Benedictus XVI had geregeld dat de geschriften na zijn dood zouden worden gepubliceerd.
Hannah Brockhaus/CNA; Vaticaan; 8 februari 2023
VATICAANSTAD – In een na zijn dood gepubliceerd essay uit 2018 zei paus Benedictus XVI dat een protestants gekleurde opvatting van de Eucharistie en een sterke roep om intercommunie vaak samen voorkomen.
In zijn commentaar op de huidige situatie van het eucharistische leven in de katholieke kerk zei de emeritus paus: “Een proces met grote gevolgen is het bijna volledig verdwijnen van het sacrament van boete en verzoening.”
Ook bestaat er een begrijpen van de communie als louter “een avondmaal”, voegde hij eraan toe. “In een dergelijke situatie van een zeer vergevorderde protestantisering van het begrip van de Eucharistie lijkt intercommunie vanzelfsprekend.”
Benedictus’ essay over de Eucharistie maakt deel uit van een reeks teksten die de emeritus paus schreef na zijn aftreden in 2013. De essays, brieven en beschouwingen zijn verzameld in één enkele bundel, ‘Wat is christendom?’, die vorige maand in het Italiaans werd gepubliceerd.
Volgens de Vaticaanse journalist Sandro Magister had Benedictus XVI geregeld dat de geschriften na zijn dood zouden worden gepubliceerd.
Het Italiaanse tijdschrift L’Espresso publiceerde een uittreksel van een van de essays, een tekst van 17 pagina’s over “de betekenis van de Communie,” die werd voltooid in juni 2018, toen de Kerk in Duitsland debatteerde over intercommunie: of protestantse echtgenoten van katholieken de Eucharistie zouden kunnen ontvangen tijdens de mis.
In zijn essay bracht Benedictus andere momenten in herinnering in de geschiedenis van Duitsland waarop er oproepen waren tot intercommunie en zei dat diezelfde oproepen vandaag de dag soms meer gebaseerd zijn op krachten van buitenaf dan op het verlangen naar eenheid in Christus.
“Vooral tijdens de oorlogsjaren ontstond in het evangelische kamp een scheiding tussen het Derde Rijk en wat men noemde de ‘deutsche Christen’, christen-Duitsers, aan de ene kant en de ‘bekennende Kirche’, de belijdende Kerk, aan de andere kant,” legde hij uit.
De splitsing leidde tot een nieuw akkoord tussen evangelische christenen en de katholieke kerk, zei hij. “Een van de resultaten was een offensief ten gunste van een gemeenschappelijke eucharistische communie binnen de geloofsrichtingen. In deze situatie groeide het verlangen naar een enkel lichaam van de Heer dat tegenwoordig echter zijn sterke religieuze basis dreigt te verliezen en, in een geëxternaliseerde Kerk, meer bepaald wordt door politieke en sociale krachten dan door de innerlijke zoektocht naar de Heer.”
De emeritus-paus beschreef een andere periode, kort na de hereniging van Duitsland, toen een eucharistische handeling, het drinken uit de kelk, werd gebruikt “als een in wezen politieke handeling waarin de eenheid van alle Duitsers manifest werd.”
“Als ik eraan terugdenk, voel ik ook nu nog met grote kracht de vervreemding van het geloof die hieruit voortkwam. En wanneer presidenten van de Bondsrepubliek Duitsland, die tegelijkertijd voorzitter waren van de synoden van hun kerk, regelmatig hardop hebben opgeroepen tot interconfessionele eucharistische communie, zie ik hoe de eis van een gemeenschappelijk brood en een gemeenschappelijke kelk andere doelen kan dienen”, zei hij.
Benedictus XVI wees ook op een groeiende steun, uitgaande van protestantse exegese, voor de opvatting dat Jezus’ maaltijden met zondaren de weg voorbereidden voor het Laatste Avondmaal, waarin hij de Eucharistie instelde.
Er wordt beweerd dat het Laatste Avondmaal, toen, alleen kan worden begrepen op basis van Jezus’ andere maaltijden in het Nieuwe Testament, “maar dat is niet zo,” zei hij.
“Het aanbieden van het lichaam en bloed van Jezus Christus heeft geen direct verband met de maaltijden met zondaars,” legde de emeritus paus uit, eraan toevoegend dat “Jezus Pesach vierde met zijn familie, dat wil zeggen met de apostelen, die zijn nieuwe familie waren geworden.”
“Zo voldeed hij aan een voorschrift dat bepaalde dat pelgrims die naar Jeruzalem gingen zich konden verenigen in gezelschappen die ‘chaburot‘ werden genoemd,” zei hij. “De christenen hebben deze traditie voortgezet. Zij zijn zijn ‘chaboerah‘, zijn familie, die hij gevormd heeft uit zijn gezelschap van pelgrims die samen met hem de weg van het evangelie afleggen door het land van de geschiedenis.”
“Aldus was het vieren van de Eucharistie in de oude Kerk vanaf het begin verbonden met de gemeenschap van gelovigen en daarmee met strikte toegangsvoorwaarden,” zei hij.
Benedictus geeft in het essay ook commentaar op het taalgebruik van katholieken en protestanten.
“In de kerkelijke gemeenschappen die uit de Reformatie zijn voortgekomen, worden de vieringen van het sacrament ‘Avondmaal‘ genoemd,” zei hij.
“In de katholieke kerk wordt de viering van het sacrament van het lichaam en bloed van Christus ‘Eucharistie’ genoemd. Dit is geen toevallig, zuiver taalkundig onderscheid. In het onderscheid tussen de denominaties komt juist een diepgaand verschil tot uiting dat verband houdt met de wijze van begrijpen van het sacrament zelf.”