Het ‘Pastoraal Concilie’ en de ineenstorting van het katholieke geloof in Nederland @NCRegister @Solena_Tad
Deze nationale gebeurtenis die op eigen initiatief plaatsvond in de nasleep van Vaticanum II en die door commentatoren wordt vergeleken met het Duitse Synodale Pad, wordt beschouwd als een katalysator voor de massale ontkerstening van het land in de afgelopen decennia.
Solène Tadié’; Wereld; 1 februari 2023
De laatste rapporten en statistieken uit Nederland over actieve godsdienstbeoefening laten weinig ruimte voor optimisme.
De gegevens die voorafgaand aan het ad limina bezoek van de Nederlandse bisschoppen in november werden gepubliceerd, schatten het aantal praktiserende katholieken in het land op slechts 2,7% in 2022 .
En volgens gegevens van de “World Values Survey” die in januari werden geanalyseerd door het Center for Applied Research in the Apostolate, is deelname aan misvieringen in Nederland het laagste onder 36 landen met een grote katholieke bevolking, met slechts 7% van zich als katholiek identificerende personen die wekelijks de mis bijwonen.
Hoewel deze trend deel uitmaakt van een Europese context van wijdverspreide ontkerstening, lijkt het land te lijden onder een diepere afkeer van het katholieke geloof dan buurlanden. Sommige deskundigen zien deze vrije val van het geloof als een rechtstreeks gevolg van het nationale “Pastoraal Concilie van Noordwijkerhout” dat in de jaren zestig werd gehouden in de nasleep van het Tweede Vaticaans Concilie, onder leiding van geestelijken en theologen die de Kerk wilden moderniseren door haar leer te veranderen.
Volgens het laatste rapport van de Nederlandse bisschoppen zijn rooms-katholieken nu weliswaar de grootste groep christelijke gelovigen (20,8%) in dit land met een sterke calvinistische traditie, maar daalde het aantal praktiserende katholieken tijdens de gezondheidscrisis tussen 2019 en 2022 met meer dan een derde (36%). Eerder was de jaarlijkse daling ongeveer 6%.
Naast andere alarmerende cijfers daalde het aantal doopplechtigheden van 19.680 in 2012 naar 6.310 in 2021, en het aantal katholieke huwelijken daalde in dezelfde periode van 2.915 naar 660.
Een paar maanden eerder kondigde het bisdom Amsterdam aan dat meer dan 60% van zijn kerken in de komende vijf jaar zou sluiten vanwege de daling van het aantal gelovigen, het gebrek aan congregaties en donaties.
De wortels van een ernstige bloeding
In een interview met het Register zei kardinaal Willem Eijk, primaat van Nederland, dat alle bisdommen in het land door de sluitingen werden getroffen en dat het slechts een kwestie van tijd was voordat het verval zich zou manifesteren.
Volgens de Nederlandse kardinaal is het verval van de Kerk in Nederland terug te voeren op gebeurtenissen in het midden van de jaren zestig, met als onmiddellijk gevolg dat in slechts één decennium, tussen 1965 en 1975, het kerkbezoek met de helft daalde. Deze dramatische trend zette zich gestaag voort tot vandaag, zij het op een minder drastische manier dan in het eerste decennium. De bijna 60 jaar van constante erosie van het geloof hebben kardinaal Eijk tot de bittere conclusie gebracht dat “Christus voor de meeste Nederlanders vandaag de dag een vrijwel onbekende figuur is geworden.”
“In de tweede helft van de jaren zestig,” vertelde kardinaal Eijk aan het Register, “besloot een grote groep jonge mensen, inmiddels grootouders, niet meer op zondag naar de kerk te gaan.”
“Zij gaven het geloof in Christus niet of nauwelijks door aan hun kinderen, laat staan aan hun kleinkinderen. Oudere katholieken sterven, en jonge katholieken laten in de meeste gevallen hun kinderen niet meer dopen.”
De snelle toename van de welvaart in het land en in andere Noord-Europese buurlanden in die tijd, die de opkomst van zeer individualistische samenlevingen bevorderde, verklaart dit verschijnsel, zei hij, aangezien transcendentie en het behoren tot een gemeenschap niet langer een noodzaak waren.
De katalyserende rol van het Pastoraal Concilie van 1966
Maar hoe valt de ineenstorting te verklaren die specifiek het decennium 1965-1975 in het land kenmerkte?
Geconfronteerd met deze terugkerende vraag stellen sommige geleerden van de Kerk in Nederland in de 20e eeuw dat de diepe crisis van het geloof in het land niet kan worden begrepen zonder te kijken naar wat men zich herinnert als het “Pastoraal Concilie”, een belangrijke katholieke gebeurtenis die plaatsvond tussen 1966 en 1970 in Noordwijkerhout, een stadje in het westen van Nederland, in vervolg op het Tweede Vaticaans Concilie.
Een van hen is de theoloog en kerkhistoricus mgr. Paul Hamans, auteur van een aantal publicaties over dit onderwerp, waaronder Het Pastoraal Concilie van de Nederlandse kerkprovincie (1966-1970).
In een interview met het Register vertelt Mgr. Hamans dat de Nederlandse bisschoppen na de afsluiting van het Tweede Vaticaans Concilie bij hun terugkeer uit Rome aan het Pastoraal Instituut van de Nederlandse Kerkprovincie, bekend onder het Nederlandse acroniem PINK, de speciale taak hebben toevertrouwd om de nationale uitvoering van de besluiten van het Concilie te coördineren. PINK lanceerde op zijn beurt een “Pastorale Raad”, die bestond uit een reeks openbare bijeenkomsten en raadplegingen met theologen en andere lekenexperts met verschillende achtergronden, waarbij verschillende heterodoxe voorstellen voor een vernieuwing van het katholieke geloof naar voren werden gebracht.
“PINK en een aantal theologen vonden dat Vaticanum II de Kerk had losgesneden van het verleden,” vertelde Mgr. Hamans aan het Register. “Zij voelden zich geroepen om de Kerk van de toekomst te creëren door de ‘tekenen des tijds‘ te interpreteren, in plaats van de Openbaring als uitgangspunt te nemen. De geesteswetenschappen, vooral de sociologie en de psychologie, zouden het denken van individuen en hoe de Kerk van de toekomst zou moeten zijn, doorgronden.”
Het voorstel dat als paradepaardje diende van het Pastoraal Concilie was de afschaffing van het celibaat voor de geestelijkheid, een voorstel dat lijnrecht inging tegen het Tweede Vaticaans Concilie, dat besloot het te handhaven.
“De bisschoppen werden onder druk gezet. Kardinaal Bernardus Johannes Alfrink [aartsbisschop van Utrecht van 1955 tot 1975] werd naar Rome gestuurd om met het Vaticaan de afschaffing van het priestercelibaat in Nederland te regelen,” vervolgde Mgr. Hamans, eraan toevoegend dat paus Paulus VI dat verzoek tweemaal publiekelijk afwees. “Alfrink werd pas in juli 1970 door de paus ontvangen en moest eerst verklaren dat hij niet langer voorstander was van de afschaffing van het celibaat.”
Volgens Mgr. Hamans was dit mislukte Nederlandse initiatief het resultaat van een verkeerde interpretatie van het door Vaticanum II gepropageerde begrip bisschoppelijke collegialiteit, geïnterpreteerd als een vorm van een democratisch en participatief proces dat geen rekening hield met de specifieke plaats van de paus als het centrum van de kerkelijke eenheid.
“De bisschoppen droegen hun opdracht over aan mensen die in Nederland een andere Kerk wilden creëren en begonnen zelf met de hervorming ervan, zonder het centrum van de wereldkerk, d.w.z. de paus en de Romeinse Curie, te raadplegen, hoewel deze laatste het wereldepiscopaat begon te raadplegen om het te betrekken bij de voortzetting van de Kerk na Vaticanum II.”
Lessen voor onze tijd
Pater Elias Leyds c.s.j., lid van de Gemeenschap van Sint Jan in het bisdom Den Bosch, zei dat dit initiatief – dat parallel liep met de publicatie in 1966 van een nieuwe Nederlandse Catechismus, die ook publiekelijk werd gecorrigeerd door het Vaticaan – verwarring heeft gezaaid onder de gelovigen, waardoor sommigen van hen onzeker werden in hun geloof en valse hoop werd gewekt bij degenen die grote veranderingen in de kerkleer verwachtten en teleurgesteld het geloof verlieten.
Hij betreurt dan ook dat de Pastorale Raad, die volgens hem rechtstreeks betrokken was bij de ernstige ineenstorting van het geloof in zijn land, model heeft gestaan voor andere controversiële kerkelijke initiatieven op nationaal of regionaal niveau, waaronder onlangs nog het Synodale Pad in Duitsland en het liturgisch document van de Vlaamse bisschoppen over het zegenen van paren van hetzelfde geslacht.
Volgens pater Leyds maken de initiatiefnemers van deze initiatieven, en in mindere mate sommige van de lokale deelnemers aan de Synode over Synodaliteit, de fout niet de juiste lessen te trekken uit het verleden.
“De gebeurtenissen in Nederland in de jaren zestig hebben laten zien waartoe dit verlangen om zich te emanciperen van Rome in leerstellige kwesties kan leiden”, vertelde pater Leyds het Register.
“Vandaag de dag lijkt er een concurrentiestrijd te zijn tussen enkele landen die tot de voorhoede van de hervorming van de katholieke kerk willen behoren, maar we moeten ons ervan bewust zijn dat dit overal alleen maar tot mislukking kan leiden, vooral omdat de mensen wier geloof niet sterk genoeg was, allemaal al vertrokken zijn en niet zullen terugkeren door een religie aangeboden te krijgen die van haar inhoud is ontdaan,” zei hij.
Vernieuwing door crisis
Kardinaal Eijk erkende het katalyserend effect van het Pastoraal Concilie op het dramatische terreinverlies van de Kerk in Nederland, maar nuanceerde dit niettemin door erop te wijzen dat de toestand van de protestantse kerken in het land nauwelijks benijdenswaardiger is en dat een verzwakking van het geloof in het land reeds in het begin van de 20e eeuw werd waargenomen.
Bovendien is hij ervan overtuigd dat een van de gunstige effecten van deze decennia van crisis is dat de kwaliteit van het geloof van degenen die in de kerk zijn gebleven, is toegenomen.
“Degenen die vandaag de dag nog steeds op zondag naar de kerk gaan, doen dat uit sterke overtuiging en hebben een persoonlijke relatie met Christus en een persoonlijk gebedsleven,” zei hij en noemde een groeiend aantal lokale parochiële re-evangelisatie-initiatieven in het hele land die zich richten op het versterken van het gezin en geloofsoverdracht tussen generaties. “Wij hopen en bidden vurig dat deze nieuwe generaties op een dag een creatieve minderheid zullen vormen die onze cultuur opnieuw kan kerstenen.”
Solène Tadié – NCRegister
Solène Tadié is de Europa-correspondent voor het National Catholic Register. Ze is Frans-Zwitsers en groeide op in Parijs. Na haar afstuderen aan de universiteit van Roma III met een graad in journalistiek, begon ze met verslaggeving over Rome en het Vaticaan voor Aleteia. In 2015 ging ze deel uitmaken van L’Osservatore Romano, waar ze achtereenvolgens werkte voor de Franse sectie en de culturele pagina’s van het Italiaanse dagblad. Ze heeft ook samengewerkt met verschillende Franstalige katholieke media-organisaties. Solène heeft een bachelordiploma filosofie van de Pauselijke Universiteit van Sint Thomas van Aquino, en vertaalde onlangs in het Frans (voor Editions Salvator) Defending the Free Market: The Moral Case for a Free Economy van father Robert Sirico van het Acton Institute. Solène is op twitter te volgen onder @Solena_Tad.
Keywoorden: | Concilie Noordwijkerhout | Duitse synodale weg | Geloof in Nederland | Geloofscrises | H.Paus Paulus VI | Kardinaal Bernardus Johannes Alfrink | Kardinaal Willem Eijk | Kerkbezoek in Nederland | Mgr. Paul Hamans | Nederlandse Catechismus | Nederlandse Katholieke kerk | Ontkerstening | Openbaring als uitgangspunt | Pastoraal Concilie | Pastoraal Instituut van de Nederlandse Kerkprovincie (PINK) | Pater Elias Leyds c.s.j. | Solène Tadié | Tekenen des tijds |
Wilt u meer lezen over het ‘Concilie Noordwijkerhout’ in het bijzonder vier interviews met Mgr. Hamans ? Klik dan hier.
Wilt u meer lezen over het ‘Tekenen des tijds’ ? Klik dan hier.
Wilt u meer vertaalde artikelen lezen zoals bijvoorbeeld van de katholieke journaliste ‘Solène Tadié‘? Klik dan hier, gebruik één van de andere ’tags’ boven aan dit artikel of gebruik de zoekfunctie van de website (het vergrootglas rechtsboven aan de pagina)
230202 | [XLS000]