De Maltese prelaat is sinds 2018 adjunct-secretaris bij de Congregatie voor de Geloofsleer.
Edward Pentin; Vaticaan; Februari 15, 2022
VATICAANSTAD – Een Maltese prelaat die de afgelopen twee decennia een leidende rol heeft gespeeld bij de aanpak van de crisis rond seksueel misbruik door geestelijken in de kerk, wordt getipt als mogelijke opvolger van kardinaal Luis Ladaria als prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer (CDF).
Aartsbisschop Charles Scicluna van Malta, een canonist die de misdaad van seksueel misbruik door geestelijken in de universele kerk heeft onderzocht en vervolgd, is sinds 2018 tegelijkertijd zowel aartsbisschop van Malta als adjunct-secretaris bij de CDF.
Kardinaal Ladaria, 77, uit Spanje, zal naar verwachting binnenkort met pensioen gaan, mogelijk in juli, waardoor aartsbisschop Scicluna zijn waarschijnlijke opvolger wordt bij het leiden van de oudste en waarschijnlijk meest prestigieuze en belangrijke van alle Vaticaanse congregaties, die verantwoordelijk zijn voor het beschermen en bevorderen van geloof en moraal in de hele katholieke kerk.
De werkzaamheden van de CDF omvatten ook een disciplinaire afdeling die verantwoordelijk is voor het onderzoeken van gevallen van “ernstige misdrijven”, de ernstigste misdaden in de Kerk, zoals tegen de Eucharistie en de heiligheid van het biechtsacrament – en, sinds 2001, het seksueel misbruik van minderjarigen.
De dicasterie heeft ook een derde afdeling, die zich bezighoudt met huwelijkszaken, maar een pauselijk decreet, Fidem Servare (Bewaren van het Geloof), ondertekend op 11 februari, zal dat ambt overhevelen naar het leerstellige onderdeel. Het decreet is bedoeld om lering een prominentere plaats te geven in de dicasterie, nadat disciplinaire zaken voorrang hadden gekregen vanwege misbruikzaken in de afgelopen jaren.
De ouders van Charles Judas Scicluna, die op 15 mei 1959 in Toronto werd geboren, emigreerden kort daarna naar Malta, waar hij op katholieke scholen werd opgeleid voordat hij rechten ging studeren aan de Universiteit van Malta, waar hij in 1984 afstudeerde als doctor in de rechten.
Na het seminarie op het eiland in de Middellandse Zee werd hij in 1986 tot priester gewijd. Daarna studeerde hij canoniek recht aan de Pauselijke Gregoriaanse Universiteit in Rome, waar hij in 1991 een doctoraat behaalde met een specialisatie in jurisprudentie.
Hij keerde terug naar Malta om te werken als verdediger van het verbond bij het Malta Metropolitan Tribunal, doceerde pastorale theologie en canoniek recht aan de Universiteit van Malta, en was pastoor in een parochie. Na een korte periode als vicerector van het Maltese seminarie van 1994 tot 1995 werd hij teruggeroepen naar Rome om te gaan werken bij het Hooggerechtshof van de Apostolische Signatuur, het hoogste gerechtshof van de Kerk, als plaatsvervangend promotor van het recht.
In die tijd was hij ook postulator voor de zaak van de zalig- en heiligverklaring van Dun Ġorġ Preca (1880-1962), stichter van de Sociëteit voor Christelijke Leer, die paus Johannes Paulus II “Malta’s tweede vader in het geloof” noemde en die Benedictus XVI in 2007 heilig verklaarde.
Onderzoeker naar misbruik door geestelijken
Van 2002 tot 2012 diende toenmalig mgr. Scicluna onder kardinaal Joseph Ratzinger en later kardinaal William Levada als de promotor van gerechtigheid, of hoofdaanklager, van het Vaticaan in een tijd dat seksuele misbruikzaken van geestelijken schokgolven veroorzaakten over de hele wereld, vooral in de Verenigde Staten.
Zijn onderzoeken in die tijd kregen de meeste aandacht vanwege de in ongenade gevallen oprichter van de Legionairs van Christus, pater Marcial Maciel Degollado. Zijn bevindingen leidden ertoe dat Benedictus pater Maciel in 2006 uit zijn actieve ambt ontzette.
In zijn rol als promotor van gerechtigheid werd aartsbisschop Scicluna in 2010 ook het opstellen van universele normen toevertrouwd, die de statuten van de kerk uitbreidden m.b.t. verjaringstermijnen voor het melden van gevallen van seksueel misbruik en de categorie van kerkelijke misdrijven verbreedden om ook seksueel wangedrag met een gehandicapte volwassene en het bezit van kinderpornografie daarin op te nemen.
Als hoofdaanklager van het Vaticaan veroordeelde toenmalig Mgr. Scicluna onomwonden het misbruik dat mede door zijn onderzoek aan het licht was gekomen. Bij een gebedsdienst in de Sint Pietersbasiliek sprak hij in 2010 priesters toe en veroordeelde de vele zonden in de Kerk, zoals arrogantie, onverzadigbare ambitie en “de tirannie en onrechtvaardigheid van hen die het ambt misbruiken om hun carrière te bevorderen, om te pronken, vanwege futiele en miserabele redenen van ijdelheid.”
Hij haalde de waarschuwing van Jezus aan tegen het bederven van de jeugd, dat wie “een van deze kleinen, die in mij geloven, doet zondigen, het ware beter voor hem, als er een grote molensteen om zijn nek werd gehangen en hij in zee werd geworpen” (Marcus 9,42).
In 2012 bekritiseerde Mgr. Scicluna de neiging om misbruikzaken in de Kerk in de doofpot te stoppen, hij omschreef het als een “dodelijke cultuur van zwijgen”, een vorm van omertà (zwijgplicht gebruikt door de maffia om zichzelf te beschermen tegen vervolging) en hij riep op tot een grotere inzet om verantwoording af te leggen. Vanwege zijn erkende reputatie als Vaticaanse aanklager, vertrouwde paus Franciscus aartsbisschop Scicluna in 2018 een onderzoek toe naar een seksueel misbruikschandaal in Chili, door hem naar het land te sturen om beschuldigingen te onderzoeken – die de Heilige Vader aanvankelijk had ontkend – dat de Chileense bisschop Juan Barros getuige was geweest van gevallen van misbruik en deze had genegeerd.
Het onderzoek van de Maltese prelaat leidde tot een dossier van 2.300 pagina’s met getuigenissen die wijdverspreid misbruik in het land onthulden en leidde ertoe dat Franciscus zich verontschuldigde voor “ernstige fouten” die hij naar eigen zeggen had gemaakt als gevolg van een gebrek aan “waarheidsgetrouwe en evenwichtige informatie.”
Terugkeer naar Malta
De ambtstermijn van de aartsbisschop als promotor van gerechtigheid eindigde in 2012, toen Benedictus XVI hem benoemde tot hulpbisschop van Malta, een functie die hij bekleedde tot 2015, toen Franciscus hem benoemde tot aartsbisschop van hetzelfde bisdom.
Sommige bronnen die op de achtergrond met het Register hebben gesproken, vragen zich af of een canonist wel geschikt is om aan het hoofd te staan van een dicasterie waarvan de belangrijkste expertise theologisch is. Maar vrienden en bekenden in Malta geloven, dat hij een capabele prefect zou zijn en beschrijven hem als een overtuigende en meelevende prediker en een bruggenbouwer met een goed gevoel voor humor, die kritiek op zijn waarde weet te schatten en aandacht heeft voor de behoeften van mensen.
“Aartsbisschop Scicluna is een man van diepe spiritualiteit, integriteit, visie en een uitstekend luisteraar, niet alleen naar personen, maar ook naar het woord van God en de tekenen des tijds”, aldus Nadia Delicata, hoogleraar moraaltheologie aan de Universiteit van Malta.
Gedurende zijn tijd als aartsbisschop van Malta kreeg hij te maken met een aantal crises, waaronder een daling in kerkbezoek en roepingen, evenals de moordaanslag in 2017 op Daphne Caruana Galizia – een onderzoeksjournaliste wier moord een licht liet schijnen op corruptie van de overheid in Malta, waardoor het land in de grootste politieke crisis werd gestort die het ooit heeft meegemaakt.
“Ongetwijfeld hebben deze crises aartsbisschop Scicluna’s karakter op de proef gesteld,” vertelde André DeBattista, een Maltese politicoloog en auteur, aan het Register. “Op het hoogtepunt van de politieke crisis was Scicluna een van de weinige – zo niet de enige – van de nationale leiders die de morele autoriteit had om de waarheid te zeggen tegen de macht.”
Hij deed dat, zei DeBattista, “door corruptie, slecht bestuur en verrotting in de hoogste echelons van de macht aan de kaak te stellen.” De bijdrage van de aartsbisschop werd weliswaar niet door iedereen goed ontvangen, maar “versterkte de rol van de kerk in Malta als een relevante stem, die veel kan bijdragen aan de nationale discussie”, voegde DeBattista eraan toe.
Tijdens de COVID-19 gezondheidscrisis nam de aartsbisschop regelmatig deel aan televisieoptredens die hem dichter bij de mensen brachten, merkte pater Joseph Borg op, docent media en communicatie aan de Universiteit van Malta. “Aartsbisschop Scicluna’s beste talent is zijn gave van communicatie,” zei hij, eraan toevoegend dat “zijn woorden eenvoudig zijn, maar nooit simplistisch” en dat hij “de meest complexe en obscure geloofsartikelen op een duidelijke en zeer nuchtere manier kan verwoorden.”
Controverses over de leer
Maar de Maltese prelaat heeft te maken gehad met kritiek over een aantal kwesties, het meest uitgesproken m.b.t. leerstellige standpunten. In 2017 publiceerde hij, samen met Malta’s tweede bisschop, toenmalig bisschop (nu kardinaal) Mario Grech van Gozo, richtlijnen over de interpretatie van hoofdstuk 8 van paus Franciscus’ apostolische exhortatie van 2016, Amoris Laetitia (De vreugde van de liefde). Het document veroorzaakte internationale verontwaardiging onder sommige theologen, canonisten en anderen, die betoogden dat het in tegenspraak was met eerdere pauselijke leer, en ook in strijd met het kerkelijk recht en de Catechismus.
Een belangrijke omstreden passage was hun interpretatie dat Amoris Laetitia sommige hertrouwd gescheidenen toestaat de heilige communie te ontvangen na een periode van onderscheiding, met een geïnformeerd en verlicht geweten, en als zij “in vrede zijn met God”.
Aartsbisschop Scicluna verdedigde de richtlijnen door te zeggen dat ze “in overeenstemming waren met Amoris Laetitia” en ook “de interpretatie volgden die de paus had goedgekeurd”. Maar veel lokale geestelijken waren niet overtuigd en klaagden over een hardhandig optreden tegen iedereen die de interpretatie van Amoris Laetitia van hem en bisschop Grech niet wilde onderschrijven (aartsbisschop Scicluna bevestigde tegenover het Register dat hij seminaristen had verteld dat als ze het niet eens waren met paus Franciscus, ze vrij waren om te vertrekken).
In 2019 duurde de controverse nog steeds voort. Pro Malta Christiana (PMC), een katholieke vereniging van leken, stelde een 66 pagina’s tellend boekje samen waarin zij de “duidelijk ketterse interpretatie van de apostolische exhortatie” aan de kaak stelde. Philip Beattie, voorzitter van de vereniging, vertelde het Register op 21 januari dat noch aartsbisschop Scicluna noch bisschop Grech “in staat waren ook maar één woord of komma van ons boekje op leerstellige gronden te weerleggen”.
Pater Hector Scerri, universitair hoofddocent theologie aan de Universiteit van Malta, benadrukte tegenover het Register dat aartsbisschop Scicluna “de leer van de Kerk heeft verdedigd over het christelijk huwelijk, onze zorg voor het milieu, de menselijke waardigheid, de bescherming van het leven vanaf de conceptie tot het natuurlijke einde, en een groot aantal andere morele en ethische kwesties die de laatste tien jaar in Malta aan de orde zijn geweest”.
Hij zei, dat zijn standpunt over Amoris Laetitia “laat zien dat hij perfect op dezelfde golflengte zit als paus Franciscus” en dat de richtlijnen “focussen op de belangrijke missie van de Kerk in het begeleiden van individuen in welke situatie ze zich ook bevinden.”
Aartsbisschop Scicluna is ook onder vuur komen te liggen voor het sluiten van kerken gedurende de Heilige Week, in respectievelijk 2020 en 2021, tijdens de COVID-19 crisis. Deze maatregel werd opnieuw sterk bekritiseerd door Pro Malta Christiana, die in juni 2020 een paginagrote advertentie plaatste in de Malta Independent on Sunday, waarin de vereniging beargumenteerde waarom zij de maatregel onrechtvaardig achtte, schadelijk voor de zielen en in strijd met de “veronderstelde volledige scheiding tussen Kerk en Staat”.
Tegelijkertijd deed de vereniging een kinderlijk pleidooi aan de bisschoppen van Malta om de Maltese eilanden publiekelijk toe te wijden aan het Heilig Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria, maar de aartsbisschop “zweeg hierover en gaf geen antwoord op het verzoek van PMC,” aldus Beattie.
Homoseksualiteit
Een andere terugkerende controverse is aartsbisschop Scicluna’s benadering van homoseksualiteit geweest. Tijdens de Vaticaanse top over misbruik in 2019 zei aartsbisschop Scicluna, als een van de belangrijkste organisatoren van de top, dat heteroseksualiteit en homoseksualiteit “menselijke omstandigheden zijn die we erkennen, die bestaan. Maar ze zijn niet iets dat echt predisponeert tot zonde.” Hij zei ook dat een homoseksuele subcultuur in seminaries geen verband houdt met het seksueel misbruik van minderjarigen.
Op 6 januari vaardigde hij een formele waarschuwing uit tegen een Maltese priester voor wat hij noemde “opruiende en kwetsende opmerkingen” tegen homoseksualiteit op Facebook. Pater David Muscat heeft onschuldig gepleit wat betreft beschuldigingen van haatzaaien. Twee jaar eerder had aartsbisschop Scicluna toegestaan dat een andere Maltese priester zich op televisie positief uitliet over homoseksualiteit en stelde hij de uitlatingen van de priester nooit publiekelijk aan de kaak, ondanks smeekbeden van Maltese gelovigen.
De aartsbisschop sprak zich in 2015 en 2016 publiekelijk uit tegen “bekeringstherapie”; en in 2014 gaf hij “formele toestemming” aan Drachma, een groep die campagne voert voor acceptatie van het “huwelijk” tussen mensen van hetzelfde geslacht in de kerk, om bijeenkomsten te houden. Vorige maand had hij opnieuw een ontmoeting met de groep, die hem prees voor een “positief en soepel gesprek”. Aartsbisschop Scicluna gaf naar verluidt ook eens een speciale zegen aan een voormalige priester die “getrouwd” is met een andere man; en in 2019 keurde hij onbedoeld een tweet goed waarin de “gay pride”-parade van New York werd onderschreven.
Pater Scerri zei dat de benadering van aartsbisschop Scicluna “ten opzichte van homoseksuele personen gericht is op hen begeleiden,” eraan toevoegend dat hij in een recente homilie “herhaaldelijk benadrukte dat homo’s deel uitmaken van onze familie, en dat ze al ons respect verdienen.” Pater Scerri zei, dat de aartsbisschop “zelfs zijn verontschuldigingen heeft aangeboden voor al die gevallen waarin de Kerk of haar leden deze broeders en zusters op enigerlei wijze hebben gekwetst door ongevoelige uitspraken”.
Wijdverspreide waardering
Ondanks de bezorgdheid is er wijdverbreide waardering voor de aartsbisschop vanwege zijn staat van dienst op het gebied van de aanpak van het misbruik van minderjarigen.
“Het spreekt vanzelf dat zijn dienstwerk in de strijd tegen seksueel misbruik internationaal bekend en geprezen wordt,” zei pater Borg, die eraan toevoegde dat de kerk in Malta “al duidelijke en effectieve richtlijnen had, maar Scicluna versterkte de structuren die de kwetsbaren beschermen, in de eerste plaats de kinderen.”
“Zijn benoeming in het Vaticaan zou een verlies zijn,” zei hij, “maar we wisten allemaal dat het zou gebeuren, vroeg of laat.”
Edward Pentin begon zijn verslaggeving over de Paus en het Vaticaan bij Vatican Radio voordat hij de correspondent voor Rome werd voor EWTN’s National Catholic Register. Hij heeft ook verslag gedaan over de Heilige Stoel en de Katholieke Kerk voor een aantal andere publicaties waaronder Newsweek, Newsmax, Zenit, The Catholic Herald, en The Holy Land Review, een Franciscaanse publicatie gespecialiseerd in de Kerk en het Midden Oosten. Edward is de auteur van The Next Pope: The Leading Cardinal Candidates (Sophia Institute Press, 2020) en The Rigging of a Vatican Synod? An Investigation into Alleged Manipulation at the Extraordinary Synod on the Family (Ignatius Press, 2015). Volg hem op Twitter op @edwardpentin.
Keywoorden: | Aartsbisschop Charles Scicluna | Amoris Laetitia | Canoniek recht | Congregatie van de geloofsleer | Edward Pentin | Fidem Servare | H.Dun Ġorġ Preca | Homosexualiteit | LGBT Agenda | Lumen Gentium | Malta | NCRegister | Paus Franciscus | Pro Malta Christiana | Theologie
Wilt u meer lezen over bijvoorbeeld ‘Homosexualiteit‘? Klik dan hier of gebruik een van de ’tags’ boven aan het artikel