COMMENTAAR: De lessen van augustus 1942 zijn complex.
Commentaren; 9 augustus 2022
Het Holocaust Museum in Auschwitz omvat tentoonstellingen die de Shoah in verschillende landen documenteren. In het Nederlandse paviljoen is er een doorzoekbare computerdatabase voor degenen die in Auschwitz door de nazi’s zijn vermoord.
Als “Stein” wordt ingevoerd, wordt de volgende informatie getoond:
Familienaam: Stein
Voornaam: Edith Teresia Hedwig
Geboortedatum en -plaats: 12-10-1891 Breslau
Datum en plaats van overlijden: 9-8-1942 Auschwitz
Er is een soortgelijke vermelding voor Edith’s zus, Rosa. De twee joodse bekeerlingen tot het katholicisme, beiden karmelietessen, werden op 7 augustus 1942 uit Nederland gedeporteerd en op 9 augustus 1942 in de gaskamers van Auschwitz om het leven gebracht.
Achter deze eenvoudige data gaat een groot verhaal schuil over het conflict tussen de katholieke kerk en het nazi-regime.
De 80e verjaardag van het martelaarschap van de heilige Teresa Benedicta van het Kruis (Edith Stein) – heilig verklaard in 1998 en door Johannes Paulus II uitgeroepen tot medepatrones van Europa – herinnert ons aan het drama van de zomer van 1942. Slechts enkele weken voordat Teresa in Auschwitz stierf als martelares, werd Titus Brandsma, die in mei van dit jaar heilig werd verklaard, in het concentratiekamp Dachau gedood door een dodelijke injectie in de ‘ziekenboeg’ van het kamp.
In 1942 voerden de nazi’s hun moorddadige campagnes tegen Joden en politieke tegenstanders op. Titus was een leider van de inspanningen van het verzet dat indirect leidde tot het martelaarschap van de heilige Teresa.
Edith Stein, Joods opgevoed maar in haar tienerjaren atheïst geworden, besloot katholiek te worden nadat de briljante filosofe de autobiografie van de H. Teresa van Avila had gelezen. Ze werd 100 jaar geleden gedoopt, op 1 januari 1922, en zou uiteindelijk karmelietes worden, in de voetsporen van Teresa van Avila. Uiteindelijk zou ook Edith’s zuster Rosa diezelfde weg volgen.
Edith werd gedoopt in Breslau, toen deel van Duitsland, nu Wrocław, in Polen. Ze trad daar in bij de karmelietessen. Toen de nazi’s aan de macht kwamen en de jodenvervolging toenam, werd besloten dat het veiliger zou zijn om de zusters Stein, joods van geboorte, naar een karmelietessenhuis in Nederland te sturen.
Titus Brandsma, ook een karmeliet, was een van de meest vooraanstaande Nederlandse priesters. Ongebruikelijk voor een karmeliet had Brandsma een zeer actief apostolaat in zowel het katholieke hoger onderwijs als de journalistiek. Hij was een uitgesproken criticus van het nazisme.
In 1941 stelden de Nederlandse bisschoppen het nazi-regime dat hun land bezette scherp aan de kaak. In reactie daarop verordonneerden de nazi’s dat katholieke kranten pro-nazi advertenties en dito persverklaringen moesten afdrukken. Pater Brandsma, goed bekend bij het kleine episcopaat van het land, moedigde hen aan voet bij stuk te houden. Op zijn beurt werd hem gevraagd geheime brieven van de bisschoppen naar de redacties van katholieke kranten te brengen, waarin zij werden geïnstrueerd geen nazi-propaganda te herdrukken.
Pater Brandsma aanvaardde de missie. Hij wist dat het zijn leven in gevaar bracht. Hij slaagde erin 14 krantenredacties te bezoeken voordat hij in januari 1942 werd gearresteerd. Hij zou uiteindelijk worden overgebracht naar Dachau, bij München, waar duizenden priesters waren ondergebracht. Hij werd gemarteld en wreed mishandeld. Hij werd vermoord op 26 juli 1942.
Het getuigenis dat pater Brandsma had gegeven toen hij nog in Nederland was, had de Nederlandse bisschoppen bemoedigd, terwijl zij hem op hun beurt hadden gesterkt.
Toen de nazi’s in juli 1942 begonnen met de massadeportaties van Nederlandse joden naar de kampen, stuurden de Nederlandse bisschoppen, in eenheid met de andere christelijke kerken, een telegram naar de nazi-autoriteiten, waarin zij de deportaties veroordeelden. In antwoord daarop stemden de nazi’s ermee in geen joden te deporteren die vóór januari 1941 christen waren geworden. Maar als het protest openbaar zou worden gemaakt, zouden joodse bekeerlingen tot het christendom ook naar de vernietigingskampen worden gedeporteerd.
De andere christelijke kerken aarzelden dus om hun protest openbaar te maken. De Nederlandse katholieke bisschoppen schreven echter een krachtige pastorale brief, gedateerd 20 juli 1942, waarin zij de deportaties veroordeelden. Deze brief werd op zondag 26 juli 1942 – dezelfde dag waarop pater Brandsma in Dachau werd vermoord – vanaf alle kansels in het land voorgelezen. (Red. voor de brief in het Nederlands zie hier, met dank aan RKDocumenten.nl)
De gevolgen werden snel merkbaar en bleken hardvochtig. Verre van hun deportaties van joden te stoppen, begonnen de nazi’s nu ook Joodse bekeerlingen tot het christendom te deporteren. Vijftien dagen later zou de heilige Teresa Benedicta van het Kruis dood zijn in Auschwitz.
Toen de Gestapo de zusters Stein kwam halen in hun Nederlandse Carmel, zei Edith, altijd een dochter van Israël, tegen haar zuster Rosa: “Kom, laten we sterven voor ons volk.”
Paus Pius XII was diep geschokt door de reactie op de Nederlandse pastorale brief en paste de uitvoering van zijn verzet tegen de Holocaust daarop aan. Met grote praktische creativiteit en urgentie waren katholieke instellingen van essentieel belang om de overgrote meerderheid van de joden in Rome te redden. Toch onthield Pius zich na de Nederlandse ervaring van een openlijke en directe veroordeling van de Holocaust. Hoewel hij duidelijker sprak dan Roosevelt of Churchill of enige andere geallieerde leider, zijn zijn diplomatieke inspanningen tot op de dag van vandaag onderwerp van controverse.
Er is een Poolse aanvulling op het Nederlandse drama.
Op 14 augustus 1942 – de eerste verjaardag van het martelaarschap van de heilige Maximiliaan Kolbe in Auschwitz – arriveerde een afgezant van het Vaticaan in Krakau voor een bezoek aan de ontembare prins-aartsbisschop Adam Sapieha, de held van de “lange nacht” van de nazibezetting. Aartsbisschop Sapieha, die op dat moment vanuit zijn woning een clandestien seminarie runde dat ook Karol Wojtyła omvatte – was een felle tegenstander van de nazi’s.
Met documenten van de Heilige Vader gecamoufleerd met spaghetti-etiketten en verborgen in wijnflessen, wisten de afgezanten te voorkomen dat hun clandestiene papieren door de Gestapo werden ontdekt. Zij brachten aartsbisschop Sapieha een brief van Pius XII aan de Poolse Kerk, getiteld: “Ideologische verschillen en verzet tegen het nationaal-socialisme”.
Aartsbisschop Sapieha las hem met afschuw. Pauselijke solidariteit was welkom, maar hij kende de gevolgen van een publieke veroordeling.
“Het is voor mij absoluut onmogelijk om [het] te delen met mijn geestelijken, en nog veel minder kan ik het overbrengen aan het volk van Polen. Het zou voldoende zijn als slechts één exemplaar de hand van de [nazi-inlichtingendienst] zou bereiken en al onze hoofden zouden rollen,” legde aartsbisschop Sapieha uit aan zijn bezoekers.
“In dat geval zou de Kerk in Polen verloren zijn.”
Aartsbisschop Sapieha verbrandde onmiddellijk het pakket.
De Poolse herder had misschien al gehoord over de represailles tegen de Nederlandse pastorale brief. Hij wist waarschijnlijk niet dat Teresa Benedicta van het Kruis slechts vijf dagen eerder in zijn eigen aartsbisdom was vermoord. Hij wist waarschijnlijk niet dat Titus Brandsma 19 dagen eerder in Dachau was vermoord, hoewel het mogelijk is dat hij wist dat de priester was geïnterneerd omdat hij katholieke instellingen had aangemoedigd zich tegen de nazi’s te verzetten.
Hoe dan ook, aartsbisschop Sapieha kende de druk van de Poolse bezetting goed. Hij zal niet hebben geweten dat zijn seminarist Wojytła paus zou worden, maar hij vreesde waarschijnlijk dat Wojtyła en anderen zouden zijn vermoord als hij de pauselijke veroordeling had verspreid.
Pius XII begreep het blijkbaar. Binnen een jaar na het einde van de oorlog benoemde hij aartsbisschop Sapieha tot kardinaal.
De lessen van augustus 1942 zijn complex. Moed en voorzichtigheid in het aangezicht van het kwaad zijn lessen die in elke tijd opnieuw moeten worden geleerd.
Father Raymond J. de Souza
Over Pater Raymond J. de Souza: Pater Raymond J. de Souza is de oprichter en redacteur van Convivium magazine.
Wilt u meer artikelen lezen van de geestelijke, journalist Father Raymond J. de Souza? Klik dan hier,