NIEUWSBRIEF
DOE MEE! VACATURES
STEUN ONS

Katholieke ethici bespreken het lot van naar schatting 1 miljoen bevroren menselijke embryo’s

Lauretta Brown; VS; 17 januari 2023

Bevroren in de tijd: katholieke ethici bespreken het lot van naar schatting 1 miljoen menselijke embryo’s in het ijs @NCRegister Lauretta Brown Een van de ernstige kwaden van de IVF-industrie is dat ‘Rip Van Winkle’-achtige menselijke embryo’s in een staat van schijndood worden gehouden.

Stel je voor dat je te horen krijgt dat je een jaar of twee na de vrouw die je ter wereld bracht, bent verwekt en dat je drie decennia lang in een vriezer van een kliniek hebt vastgezeten voordat je ter wereld kwam. Dat is nu het lot van beide helften van een tweeling die in oktober 2022 werden geboren, nadat ze in 1992 werden verwekt via in vitro fertilisatie (IVF), werden ingevroren als embryo’s en vervolgens werden geadopteerd.

Philip en Rachel Ridgeway adopteerden de tweeling Lydia en Timothy, naast hun vier op natuurlijke wijze verwekte kinderen. Het christelijke echtpaar voelde dat embryo-adoptie deel uitmaakte van Gods plan voor hen en vertelde CNN dat zij “degenen wilden die het langst hadden gewacht”.

Eén vruchtbaarheidsspecialist vergeleek deze baby’s met Rip Van Winkle, de dorpeling die 20 jaar in het bos sluimerde in het beroemde korte verhaal van Washington Irving. Echter, deze kleine Rip Van Winkles kregen te maken met een gevaarlijker weg naar ontwaken, aangezien veel via IVF gecreëerde embryo’s worden weggegooid, gebruikt voor medische experimenten of sterven tijdens het ontdooi- en implantatieproces. Sommige zijn zelfs gestorven door mechanische problemen met de vriezer, zoals gebeurde in een kliniek in Cleveland.

De katholieke kerk heeft het IVF-proces en de productie van deze embryo’s lang veroordeeld, maar deze waarschuwingen zijn niet in acht genomen, en er zijn nu naar schatting 1 miljoen ingevroren embryo’s alleen al in de VS – wat aanleiding geeft tot diepgaande en voortdurende morele dilemma’s.

In 1996 deed paus Johannes Paulus II een “appel aan het geweten van de wetenschappelijke autoriteiten van de wereld en in het bijzonder aan artsen, om de productie van menselijke embryo’s stop te zetten, rekening houdend met het feit dat er geen moreel aanvaardbare oplossing lijkt te zijn voor de menselijke bestemming van de duizenden en duizenden “ingevroren” embryo’s die subjecten zijn en blijven wat betreft fundamentele rechten en daarom door de wet beschermd moeten worden als menselijke personen.”

In het document Dignitas Personae uit 2008 ging de Congregatie voor de Geloofsleer in op de vraag wat er moet gebeuren met de bestaande ingevroren embryo’s, en verwierp “voorstellen om deze embryo’s te gebruiken voor onderzoek of voor de behandeling van ziekten” omdat deze de embryo’s “louter als ‘biologisch materiaal’ behandelen en tot hun vernietiging leiden.” (Red.: Voor de Nederlandse vertaling van het document Dignitas Personae klik hier, met dank aan www.rkdocumenten.nl)

Zij verwierpen ook het voorstel “dat deze embryo’s ter beschikking zouden kunnen worden gesteld aan onvruchtbare paren” omdat deze praktijk “ook tot andere problemen van medische, psychologische en juridische aard zou leiden”.

De Congregatie voor de Geloofsleer schreef in het document Donum Vitae uit 1987 dat zelfs een procedure voor IVF en embryotransfer die “vrij is van elk compromis met betrekking tot de abortieve praktijk van het vernietigen van embryo’s en m.b.t. masturbatie, een techniek blijft die moreel ongeoorloofd is, omdat zij de menselijke voortplanting de waardigheid ontneemt die bij haar past en eigen is aan haar natuur”. (Red.: Voor de Nederlandse vertaling van het document Donum Vitae klik hier, met dank aan www.rkdocumenten.nl)

Met betrekking tot het idee van “prenatale adoptie” om de embryo’s te redden die in IVF-klinieken liggen ingevroren, noemde Dignitas Personae het voorstel “lovenswaardig met het oog op de intentie het menselijk leven te respecteren en te verdedigen”, maar concludeerde dat het “echter verschillende problemen met zich meebrengt”.

In een persconferentie kort na de publicatie van Dignitas Personae zei aartsbisschop Rino Fisichella, destijds hoofd van de Pauselijke Academie voor het Leven, dat het Vaticaan embryo-adoptie niet volledig uitsluit, maar neigde naar dat standpunt omdat toekomstige ouders gedwongen worden deel te nemen aan een immoreel proces.

Ongeoorloofde daad of radicale gastvrijheid?

In een brief uit 2009, kort na Dignitas Personae, erkende de Amerikaanse katholieke bisschoppenconferentie “ernstige morele bezwaren” tegen embryo-adoptie, “vooral omdat de vrouw van het adoptiepaar hierdoor een embryonaal kind in haar schoot moet opnemen dat niet door haar lichamelijke vereniging met haar man is verwekt”.

De bisschoppen schreven dat “het leergezag van de Kerk de morele aandachtspunten die aan deze praktijk verbonden zijn heeft onderkend. Het verschrikkelijke lot van in de steek gelaten ingevroren embryo’s onderstreept de noodzaak voor onze samenleving om een einde te maken aan praktijken zoals IVF die regelmatig zoveel ‘reserve’ of ongewenste menselijke wezens voortbrengen.”

Dr. G. Kevin Donovan, bio-ethicus en voormalig directeur van het Pellegrino Center for Clinical Bioethics aan de Georgetown University Medical School, vertelde het Register dat in de discussie over het lot van deze ingevroren embryo’s het dilemma is dat “er een onrechtmatigheid is begaan door ze tot leven te wekken, en het zou een andere morele onrechtmatigheid vereisen om ze in een situatie te brengen waarin hun leven veilig kan worden voortgezet.” In het licht hiervan “moet je zeggen: ‘Wat is hier het grootste onrecht in deze situatie: ze eeuwig ingevroren laten of doorgaan met implanteren, wat op zichzelf niet de juiste weg naar voortplanting is?”

Hij geloofde, dat er een scenario zou kunnen zijn waarbij embryo-adoptie “zo wordt opgezet dat het een daad van zuivere naastenliefde zou zijn” en “het eigenbelang” van de betrokken paren zou zijn verminderd, door degenen die embryo-adoptie zoeken als behandeling voor onvruchtbaarheid – iets wat in Dignitas Humanae verboden is – uit te sluiten en elke poging te vermijden om specifieke geslachtskenmerken of andere eigenschappen van het kind te selecteren. Hij zei dat een dergelijk scenario “het probleem dat wat wij doen een onnatuurlijke en dus ongeoorloofde handeling is, niet helemaal zou omzeilen, maar het redt wel een leven”.

Kent Lasnoski, een bio-ethicus en universitair hoofddocent theologie aan het Wyoming Catholic College, vertelde het Register dat hij embryo-adoptie ziet als een daad van “radicale gastvrijheid” die mogelijk in overeenstemming met de leer van de Kerk kan worden gesteld. Hij zei echter dat het vanwege het huidige gebrek aan helderheid over de kwestie een “veiliger morele positie” is voor katholieke paren om zich te onthouden van daadwerkelijke deelname aan embryo-adoptie zolang hierover in theologische kringen wordt gedebatteerd.

Wat betreft de bezwaren ten aanzien van het scheiden van voortplanting en echtelijke intimiteit, zei Lasnoski dat, naar zijn mening, tegen de tijd dat een echtelijk paar overweegt embryo’s te adopteren, “de voortplanting al heeft plaatsgevonden in haar meest essentiële definitie”, en dat is “gedaan op een manier die de daad al scheidt van de echtelijke gave”. Hij zei dat het “doel van de handeling” van embryo-adoptie niet is “voortplanting met ongepaste middelen”, maar eerder “een werk van barmhartigheid” door de voorwaarden te scheppen waaronder het embryo kan leven.

Volgens CNN overleeft ongeveer 80% van de embryo’s het ontdooiproces. Lasnoski zei dat het overlevingspercentage bij ontdooien “afhangt van de protocollen die worden gebruikt voor het ontdooi-proces” en “van de gezondheid van de moeder en de leeftijd van de moeder en een heleboel verschillende factoren”. Hij zag dat risico als “evenredig aan het geweldige goed dat het kind een kans krijgt om tot wasdom te komen in de baarmoeder en geboren te worden en een volledig leven te leiden en de Heer Jezus te leren kennen en voor eeuwig te leven en gedoopt te worden en de sacramenten te ontvangen.”

Father Tad Pacholczyk, directeur van de onderwijsafdeling van het National Catholic Bioethics Center, had een iets andere mening. Hij vertelde het Register via e-mail dat hij gelooft dat katholieken “nooit betrokken zouden mogen zijn bij embryo-adoptie” vanwege de leer in Dignitas Personae. Hij ziet de praktijk als “waarschijnlijk altijd moreel onaanvaardbaar”.

Father Pacholczyk benadrukte “bezorgdheid over het ontdooiproces van embryo’s zelf, omdat het een stap lijkt te zijn waarbij veel embryo’s omkomen, om nog maar te zwijgen van de stap van het implanteren, die vaak mislukt, wat resulteert in een aanzienlijk verlies van leven ten behoeve van de hele procedure van embryo-adoptie.”

Hij maakte een analogie tussen dat scenario en een scenario waarin “een school met 100 kinderen gegijzeld worden door terroristen, en je een plan bedenkt dat voorspelbaar zou resulteren in de onmiddellijke redding van 60 van de kinderen maar de dood van de overige 40 versus gewoon wachten gedurende zeer lange of zelfs onbepaalde tijd, maar wetende dat alle 100 veilig en in leven bleven in de school, zelfs terwijl je voedsel stuurde om hen te ondersteunen (of vloeibare stikstof om de embryo’s te ondersteunen)”.

Kan een plan dat resulteert in de dood van 40 kinderen, vroeg hij, “echt gezien worden als ‘de juiste weg’?”.

Kunstmatige baarmoeders?

Father Pacholczyk zei dat “het waarschijnlijk altijd zo zal blijven dat er geen moreel legitieme oplossing is voor het lot van ingevroren embryo’s”, tenzij de Kerk ooit kunstmatige baarmoeders zou goedkeuren, wat hij “onwaarschijnlijk” noemde.

Donovan zei dat als kunstmatige baarmoeders werkelijkheid zouden worden, “veel van dezelfde bezwaren tegen dit kunstmatige proces en deze kunstmatige omgeving” zouden kunnen worden aangevoerd als die tegen de adoptie van embryo’s. Hij zei dat ongeacht een dergelijke technologische ontwikkeling, de embryo’s “toch nooit normaal geproduceerd en in de baarmoeder gedragen zullen worden” vanwege “de manier waarop ze al geproduceerd zijn.”

Lasnoski zei dat in het geval van een kunstmatige baarmoeder een nieuw onrecht zou worden geschapen omdat de embryo’s “niet zullen worden gedragen door hun genetische moeder, ze zullen niet worden gedragen door een mens,” en “dat hele proces van dracht is een liefdevolle relatie tussen de moeder en het kind” die onrechtvaardig is om een kind te ontzeggen.

Father Pacholczyk uitte ook de bezorgdheid dat de optie om in de steek gelaten embryo’s te redden, hetzij via een kunstmatige baarmoeder of een adoptiemoeder, “de exploitanten van IVF-klinieken een excuus zou kunnen geven om nog meer embryo’s te produceren en cryogeen op te slaan (ze kunnen later altijd worden ‘gered’)”.

Lasnoski verwees naar een historische analogie om bezwaren omtrent samenwerking met de IVF-industrie aan te kaarten. Hij vergeleek het redden van deze ingevroren embryo’s met de traditie van de kerk om gevangenen te redden in de 12e en 13e eeuw. In die tijd, zei hij, waren er “twee religieuze orden, de Mercedariërs en de Trinitariërs, die geld inzamelden en dan naar moslimlanden gingen om christenen terug te kopen die door piraterij of in oorlogen tot slaven waren gemaakt”.

Als leden van de orde het zich niet konden veroorloven iemand terug te kopen, “zetten ze zichzelf in de gevangenis in ruil voor wie ze niet konden uitkopen.” In deze orden waren mensen “bereid mensen terug te kopen en hun lichaam op het spel te zetten voor deze mensen,” en de Kerk ondersteunde deze praktijk officieel.

Deze reddingsacties verhoogden wel de prijzen voor christelijke slaven, zei hij, en “in zekere materiële zin nemen ze deel aan en werken ze mee aan het kwaad van de moslimpiraterij en het tot slaaf maken van christenen. Niettemin steunde de Kerk dit en zei dat dit een nobele zaak was om te doen.” Op dezelfde manier, zo stelde Lasnoski, kunnen echtparen hun bezwaren uiten tegen het IVF-proces dat het kwaad van de bestaande ingevroren embryo’s heeft veroorzaakt, terwijl ze bereid zijn hun lichaam en geld op het spel te zetten om ze te redden.

Zich blijven uitspreken over de kwestie

Father Pacholczyk zei dat katholieken hun inspanningen moeten richten op “het stopzetten van de lopende band productie en invriezen van menselijke embryo’s die elke dag plaatsvindt in elke grote stad in de VS”. Hij zei dat de Kerk “beter moet onderwijzen en uitleggen waarom in-vitrofertilisatie zelf altijd moreel onaanvaardbaar is”.

Hij zei dat er ook geprobeerd moet worden om “schadebeperkende” wetten aan te nemen, zoals die in Duitsland en Italië, die “het aantal embryo’s dat geproduceerd mag worden tijdens een cyclus van IVF beperken tot een maximum van drie, waarvan er geen mag worden ingevroren en die allemaal in de moeder worden geïmplanteerd.”

Lasnoski zei dat scenario’s waarbij kinderen worden geboren na tientallen jaren te zijn ingevroren, wijzen op “de ernst van het onrecht waar we mee te maken hebben: dat er mensen zijn die als slaaf in ijs zijn gevangen, die 30 jaar of langer geld opleveren voor de vruchtbaarheidsklinieken.” Hij zei dat het “steeds belangrijker wordt voor de Kerk om haar standpunt” over deze kwestie te verduidelijken, en “we zijn het aan deze kinderen verplicht om deze discussie op te lossen.”

Donovan zag ook de urgentie van een duidelijker uitgesproken standpunt van de Kerk in deze kwestie.

“Niet beslissen is tot op zekere hoogte een besluit nemen omdat we weten dat het niet echt waarschijnlijk is dat ze voor altijd bevroren en mogelijk levensvatbaar zullen blijven,” zei hij. “Als je een onvolmaakte, onzekere manier hebt om te proberen deze ingevroren embryo’s te redden als een daad van naastenliefde, gaat dan niet handelen niet gezien worden als een nog groter tekort schieten in naastenliefde?”

Lauretta Brown

 

Lauretta Brown is lid van het redactieteam van het Register in Washington.

Bron: Frozen in Time: Catholic Ethicists Discuss the Fate of the Estimated 1 Million Human Embryos on Ice| National Catholic Register (ncregister.com)

Wilt u meer lezen over ‘In Vitro Fertilisatie (IVF)’  Klik dan hier, of gebruik één van de andere ’tags’ boven- of onderaan deze post.