NIEUWSBRIEF
DOE MEE! VACATURES
STEUN ONS

Desiderio Desideravi: een aantal pauselijke punten logisch met elkaar verbinden – @NCRegister

COMMENTAAR: Er zouden sterke argumenten kunnen worden aangedragen dat de ecclesiologie van Vaticanum II, en niet de liturgie, het werkelijke doel is van het meest recente document van paus Franciscus.

Larry ChappVaticaan; 12 juli 2022

Door het uitgeven van de apostolische brief Desiderio Desideravi heeft paus Franciscus weer eens, ten goede of ten kwade, liturgisch onrust gezaaid. Gedurende het grootste deel van zijn pausschap heeft hij weinig belangstelling getoond voor liturgie, maar het afgelopen jaar, om te beginnen met Traditionis Custodes, heeft hij een toenemende belangstelling getoond voor de liturgische debatten die zovelen in de Kerk al zo lang bezighouden.

Men zou echter goed kunnen onderbouwen, dat de ecclesiologie van Vaticanum II, en niet de liturgie, hier het eigenlijke doelwit is. De paus zelf claimt dit expliciet in Desiderio wanneer hij zegt, met betrekking tot de huidige liturgische debatten:

“Het zou triviaal zijn de spanningen, die helaas rond de viering bestaan, te duiden als een eenvoudig verschil van smaak met betrekking tot een bepaalde rituele vorm. Het probleem is in de eerste plaats ecclesiologisch” (31).

Ik denk dat de Heilige Vader volkomen gelijk heeft met deze vaststelling, hoewel ik het niet eens ben met de conclusies die hij eruit trekt.

Op het eerste gezicht komt het document over als een echt mooie tekst met veel prachtige theologische overpeinzingen over onderwerpen als het belang van symbolen, de aard van de liturgie als een christologische uitnodiging, het belang van een doorleefd geloof voor het laten binnenkomen van liturgie, het belang van liturgische stilte, het belang van Maria voor de liturgie en in de priesteropleiding, en de rol van liturgie als een uitdrukking van onze ecclesiologie. Het bevat ook een prachtige uitdaging voor seminaristen om theologie te onderwijzen vanuit een liturgische wijsheid. In veel opzichten was mijn aanvankelijke reactie op het document tamelijk positief.

Maar op het tweede gezicht lijkt het document mij, uiteindelijk, een sterk voorbeeld van gebakken lucht. Hoe mooi de tekst op veel plaatsen ook is, je krijgt ook het gevoel dat de tekst “om” de centrale kwesties heen draait zonder echt iets op te lossen.  Desiderio wordt voorgesteld als een zuiver vermanende meditatie over enkele brede theologische thema’s en lijkt nooit ergens concreet te landen op een manier die er werkelijk toe doet.

En in tegenstelling tot Traditionis Custodes, dat zeer concrete strafbepalingen bevatte, compleet met het op microniveau controleren van wat wel of niet in een parochiebulletin kan worden gezet met betrekking tot vieringen van de traditionele Latijnse Mis (hoezo gedecentraliseerde synodaliteit?!), bevat Desiderio geen wetgeving en heeft geen disciplinaire tanden met betrekking tot de juiste viering van de Mis van Paulus VI. Daarom kan men misschien terecht de conclusie trekken, dat de paus meer geïnteresseerd is in het onderdrukken van de oude liturgie dan in het uit de weg ruimen van misstanden in de huidige.

Conclusies op zoek naar een onderbouwing

In veel opzichten slaagt de tekst er niet in logische verbanden te leggen tussen de theologische principes die de paus verwoordt en de concrete problematiek die hij wil aanpakken. En de tekst verbindt vervolgens ook enkele zaken met elkaar waarbij dat niet zou moeten, wat mij doet denken dat de reden voor beide situaties is dat we hier te maken hebben met een reeks ecclesiologische conclusies op zoek naar een onderbouwing.

De paus zegt bijvoorbeeld dat alle liturgische rubrieken moeten worden nageleefd. Maar waar zijn de sancties voor die priesters en bisschoppen die zich niet aan de liturgische rubrieken houden en in plaats daarvan er op staan hun eigen buitenissige versie van de liturgie in de viering ervan in te voegen?

In paragraaf 19 klaagt hij het gnostische individualisme aan van zovelen in de Kerk vandaag de dag en stelt: “De handeling van de viering behoort niet toe aan het individu, maar aan de Christus-kerk, aan het geheel van de gelovigen verenigd in Christus. De liturgie zegt niet ‘ik’ maar ‘wij’, en iedere beperking van de reikwijdte van dit ‘wij’ is altijd duivels” (nadruk toegevoegd). Maar wat is een groter voorbeeld van deze demonische vervorming van de liturgie dan een priester die, klerikalistisch, de liturgie behandelt als zijn eigen bezit om mee te doen wat hij wil en vervolgens de rubrieken negeert als farizeïsche inmenging in zijn legitieme creativiteit? Waar zijn de pauselijke sancties in deze richting?

De paus heeft zijn bisschoppen in Traditionis opgedragen de traditionele Latijnse mis streng te beperken. Dus waarom zou hij zijn bisschoppen dan geen opdracht kunnen geven om priesters streng te bestraffen die op flagrante wijze en herhaaldelijk de liturgische rubrieksvoorschriften schenden, ketterij prediken en die daardoor een vijandige omgeving creëren voor elke katholiek die alleen maar de mis van de Kerk wil? De paus slaagt er wat dit betreft niet in logische verbanden te leggen en mijn vermoeden is dat dit wegens ecclesiologische redenen is. Namelijk, hoe klerikalistisch het ook is voor priesters om op eigen houtje de rubrieken te veranderen, de meeste priesters die dat doen laten een pastorale stijl en een benadering van Vaticanum II zien die de Paus prefereert. Daarom legt hij traditionalistische priesters sterke beperkingen en discipline op met betrekking tot hun voorkeur voor de liturgische vorm, terwijl hij slechts “tut-tut-tut” zegt tegen priester Regenboog Eenhoorn en zijn buitenissige liturgische verdraaiingen. De paus ziet de ecclesiologie van de traditionalisten als een bedreiging voor Vaticanum II. Hij voelt blijkbaar niet zo’n bedreiging voor de ecclesiologie van Vaticanum II door de anti-rubricisten, zelfs al is hij het niet eens met hun onverschilligheid ten opzichte van zulke dingen, en daarom ziet hij geen noodzaak om hen daadwerkelijk te beteugelen door middel van disciplinaire maatregelen.

‘Wijzen van voorgaan’

Een ander voorbeeld van geen verbanden leggen heeft te maken met de opmerkingen van de paus over de verschillende soorten van priesterlijke “stijlen van voorgaan” bij de eucharistische liturgie. Hij stelt: “Bij mijn bezoeken aan christelijke gemeenschappen heb ik gemerkt dat de manier waarop zij de liturgische viering beleven bepaald wordt door de manier waarop hun pastor voorgaat bij de samenkomst” (54). Vervolgens somt hij verschillende stijlen van voorgaan op die overdreven zijn in verschillende richtingen en niet overeenstemmen met zijn visie op wat een goede viering is. En toch rept hij met geen woord over het feit dat deze verschillende stijlen het directe gevolg zijn van de eredienst versus populum en dat de oplossing voor deze problematische situatie erin bestaat de persoonlijkheid van de priester uit de liturgie te halen door hem om te draaien om zich met het gezicht naar de Verrezen Heer te keren in gebed samen met alle aanwezige gelovigen. Want de verschillende stijlen van voorgaan die de paus belachelijk maakt, zijn niet zozeer het resultaat van opzettelijke en kunstmatige aanstellerij die priesters zich hebben aangemeten, als wel louter een uitwerking van de persoonlijkheid van die priester, en kunnen dus in hoge mate niet uit de liturgie worden geëlimineerd zolang de priester met het gezicht naar het volk gericht staat.

Het gebied van het symbolische

Een derde gebied waarop de paus er niet in slaagt logische verbanden te leggen, is zijn constatering dat de moderne mens het vermogen verloren heeft om het hele gebied van het symbolische op waarde te schatten. Hij merkt terecht op dat dit misschien wel het grootste obstakel is voor een juiste waardering van de liturgie, aangezien de liturgie van top tot teen een symboliserende handeling is. Inderdaad gaat de Kerk uit van de stellige bewering dat in de Eucharistie het symbool datgene wat gesymboliseerd wordt tot werkelijkheid en aanwezigheid maakt. Het is moeilijk dit te aanvaarden als men geen daaraan voorafgaande kennis heeft van symbolen.

Desalniettemin, het meest opvallende hiaat in de analyse van de paus is het feit dat de schuld voor deze situatie niet alleen ligt bij de culturele actoren buiten de Kerk, maar ook in grote mate moet worden toegeschreven aan die prelaten en priesters binnen de Kerk die openlijk en van harte de metafysische vervlakking van de moderniteit hebben omarmd en haar nadruk op horizontale wereldsheid ten koste van alles wat transcendent is. Zij omarmden het van harte – door de liturgie te ontdoen van de bellen en de geuren, alle eeuwenoude, universele symbolen van de heilige eredienst – als een bevrijding van de Kerk en de vroegere liturgie en door het project in gang te zetten om deze te vervangen door een Kerk van wereldse filantropie, geforceerde pseudo-nabijheid (“Hallo, mijn naam is Larry. Ik hou van je”) en moreel relativisme met een diep seculiere ondertoon.

Zoals paus Benedictus XVI lang geleden opmerkte, is er een eschatologisch tekort in de Kerk dat het goddelijke leven in haar in de kiem smoort. Dus als paus Franciscus denkt dat het diepste probleem met betrekking tot de liturgie ons verlies van het gevoel voor het symbolische is, dan moet hij zijn analyse hier breder maken en het uitbreiden tot een kritiek op de klerikale, culturele collaborateurs die ons op deze plaats hebben gebracht.

Geliefde prelaten

Echter, als we kijken naar de favoriete prelaten van de paus, dan zijn de meesten van hen uit hetzelfde lakse hout gesneden waar het gaat om liturgisch “experimenteren”.

Het Chicago van kardinaal Blase Cupich, bijvoorbeeld, is een sprookjesland voor priesters die liturgisch volkomen hun eigen gang gaan en die er zich totaal geen zorgen over lijken te maken dat zij hun klerikalistische “ik” injecteren in het liturgische “wij”. En de kardinaal doet niets om dergelijke misstanden een halt toe te roepen, terwijl hij hard optreedt tegen zowel de traditionalisten die van de oudere liturgie houden, als de priesters die de nieuwe liturgie ad orientem willen vieren. En dus zien we dat priesters die alleen maar ad orientem willen aanbidden in de Novus Ordo sancties ondergaan, terwijl “Pride”-missen welig tieren en een groot aantal andere liturgische misstanden ongestraft door blijven gaan.

Het stilzwijgen van kardinaal Cupich over de flagrante publieke voorbeelden van liturgisch misbruik in Chicago is in feite een groen licht. Zijn stilzwijgen spreekt luid. En toch is hij een van de meest favoriete prelaten van de paus. Hij is lid van drie Vaticaanse dicasteriën, waaronder het Dicasterie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten! En omdat de daden van de paus vaak duidelijker zijn dan zijn woorden, neem ik aan dat de verheffing van kardinaal Cupich tot dit ambt een teken is van de goedkeuring van de paus van zijn liturgische gevoeligheden, vooral in het licht van andere soortgelijke bisschoppelijke benoemingen tot hoge ambten onder dit pontificaat.

Het promoveren van prelaten als kardinaal Cupich ondermijnt ook de geloofwaardigheid van een document over de liturgie onder veel conservatieve katholieken, vooral in plaatsen als Chicago. Ik weet dat het niet goed uitkomt voor het gangbare narratief onder de aanhangers van de paus, maar de ontevredenen bestaan niet alleen, of zelfs niet in het bijzonder, uit de zogenaamde “restorationisten” waarvan de paus blijkbaar denkt dat ze overal in de Kerk van de Verenigde Staten te vinden zijn. De meeste van deze katholieken zijn slechts de eenvoudige vrome mensen die wanhopig willen geloven dat de mooie woorden van de Heilige Vader in Desiderio over de Eucharistie werkelijk iets concreets betekenen en dat we misschien kunnen hopen op een nieuwe lente van de liturgie. Ik heb het hier niet over de boze, radicaal-traditionalistische, hooivorkbrigade van het internet die denkt dat de Kerk ontspoord is na de dood van de heilige Pius X. Die types zijn in de minderheid, zelfs onder de traditionalisten. Ik heb het in plaats daarvan over de katholieken over wie ik het eerder heb gehad. Namelijk de miljoenen traditionele “Johannes Paulus II/Benedictus XVI” katholieken die Vaticanum II en de Novus Ordo met volle instemming aanvaarden en die vroom, orthodox en diep toegewijd zijn, en die niet de “starre farizeeërs” en “hypocriete legalisten” zijn, zoals zo vaak door de aanhangers van deze paus als karikatuur weggezet, en die eenvoudigweg willen dat de liturgie van Paulus VI wordt gebeden zoals de Kerk bedoelt dat zij wordt gevierd.

Deze katholieken vertegenwoordigen geen heropleving van een plichtmatig, juridisch katholicisme. Zij zoeken juist de levendige geloofsbeleving waar de paus zo vaak over spreekt. Het zijn deze katholieken die geleidelijk zijn uitgeput, van wie sommigen door Franciscus zijn omgevormd tot een geradicaliseerd traditionalisme, maar van wie de meesten nu gewoon gedemoraliseerd en gedesillusioneerd zijn en zich nu berustend terugtrekken in een stille, verslagen en gekwelde opstandigheid. Het enige wat zij willen is een gezonde en mooie liturgie, degelijke preken en priesters die werkelijk geloven in de Kerk en haar leer. Is dat te veel gevraagd? Blijkbaar, in Chicago wel.

De woorden van de paus in deze nieuwe tekst lijken hun daar hoop op te geven. Maar dan is er het denkkader gevormd door het Chicago van kardinaal Blase Cupich. Paus Franciscus heeft gezegd: “de werkelijkheid is superieur aan ideeën.” Nou, Desiderio Desideravi zit tjokvol ideeën, en veel daarvan zijn echt goed. Maar dan is er de realiteit van kardinaal Cupich, kandidaat-kardinaal Robert McElroy, kardinaal Kevin Farrell en kardinaal Matteo Zuppi en … nou ja, u snapt wat ik bedoel.

Verbanden leggen die er niet mogen zijn

Tenslotte, zelfs terwijl de paus er niet in slaagt logische verbanden te leggen bij sleutelkwesties, verbindt hij wel zaken met elkaar waar dat niet het geval zou moeten zijn.

In Desiderio heeft de paus bijvoorbeeld zijn intentie herhaald om de traditionele Latijnse mis in wezen te elimineren en met verdubbelde inzet de Novus Ordo te benadrukken als de “unieke uitdrukking van de lex orandi van de Romeinse ritus”. Ik ben geen voorstander van de Latijnse Mis, hoewel ik wel naar een ordinariaatsparochie ga en waarschijnlijk om veel van dezelfde redenen als mensen die naar parochies met de traditionele Latijnse Mis gaan. Daarom steun ik Summorum Pontificum en denk ik niet dat Traditionis Custodes pastoraal verstandig was. Desalniettemin accepteer ik volledig dat de paus het recht heeft te doen wat hij doet en als het de wil van de Heilige Vader is om ons allemaal naar de Mis van Paulus VI te leiden, dan zal ik dat doen als dat geëist wordt.

Maar als theologisch geleerde verwerp ik ten stelligste het idee dat een mis die eeuwenlang de lex orandi van de Kerk was, nu zomaar door een pauselijk fiat kan worden afgedaan, als strijdig met de “nieuwe ecclesiologie” van Vaticanum II. Omdat een dergelijk idee zelf uitdrukking geeft aan een denkkader dat getuigt van een legalistische en gerechtelijke opvatting van de Kerk en van haar leergezag. Aldus verbindt hij Vaticanum II met de Novus Ordo in een strak ecclesiologisch verband, terwijl hij ook beweert dat de oude liturgie niet het gewicht van de ecclesiologie van Vaticanum II kan dragen. Ik denk dat dit theologisch twijfelachtig is.

Begrijp me niet verkeerd. Het Concilie heeft inderdaad opgeroepen tot hervorming van de liturgie en daar ben ik het mee eens. Ik denk dat de mis in de volkstaal moet worden gehouden, enzovoort. Maar dat is iets anders dan de simpele bewering dat hetgeen het concilie heeft gevraagd ook is wat we in feite hebben gekregen. En zeggen dat de ontwikkeling van de Novus Ordo van de Heilige Geest kwam en dat er daarom niet aan getornd mag worden, is een argument dat ‘in zijn eigen zwaard valt’, omdat je mag aannemen dat de vroegere ritus ook het product van de Heilige Geest was, en toch lijkt de paus er geen moeite mee te hebben de formele constructies daarvan ter discussie te stellen.

Met andere woorden, ik kan de mis van Paulus VI aanvaarden omdat ik de autoriteit van het leergezag van de Kerk aanvaard. En ik kan de beslissingen van paus Franciscus in dit opzicht en om dezelfde redenen aanvaarden. Maar als ik één minuut met paus Franciscus had, zou ik zeggen:

“Dierbare Heilige Vader, laat uw kudde alstublieft niet als liturgische wezen achter. Als u wilt dat wij de mis van Paulus VI bidden, geef ons dan prelaten die de juiste viering ervan zullen bevorderen in plaats van prelaten die een oogje dichtknijpen voor de ontheiliging ervan. Geef ons prelaten die precies datgene bevorderen waarover u schrijft in dit nieuwe en vaak prachtige document. Wij willen, net als u, liturgische stilte, en gerespecteerde rubrieken, en uitstekende muziek en homilieën, en heringevoerde symbolen, en een evangelische ontmoeting met de Christus van het paasmysterie die ons wenkt via een uitnodiging voor het bruiloftsmaal in zijn Koninkrijk. Ja! Maar als u wilt dat wij aanvaarden dat u dit alles ernstig meent, respecteer ons dan ook als deel van uw kudde. Wij zijn geen starre farizeeërs. Stuur ons alstublieft bisschoppelijke herders die ons niet als zodanig zullen wegsturen. Heilige Vader, aan het einde van dit document vraagt u ons om in deze zaken de polemiek achter ons te laten en de Heilige Geest te volgen. Een uitstekende suggestie. Gaat u voor, alstublieft.”

Larry Chapp

Larry Chapp behaalde in 1994 zijn doctoraat in de theologie aan de Fordham University, met een specialisatie in de theologie van Hans Urs von Balthasar. Hij doceerde 20 jaar theologie aan de DeSales University in de buurt van Allentown, Pennsylvania, voordat hij met vervroegd pensioen ging om de Dorothy Day Catholic Worker Farm op te richten in de buurt van Wilkes Barre, Pennsylvania, met zijn vrouw Carmina en vriend en oud-student Father John Gribowich. Hij is auteur van vele artikelen en boeken en is tevens de oprichter en hoofdauteur van de blog, Gaudiumetspes22.com.

Bron: Desiderio Desideravi: Connecting Some Papal Dots| National Catholic Register (ncregister.com)

 


 

 

Keywoorden:  De mis van H.Paus Paulus VI | Ecclesiologie |  Desiderio Desideravi | Eredienst versus populum | Gebakken lucht | Gnostische individualisme | H.Liturgie | H.Paus Paulus VI | H. Paus Pius X | Het symbolische | Kardinaal Blase Cupich | Larry Chapp | Liturgische experimenten | Mgr. Robert McElroy | Moderniteit | Moreel relativisme |  NCRegister | Novus Ordo | Paus Benedictus XVI | Paus Franciscus | Synodaliteit | Summorum Pontificum | Traditionis Custodes | Tridentijnse liturgie | Vaticanum II |