt, dan kan de lege stoel spreken. Men kan zich voorstellen dat de lege stoelen in Frascati niets hebben gezegd dat het overheersende denken van de deskundigen zou verstoren. Integendeel, men stelt zich voor dat de deskundigen vanuit de lege stoelen hoorden wat ze zelf gezegd zouden hebben, maar nu konden toeschrijven aan anderen die geen stem hebben. De lege stoel zorgt ervoor dat de ingenieur altijd een zitplaats heeft.
Lege stoel in een vergrote tent
Een ander keurmerk van de synodes van paus Franciscus is een eigenzinnig gebruik van de Schrift. Tijdens de gezinssynodes spraken talloze voorstanders van versoepeling van de kerkelijke discipline en van het tegenspreken van de Schrift over de verrezen Jezus op de weg naar Emmaüs. Hij dook op aan de zijde van de terneergeslagen discipelen, en zij gingen “samen op weg”, zo werd opgemerkt, wat het favoriete beeld is voor het synodale proces over synodaliteit voor een synodale Kerk.
Toch is Emmaüs een complexer beeld van begeleiding. Jezus berispte de discipelen voor hun dwaasheid. Zij werden onderricht over de dwaling van hun wegen; zij keerden om qua richting en gingen terug naar Jeruzalem. Ze maakten een bekering door. De gezinssynodes waren niet groots in bekering.
Ditmaal is de schriftuurlijke baldadigheid terechtgekomen bij Jesaja 54 en het beeld van ‘het vergroten van de tent’.
“De bestaande verpakkingen zijn niet toereikend om de verscheidenheid van de Kerk te omvatten, noch om de deelname van allen aan de zending mogelijk te maken,” schrijft Ivereigh. Tijd voor een grotere tent.
Toch vereiste de tent van samenkomst voor de kinderen van Israël een rigoureuze reiniging alvorens naar binnen te gaan. En de vergrote tent van Jesaja 54 is een beeld van Israël dat de vijanden aan haar grenzen onderwerpt; het vergroten van de tent is eerder een beeld van verovering, niet van samen optrekken.
In elk geval is het vergroten van de tent een vreemd beeld op een moment dat in veel landen de tent al te groot lijkt; katholieken hebben in groten getale het geloof verlaten en parochies worden geblindeerd, niet uitgebreid.
Op zulke plaatsen is een lege tent misschien een beter beeld – des te beter op te vullen met lege stoelen.
Over Pater Raymond J. de Souza: Pater Raymond J. de Souza is de oprichter en redacteur van Convivium magazine.
Bron:Peeking Inside the Synod on Synodality’s Boardroom| National Catholic Register (ncregister.com)
Keywoorden: | Austen Ivereigh | Christifideles Laici | Conciliar Octet | Concilie van Nicea (325) | Concilie van Trente (1545-1563) | Exhortatie Amoris Laetitia | H.Paus Johannes Paulus II | Het vergroten van de tent | Instrumentum Laboris | Jesaja 54 | Jezus op weg naar Emmaüs | Kardinaal Mario Grech | Kardinaal Oswald Gracias | Lumen Gentium | Mystieke lichaam van Christus | NCRegister | Ont-Johannes-Paulus-isering van de Kerk | Pater Antonio Spadaro s.j. | Pater Giacomo Costa s.j. | Pater Raymond J. de Souza | RKdocumenten.nl | Synodale proces | Synode over synodaliteit | Vaticanum II | Veritatis Splendor |
Wilt u meer artikelen lezen van de geestelijke, journalist Father Raymond J. de Souza? Klik dan hier,