Laatste advies van Benedictus XVI: begrijp het grote lijden van Jezus @NCRegister Raoul Nidoy
Als de Heilige Eucharistie het centrum is waar omheen ons hart draait, moeten we haar beschouwen om haar genaden te “ontvangen”.
Raul Nidoy; Commentaren; 10 maart 2023
De vastentijd is niet zomaar een liturgisch seizoen erbij. Het is een tijd van overvloedige genade voor een nieuwe bekering, waarin God “ons zuivert door de heilige praktijk van boetedoening”, zoals we tijdens de vastentijd tijdens de mis bidden.
Bovenal leert de vastentijd ons om ons te richten op wat Benedictus XVI beschouwt als “de essentiële gedachte boven alles” van het Tweede Vaticaans Concilie waar we “steeds naar terug moeten keren”: “het paasmysterie als het centrum van wat het is om christen te zijn – en dus van het christelijk leven, het christelijk jaar.”
Als Vaticanum II het meest betekenisvolle pastorale onderricht van onze tijd is, en Benedictus XVI een van de twee mannen (de andere is Johannes Paulus II) die “gezaghebbende sleutels” bieden voor de “juiste interpretatie” ervan, zoals George Weigel poneert, dan is Benedictus’ benoemen van de essentie geen kleinigheid. Het is absoluut belangrijk.
Het is zo belangrijk voor Benedictus dat zijn allerlaatste advies voor ons – zeker voor een briljant persoon als hij een bewust gekozen advies – aangeeft hoe we ons kunnen richten op het paasmysterie, vooral tijdens de veertigdagentijd en Pasen, maar ook gedurende het hele jaar, zodat het ons dagelijks leven kan veranderen. Waarlijk, hij wijst op dit advies als een van zijn bijdragen aan iets groots: “een nieuw begin” in de Kerk.
Zijn laatste advies werd onlangs met veel ophef opnieuw gepubliceerd in zijn laatste boek, het postume What is Christianity? Hier vinden we zijn essay dat de wortels van de crisis van het seksueel misbruik blootlegt. Het is een analyse die ook aan het daglicht brengt wat hij benoemt in zijn Ratzinger Rapport als “de nu dominante mentaliteit” – “de breuk tussen seksualiteit en huwelijk,” de radicale bron van de huidige genderideologie en de ijver voor abortus.
Na de vraag “Wat moet er gedaan worden?” richt Benedictus zich op drie praktische oplossingen die “voorop staan”. Allereerst noemt hij het geloof in een Schepper God, en vervolgens “de vernieuwing van het geloof in de werkelijkheid van Jezus Christus die ons in het Heilig Sacrament wordt gegeven.”
En daaruit vloeit als allerlaatste voort: “Eerst en vooral moeten we bij hem zweren en hem vragen ons allen opnieuw de grootsheid van zijn lijden, zijn offer, te leren begrijpen.”
Het is een advies dat zijn vele inzichten destilleert, zoals zijn ontelbare werken, volgens Scott Hahn, “neerkwamen op zijn laatste woorden”: Signore, ti amo; Heer, ik hou van u.
Om zijn advies te doorvorsen, moet je eerst de niet-Pelagiaanse toon ervan opmerken. De sleutel is vertrouwen en vragen. En we moeten niet eerst vragen om onze handeling, maar om een handeling van God: dat hij “ons leert”. Dit is de Benedictus van weleer die er in zijn Inleiding tot het Christendom op wijst dat de “basisinhoud” van het christelijk leven het primaat van het ontvangen is boven het handelen: “Voor zijn ‘verlossing’ is het de bedoeling dat de mens vertrouwt op ontvangen.”
Vervolgens gaat hij over tot de specifieke handeling die wij vragen te mogen leren: “om de grootsheid van zijn lijden, zijn offer te begrijpen.” Dit grijpt terug op Jezus’ voorspelling van zijn lijden: “Maar eerst moet Hij veel lijden (Lucas 17:50);” en zijn verklaring als de verrezen Christus: “Moest de Messias dat alles niet lijden (Lucas 24:26).”
Benedictus raadt ons dus aan om ons de geïncarneerde manier van verlossen van Jezus, waar de heilige Johannes Paulus II sterk de nadruk op legt, opnieuw te laten onderwijzen: het is juist door te lijden dat Jezus ons verlost. Of zoals Benedictus XVI het zegt in Jezus van Nazareth: in het lijden van Jezus wordt het vuil van de wereld weggevaagd in de pijn van oneindige liefde.
Grote pijn is Gods gekozen weg omdat, zoals de onder leiding van Ratzinger samengestelde catechismus verduidelijkt: “Het hart wordt bekeerd door te kijken naar hem die wij hebben doorboord.” Het is door “het ontdekken van de grootheid van Gods liefde dat ons hart geschokt wordt door de gruwel en het gewicht van de zonde en begint te vrezen God te beledigen door de zonde (KKK 1432).”
In zijn tweede vastenboodschap als paus stelt hij het lijden van Jezus gelijk aan “waanzinnige eros (vert.: verlangende, romantische liefde)”. In een verbluffende lering zegt Benedictus dat deze “openbaring van Gods eros voor de mens in werkelijkheid de hoogste uitdrukking is van zijn agape (vert.: onvoorwaardelijke, opofferende, perfecte liefde).” De meest grootse manier waarop God zichzelf geeft is door zijn krankzinnige verlangen naar ons te tonen door middel van zijn pijnen!
Om ons te begeleiden bij hoe het paasmysterie centraal te stellen, laat Benedictus in Jezus van Nazareth zien dat het kruis van Jezus zijn hele leven verlicht: zijn wikkeldoeken, zijn doopsel, de paradoxen van de zaligsprekingen, het Koninkrijk van God en andere moeilijk te ontcijferen zaken worden begrijpelijk wanneer Jezus’ kruis centraal staat.
Benedictus kwam zelfs met een nieuwe en volgens hem ultieme manier om de cryptische tweede zaligspreking te begrijpen: “Aan de voet van Jezus’ kruis begrijpen we beter dan waar ook wat het betekent om te zeggen ‘zalig zij die rouwen, want zij zullen getroost worden’.”
Vergeet niet dat het laatste advies van Benedictus werd gegeven in het kader van de vernieuwing van het geloof in de Eucharistie. Met de Kerk ziet Benedictus dit als het sacrament van de liefde, van Jezus’ dood en verrijzenis, en als “het gedenkteken van zijn lijden”, een aanwezig stellen en herinneren van Jezus’ lijden.
En dus is onze “actieve deelname” hier niet “louter uitwendige activiteit”. Het gaat om “een groter bewustzijn van het mysterie dat gevierd wordt en zijn relatie tot het dagelijks leven”.
Dit punt wordt duidelijk in de leer van heiligen als pater Pio, een van degenen die het lijden van Christus het meest begrepen: “Als je met devotie en met vrucht wilt assisteren in de Mis, denk dan aan de bedroefde Moeder aan de voet van Golgotha.” “Verplaats jezelf in gedachten naar Golgotha.”
Het is cruciaal om dit goed te begrijpen. Als de Eucharistie “het hoogtepunt” is van Gods heiligmakende handeling (KKK 1325) en het centrum waar onze gedachten en harten omheen draaien, dan is het van het grootste belang dat we haar zo goed mogelijk beschouwen om haar genaden te “ontvangen”.
Zoals paus Franciscus onlangs benadrukte in zijn Brief over de Liturgie: “Als het ons ontbreekt aan verwondering over het feit dat het paasmysterie aanwezig wordt gesteld in de concreetheid van de sacramentele tekenen, dan zouden we werkelijk het risico lopen ondoordringbaar te zijn voor de oceaan van genade die elke viering overspoelt.”
Toch staan Jezus’ lijden, offer en verrijzenis niet alleen tijdens de Mis, de biecht en de andere sacramenten centraal, noch alleen tijdens de vastentijd en Pasen, maar ook in ons dagelijks werk, gebed en strijd. De heiligen “staakten gewillig hun staren naar hun eigen wonden”, predikt Benedictus, “en staarden alleen nog naar de wonden van hun Heer.”
Dit “alleen” is een echo van Paulus: ” Ik had mij voorgenomen u geen enkele wetenschap te brengen dan die van Jezus Christus en zijn kruis (1 Korintiërs 2:2)”.
Uit deze bijbelse wijsheid vloeit de overtuiging voort van de heiligen die net als Benedictus XVI superlatieven gebruiken om te getuigen van “Gods kracht (1 Korintiërs 1:18, 24)” die werkzaam is in de Gekruisigde, de Almachtige God.
“Bonaventura zegt: “Er is geen praktijk die heilzamer is voor de volledige heiliging van de ziel dan het veelvuldig mediteren over het lijden van Jezus Christus. “Het beste en heiligste,” beweert de heilige Paulus van het Kruis, “is te denken aan het allerheiligste Lijden van onze Heer en daarover te bidden.”
“De passie van Christus volstaat volledig om ons leven vorm te geven,” merkt de heilige Thomas op. “Want het kruis belichaamt elke deugd.”
En tegenover elke verleiding “is de beste manier om te overwinnen”, leert de heilige Franciscus van Sales, “de tegenovergestelde deugd uit te voeren en je eenvoudigweg met je hele hart naar de gekruisigde Jezus Christus te wenden en liefdevol zijn heilige voeten te kussen.”
En voor onze pijnvermijdende wereld, zoals de toenmalige kardinaal Ratzinger onze cultuur beschreef, ligt het geheim besloten in zowel de vastentijd als de christelijke zelfverloochening door het hele jaar heen te omarmen: “Alle grootste pijnen worden zoet,” leert de heilige Maria Magdalena van Pazzi, die in haar leven veel leed, “als we Jezus aan het kruis beschouwen.”
Benedictus verduidelijkt ook dat in de Verrezen Jezus met wie wij elke dag omgaan en spreken, Jezus’ lijden “aanwezig” is, omdat de “Verrijzenis geen gebeurtenis op zich is, los van zijn dood”. … Zelfs als de Verrezene draagt hij zijn wonden.”
Tijdens de mis zag de heilige Faustina “de Heer Jezus middenin zijn lijden, alsof hij stierf aan het kruis” waarbij hij haar vertelde: “Je maakt het mij het meest naar de zin als je mediteert over mijn smartelijk lijden.” Hiermee legt Jezus precies de vinger op een praktijk die ook door de catechismus van het Concilie van Trente aan geestelijke herders wordt voorgehouden om “volhardend” toe aan te sporen: “Denk vaak na over het lijden dat ik voor u heb ondergaan.”
Hoe kan dit onze door seks gedomineerde cultuur verhelpen?
In de introductie van zijn antwoord over “wat er gedaan moet worden” stelt Benedictus: “De tegenkracht tegen het kwaad, dat ons en de hele wereld bedreigt, kan uiteindelijk alleen bestaan in het binnengaan in deze liefde” – Gods liefde voor ons.
En zo kunnen we op basis van Benedictus XVI’s gedachtegang in Deus Caritas Est zeggen: Veelvuldig mediteren over de grootsheid van Jezus’ lijden is “een contact met de zichtbare manifestaties van Gods liefde” dat “in ons een gevoel van vreugde kan opwekken dat voortkomt uit de ervaring geliefd te zijn”. Door ons hart te richten op Jezus’ “ultieme liefdesdaad” ervaren we elke dag de grootst mogelijke vreugde – “de zoetste en meest onweerstaanbare drijfveer die ons hart kan verlevendigen”, in de woorden van Franciscus van Sales. En voortdurend vervuld van deze “geestelijke vreugde” van de hoogste soort, zullen wij niet “overgaan tot zinnelijke genoegens”, overeenkomstig het inzicht van de heilige Thomas van Aquino.
Toch is deze focus op het historische lijden van de Verrezen Christus niet alleen een rem op de zonde. Het is het brandpunt van Jezus’ leven – de manier waarop hij “alle mensen tot zich trekt” (vgl. Johannes 12,32). Ons verlossen door te lijden, zo leert de catechismus die de kerkvaders samenvat, was “de eigenlijke reden” waarom God mens werd (607).
Zoals ik schreef in mijn boek Jesus-Centered: Guide to the Happiest Life, geïnspireerd door Benedictus XVI’s inzicht in “de essentiële gedachte boven alles” van Vaticanum II: “Als Jezus het centrum van ons leven is, en zijn leven is gecentreerd in zijn paasmysterie, dan is Jezus’ paasmysterie – een gebeurtenis die plaatsvond in het geografische centrum van de wereld – het centrum van het centrum van ons leven.”
Moge Benedictus XVI, en alle op het lijden gerichte heiligen, Jezus vragen “ons allen opnieuw te leren de grootheid van zijn lijden, zijn offer te begrijpen”, zodat dit misschien kan bijdragen aan “een nieuw begin” in de Kerk van de Gekruisigde en Verrezen Christus.
Raul Nidoy Raul Nidoy is directeur communicatie voor Opus Dei in de Filippijnen en de auteur van Jesus-Centered: Guide to the Happiest Life.
Keywoorden: | Agape | Focus op het historische lijden | Golgotha | H.Eucharistie | H.Faustina | Lijden | Ons Hart | Paas mysterie | Paus Benedictus XVI | Pijnvermijdende wereld | Raul Nidoy | Seksueel misbruik | Tweede zaligspreking | Vastentijd | Vaticanum II | ‘What is Christianity’|
Wilt u nog meer lezen of horen over de ‘Agape‘? Klik dan hier , of gebruik één van de andere ’tags’ boven- of onderaan dit artikel
230311 | [XLS000] |