
COMMENTAAR: Het synodale proces wordt gezien als een soort sluitstuk van het hele pontificaat van Franciscus.
Larry Chapp Commentaar; 21 maart 2025 – Het Vaticaan kondigde 15 maart aan dat paus Franciscus een nieuwe driejarige uitvoeringsfase heeft ingeluid voor de Synode over Synodaliteit, die zal uitmonden in een kerkbrede bijeenkomst in Rome in oktober 2028.
Het synodale proces, dat door paus Franciscus in 2021 is gestart, heeft nu zijn “consultatie” en “onderscheiding” fasen afgerond. Velen hadden aangenomen dat het grotendeels een afgerond project was – tenminste in termen van Romeinse betrokkenheid – en dat de uitvoering ervan nu voornamelijk zou worden overgelaten aan nationale bisschoppelijke conferenties en individuele bisschoppen.
Maar dit nieuwe initiatief, uitgevaardigd terwijl de paus nog herstellende was van een longontsteking in het ziekenhuis, ontkracht elke verwachting dat de uitvoering van de synode voornamelijk zou worden overgelaten aan lokale kerken. In plaats daarvan geeft het aan dat Rome nadrukkelijk blijft inzetten op het leiden van deze implementatiefase op een meer gecentraliseerde manier.
Als zodanig onderstreept deze aankondiging op zijn minst de ernst waarmee paus Franciscus het synodale proces opvat dat hij heeft gecreëerd, en zijn vastberadenheid om het niet te laten sterven aan verwaarlozing, zelfs terwijl hij vecht voor zijn leven. En terwijl hij worstelt met zijn fysieke zwakte en voortschrijdende ouderdom, geeft de instelling van een nieuwe driejarige periode van synodale implementatie zijn verlangen aan om processen en structuren in te stellen waar zijn opvolger rekening mee zal moeten houden als Franciscus er in 2028 niet meer is.
Het lijkt er dus op dat het synodale proces wordt gepositioneerd als een soort sluitstukproject voor het hele pausschap van Franciscus en daarom moet worden gezien als een centraal en bepalend aspect van zijn blijvende leerstellige nalatenschap. Dit betekent ook dat het iets is dat serieus genomen moet worden door alle gelovige katholieken.
Om dat te bereiken, en in de geest van synodaal “luisteren” en parrhesia (vrije, stoutmoedige en open discussie), wil ik een aantal vragen stellen over het synodale proces tot nu toe – vragen die kritisch zijn over bepaalde aspecten van het synodale proces, maar die gericht zijn op hoe de synodaliteit beter door de gelovigen begrepen kan worden.
De vragen die ik aan de orde wil stellen kunnen worden samengevat onder drie kopjes: begripsmatige helderheid, pastorale analyse en theologische oriëntatie.
Helderheid van begrippen
Een van de dingen die het synodale proces tot nu toe het meest heeft belemmerd is het onvermogen van het Vaticaan om een duidelijke definitie te geven van wat “synodaliteit” precies is. In de verschillende synodale documenten is hier wel enig licht op geworpen. De synodale weg is daarin beschreven als een proces van “luisteren”, “inclusie”, “dialoog”, “consultatie” en als een “samen wandelen” in de Heilige Geest.
Maar dit zijn vage termen die zelf meer duidelijkheid behoeven omdat ze allemaal kunnen worden opgevat als beschrijvingen van kerkelijke houdingen die er sowieso moeten zijn, ongeacht de kerkelijke vorm die wordt aangenomen.
Met andere woorden, wat is er specifiek “synodaal” aan een kerk die deze dingen doet in tegenstelling tot een meer “piramidale” structuur die ook een gezonde dosis van al deze prijzenswaardige gewoonten heeft? Daarom moet er in het synodale proces dat door het Vaticaan wordt geïnitieerd oog zijn voor concrete structurele veranderingen in de manier waarop de Kerk wordt bestuurd, waarbij de leken directer worden betrokken.
Wat zijn die veranderingen? Dit is een belangrijke vraag, omdat het noodzakelijkerwijs diepgaande veranderingen in het kerkelijk recht zal inhouden en in de theologie van de apostolische constitutie van de kerkelijke bestuursstructuur, die van oudsher gebaseerd is op het gezag dat is toegekend aan de bisschoppen in hun bisschopsopvolging. De bisschoppen kunnen natuurlijk besluiten om dat gezag op een meer consultatieve en collegiale manier uit te oefenen, met een brede betrokkenheid van de leken, maar dat is iets wat de meeste bisdommen al doen.
Daarom lijkt het erop dat het synodale proces iets meer beoogt, of op zijn minst dat laat doorschemeren. Maar wat is dat dan? En als dat “iets meer” canonieke mandaten inhoudt die van bisschoppen eisen dat ze leken betrekken bij het bestuur, waarbij leken bindende normen en beleid ontwikkelen waaraan de bisschoppen zich moeten houden, betekent dat dan niet ook een diepgaande verandering in de theologie van apostolisch gezag?
Pastorale analyse
Zijn, gezien de huidige kerkelijke situatie, de werkelijke behoeften van het moment het best gediend met een jarenlang proces dat neerkomt op een discussie over hoe het interne kerkelijke meubilair moet worden herschikt om “luisteren” zo goed mogelijk te faciliteren?
Paus Franciscus zelf heeft bij talloze gelegenheden kritiek geuit op een Kerk die te “zelfreferentieel” is en naar haar eigen bureaucratische navel staart. Maar is dit hele synodale proces niet precies zo’n oefening? Is het niet het equivalent van een reeks bijeenkomsten die ontworpen zijn om bureaucratische stroomschema’s te maken over gezagsstructuren die nu onze grotendeels bureaucratische herstructureringen moeten leiden?
Er zijn zeker theologische kwesties in het spel die verder gaan dan de kwestie van bureaucratie en ik wil niet luchthartig zijn. Maar Vaticanum II riep de Kerk resoluut op om “de tekenen des tijds te lezen” terwijl ze zoekt naar de beste manieren om de cultuur te evangeliseren.
En is de kwestie van kerkbestuur nu echt de centrale brandende kwestie die de meeste leken bezighoudt? Inderdaad, zoals we zagen in de “consultatieve” fase van de synode, was er slechts ongeveer 1% lekenparticipatie in de verschillende luistersessies en in de antwoorden op vragenlijsten. En als je aan doorsnee kerkgangers zou vragen wat ze van het “synodale proces” vinden, zouden de meesten je met onbegrip aankijken en vragen: “Welk synodaal proces? Wat is dat?”
In plaats daarvan is de diepere pastorale en culturele realiteit van vandaag dat katholieken zwemmen in een modern ethos van diepe religieuze onverschilligheid, ongeloof, secularisme en de bedreiging voor hun kinderen die uitgaat van de pornificatie van alles. En veel katholieken zijn op zoek naar een meer diepgaande ervaring van liturgie en naar een parochie die gekenmerkt wordt door gebed, gemeenschappelijke broederschap en een netwerk van gezinnen voor wederzijdse steun in het geloof.
Wordt aan deze realiteiten het best voldaan door een focus op synodaliteit? Ik betwijfel ten zeerste of dat zo is. Maar het is op zijn minst een vraag die de implementatiefase van synodaliteit niet alleen zou moeten beantwoorden, maar ook daadwerkelijk moet beantwoorden, alleen al om zelf echt binnen te komen bij leken. En nogmaals, de vraag is: “Hoe pakt synodaliteit de diepe culturele behoeften van onze tijd aan met een robuuste evangelische boodschap gegrond in Christus de Heer?”.
Theologische oriëntatie
Tenslotte leidt de vraag naar de pastorale focus tot de vraag wat de theologische onderbouwing van het synodale proces is. Dit is een belangrijke vraag omdat niet weinig waarnemers vraagtekens hebben gezet bij de theologische motivaties van veel deelnemers en leiders van de synode.
De sleutelvraag die de implementatiefase onder ogen moet zien en beantwoorden is dus een vraag die voortkomt uit de verdenking dat de synode slechts een voorwendsel is voor het veranderen van de kerkleer over een hele reeks hete hangijzers.
En deze verdenking is niet zonder reden, omdat veel leiders en deelnemers van de synode publiekelijk commentaar hebben gegeven op hun hoop dat het synodale proces tot zulke veranderingen zal leiden. Daarom, en om de implementatiefase effectief te maken – een effectiviteit die brede steun van de achterban vereist – moeten de synodale leiders een duidelijke reeks leerstellige standpunten verwoorden die niet ter discussie worden gesteld.
Met andere woorden, er moet een duidelijke theologische boodschap zijn dat het synodale proces geen crypto “Vaticanum III” is met revolutionaire herzieningen in de leer van de Kerk en dat het in plaats daarvan echt gaat om het creëren van een minder klerikale Kerk die de oproep van Vaticanum II voor de universele roeping tot heiligheid tracht te implementeren – en dat de diepste doelen het genereren van meer betrokkenheid van leken binnen de Kerk zijn.
Er is ook de vreemde theologische paradox dat een zogenaamd “synodaal” proces op zeer directe manieren door Rome wordt geleid en naar voren wordt gebracht. Waarom wordt de synodale uitvoering niet overgelaten aan de nationale bisschoppenconferenties, zoals het een “synodale” Kerk betaamt? Vertrouwt Rome deze conferenties niet? En als dat zo is, moet Rome misschien de zorgen die deze conferenties kunnen hebben eerst aanpakken alvorens verder te gaan.
Er is ook de inconsequentheid van een pausschap dat synodaliteit predikt, maar heel vaak gezag uitoefent op niet-consultatieve en niet-collegiale manieren, veelvuldig gebruik makend van de weg van de motu proprio. In dit opzicht verschilt paus Franciscus niet van zijn voorgangers, en het kan gewoon een kwestie zijn van oude gewoonten die tijd nodig hebben om te veranderen; of dat de paus zijn gezag juist gebruikt om te veranderen hoe dat gezag in de toekomst wordt uitgeoefend.
Desalniettemin verdiept dit alleen maar de theologische verdenking dat synodaliteit niet echt over synodaliteit gaat, en dit moet worden aangepakt.
Tot slot wil ik duidelijk stellen dat een meer synodale Kerk inderdaad een heel goede zaak zou zijn. Daarom zijn er verschillende verduidelijkingen nodig, wil het vrucht dragen.
Mijn gebed is dat paus Franciscus weer gezond wordt, terugkeert naar het Vaticaan en ons de leerstellige leiding geeft die een gezond synodaal proces nodig heeft.
Larry Chapp

Larry Chapp
Larry Chapp behaalde in 1994 zijn doctoraat in de theologie aan de Fordham University, met een specialisatie in de theologie van Hans Urs von Balthasar. Hij doceerde 20 jaar theologie aan de DeSales University in de buurt van Allentown, Pennsylvania, voordat hij met vervroegd pensioen ging om de Dorothy Day Catholic Worker Farm op te richten in de buurt van Wilkes Barre, Pennsylvania, met zijn vrouw Carmina en vriend en oud-student Father John Gribowich. Hij is auteur van vele artikelen en boeken en is tevens de oprichter en hoofdauteur van de blog, Gaudiumetspes22.com. / @LarryChappGS22
Vertaling: EWTN Lage Landen (AV)