Woorden van goede vriend en ordegenoot broeder Clemens Maria c.s.j., prior van de priorij buiten Wenen, opgetekend voor het parochieblad van de Gerardus Majella Parochie in Utrecht, waarbij hij het korte woord, uitgesproken aan het einde van de requiemmis uitvaart van Pater Elias Leyds c.s.j. 31 Januari 2024 Oisterwijk, iets heeft uitgebreid om het e.e.a. verder te nuanceren.
Gedachten bij de dood van pater Elias
Nu we enigszins zijn bekomen van de schok die het overlijden van pater Elias heeft veroorzaakt, komt de tijd van de duiding. Hoewel we volkomen in het duister tasten over wat onze broeder is overkomen, is de conclusie onloochenbaar dat hij zijn dood zelf veroorzaakt heeft.
Zelf een einde aan je leven maken is een ernstig vergrijp. Het is in strijd met de gezonde eigenliefde, de naastenliefde, de menselijke waardigheid, de zedenwet en in de eerste plaats natuurlijk met de liefde tot de levende God (vgl. Catechismus van de Katholieke Kerk, n. 2280). Gek genoeg zou pater Elias de eerste zijn om dat te beamen: “Hijzelf zei: op zelfmoord staat de doodstraf,” bracht iemand mij in herinnering. Annuleert deze ultieme daad, die wij niet kunnen begrijpen of uitleggen, dan de principes en de geloofsovertuiging waar hij voor stond? Ik geloof van niet.
Voor welke afgrond hij ook zou hebben gestaan op dat cruciale moment, met welk kwaad hij toen ook zou zijn geconfronteerd: de waarheid van zijn persoon – en die ik in mijn herinnering meedraag – is de Elias zoals wij hem gekend hebben. Zijn preken, zijn publicaties in woord en beeld via zijn videokanaal bi EWTN Lage Landen en zijn artikelen leggen van die waarheid getuigenis af.
Rond zijn dood en bij de begrafenis hebben wij onze woorden zorgvuldig gekozen, uit piëteit voor de familie en naaste verwanten. En dat is ook goed zo, ook al snappen journalisten dat niet (die gaan er nou eenmaal van uit dat wij allen figuranten zijn in een soort realityshow). Maar met een beetje afstand moeten de dingen gezegd worden zoals ze zijn. Al tijdens zijn leven was ik het niet altijd met hem eens, en dat zei ik hem ook. Dat betrof ook de keuzes die hij maakte. Nu komt daar nog iets bij….
Toen mij werd gevraagd een slotwoord te spreken bij de uitvaart stond ik voor het blok: hoe kunnen wij, inderdaad, spreken over dit eigenaardige sterven van onze medebroeder zonder de waarheid te verbloemen? Ik vond het antwoord, toen ik me realiseerde dat “pater Elias het niet zou hebben gewenst, indien we … een greintje zouden afdoen aan de principes waar hij voor stond. … Elias was pro-life, zoals de Kerk dat is: vóórvechter van het leven vanaf de natuurlijke conceptie tot de natuurlijke dood,” – zo sprak ik aan het einde van de uitvaart. Ik verwees naar de afstand die er is tussen de ‘leer’ en het ‘leven’. “Die afstand genereert natuurlijk – dat is menselijk – de bekoring om de leer dan maar gewoon aan het leven aan te passen. Terwijl de uitdaging (ook zo’n woord dat Elias dierbaar was) daarin bestaat altijd te streven in de omgekeerde richting: de leer – dat wil zeggen: het woord van God – in het soms erg duistere menselijke bestaan te laten schijnen, te laten incarneren. Wij hebben ons te richten naar God, niet Hij naar ons – althans, niet naar onze grillen en nukkigheden. Dat dat niet altijd lukt, dat weten wij; daarom is er de biecht.” Ook wij, broeders, leven in dat spanningsveld.
Wat betekent dit alles? Allereerst, dat we moeten streven naar het goede, ook al slagen we daar niet (altijd) in. En áls dat mislukt, dat dat dan niet betekent, dat er iets met dat goede mis is; we hoeven de lat niet lager te leggen, God vraagt van ons niet het onmogelijke. Ten tweede: ook hen die wij bewonderen, voor wie wij hoogachting hebben en die we vertrouwen, zijn feilbare mensen. En daarom, ten derde: een mens kan ons ware dingen verkondigen en daar zelf, niet in woord, maar in daad, toch nog ver van af staan – Jezus zelf herinnert ons daaraan (vgl. Mt 23,3; quod absit, natuurlijk, laat dat duidelijk zijn). Dit stelt ons geloof op de proef, omdat de – objectief – verkeerde daad in flagrante contradictie staat tot de leer die ook Elias immer verkondigd heeft. Nogmaals: we moeten die tegenstelling niet willen opheffen door toe te geven aan de verleiding het slechte goed te praten (benedicere, in het Latijn…).
Bovenal dit: we zijn, denk ik, geneigd het kwaad en de geestelijke strijd, die we hebben te voeren, te onderschatten. Ik denk niet dat het Elias aan geloof ontbrak. Wel een zekere vorm van overmoed, van eigen-wijsheid, die hem ertoe bracht los te leven van de communio der broeders. Een eenzijdige focus op de missie (EWTN) met verwaarlozing van de gemeenschapsdimensie en het gebedsleven: Mysterium – Communio – Missio, dat is de juiste volgorde. “Jij, Elias, begint achteraan,” verweet ik hem in augustus vorig jaar. En: “Ik maak me zorgen over je gebed, het is een beetje karig”. Hij gaf het toe. Maar hij wilde de band met de Congregatie niet verbreken, hoopte op iets wat zich in Oisterwijk zou kunnen ontwikkelen. Maar het was natuurlijk allemaal een beetje vanuit zijn idee gedacht. Alléén zijn we in gevaar. We hebben elkaar, de gemeenschap, de Kerk nodig.
Ik vroeg bij de uitvaart om vergeving, dat ik te weinig persoonlijk met Elias sprak over onze worstelingen en moeilijkheden. Zijn dood kan ons vooruit helpen, indien we ons daarvan bewust worden. En vergeten we niet dat dit kwaad dat ons overkomt ons tot gebed brengt, dat onze zielen en die van Elias, en van vele anderen die op zulk een tragische wijze deze wereld hebben verlaten, tot redding zal kunnen zijn (vgl. CKK, n. 2283).
Br. Clemens Maria
email: clemensmaria@stjean.com
Red: Engelse uitgaven in woord en beeld van wijlen pater Elias zijn o.m. te vinden onder: klik hier.
Nederlandse uitgaven in woord en beeld van wijlen pater elias zijn o.m. te vinden onder: klik hier
Wilt u alle bijdragen lezen ter gedachtenis van het overlijden van Pater Elias lezen, click dan hier
240304 [XLS000] | 240305 Post views 334 |