COMMENTAAR:
13 oktober is de dag van ‘het zonnewonder’. Het is ook een dag om stil te staan bij de rol van de heilige Jozef in het leven van zijn familie, in de Schrift en in de Kerk.
| 13 Oktober
Het Jaar van Sint Jozef heeft al zijn liturgische hoogtepunten gehad – het feest van de Heilige Familie afgelopen december, het hoogfeest van Sint Jozef zelf, in maart, en de dag van Jozef, de arbeider, op 1 mei. Dan zijn er nog de kinderfeesten van Jezus waarbij Jozef aanwezig is: Kerstmis, Driekoningen, de Presentatie in de Tempel. Er is zelfs een minder bekend feest van de “Heilige Echtelieden” van Jozef en Maria (23 januari).
Maar 13 oktober is een andere dag om aan St. Jozef te denken. Dat was de dag van de laatste verschijning in Fatima in 1917, het “wonder van de zon” waarvan zo’n 70.000 mensen getuige waren. Het was een angstaanjagend visioen van de zon, die uit haar baan om de hemel zwenkte en zo ronddraaide, dat veel aanwezigen dachten dat het einde van de wereld nabij was.
Dat visioen werd gevolgd door een beeld van huiselijke rust, de Heilige Familie, als om de wanorde van de gevallen natuur te contrasteren met het herstel van de natuur in Jezus en Maria, samen met hun beschermer, Sint Jozef.
Lúcia, de oudste van de zieneressen, meldde dit over de verschijning van die dag in relatie tot de H. Jozef, die geen deel had uitgemaakt van de eerdere verschijningen:
Toen zij haar handen opende, liet zij (Onze Lieve Vrouwe) ze weerkaatsen op de zon, en terwijl zij opsteeg, bleef de weerkaatsing van haar licht geprojecteerd worden op de zon zelf. … Nadat Onze Lieve Vrouw in de onmetelijke verte van het uitspansel was verdwenen, zagen we naast de zon de H. Jozef met het Kind Jezus en Onze Lieve Vrouwe in het wit gekleed met een blauwe mantel. St. Jozef en het Kind leken de wereld te zegenen, want zij maakten met hun handen het teken van het kruis. Toen deze verschijning even later verdween, zag ik Onze Lieve Heer en Onze Lieve Vrouwe. … Onze Lieve Heer leek de wereld te zegenen op dezelfde manier als de H. Jozef had gedaan.
Het lijkt een passend gezicht – de H. Jozef, niet sprekend, maar met het Kind Jezus in zijn armen, en de wereld zegenend zoals hij, in zijn tijd, de Heilige Familie gezegend zou hebben.
De twee delen van de verschijning passen bij het bijbelse beeld van Sint Jozef. Ten eerste zegent hij, zelfs terwijl Onze Lieve Vrouwe toekijkt. Jozef is het hoofd van de Heilige Familie, ook al is hij in heiligheid inferieur aan Jezus en Maria. Toch oefent hij zijn hoofd van het gezin zijn, zijn ware vaderschap, uit, in de handeling van het zegenen.
Ten tweede zegent Jezus, wat hem als goddelijk recht toebehoort, maar wel op “dezelfde wijze als Jozef”. Er is hier een echo van de vaderlijke leiding van Jozef, waaruit blijkt dat Jezus veel dingen – hoe te bidden, hoe de Schrift te lezen, hoe een klus te verwerven – van zijn aardse vader, Jozef, leerde.
Verschijningen van de H. Jozef in de geschiedenis zijn uiterst zeldzaam. Maar zouden deze laatste verschijningen van de H. Jozef iets te maken kunnen hebben met het feit dat Paus Pius IX (1846-1878) de H. Jozef in 1870 uitriep tot “Patroon van de Universele Kerk”? Het Jaar van St. Jozef markeert de 150e verjaardag van die verklaring.
Overweeg eens een “precedent” van hemelse verschijningen die volgen op kerkelijke acties. In 1854 riep de zalige Pius IX het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis uit. In 1858 leken de Mariaverschijningen in Lourdes die vaststelling als het ware te bevestigen, toen Maria zich aan de heilige Bernadette openbaarde met de woorden: “Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis.”
De aanwijzing in 1870 van de H. Jozef als patroon van de universele Kerk werd in 1879 gevolgd door de verschijning in Knock, Ierland, waar 15 mensen van alle leeftijden een geluidloze verschijning zagen van Onze Lieve Vrouwe, de H. Jozef en de H. Johannes de Apostel. Het was een tafereel van huiselijke bescherming uit het leven van Maria, die eerst door de heilige Jozef en later door de heilige Johannes werd verzorgd. In Fatima keert een vertrouwd huiselijk tafereel terug, ditmaal van de Heilige Familie.
Mogen we zeggen, dat de verschijningen van Knock en Fatima, beide met de heilige Jozef, de wijsheid “bevestigden” van de pauselijke afkondiging van Jozef’s patronaat in 1870?
Er is nog een verband met de datum 13 oktober. Er zijn verschillende verslagen over hoe de compositie van het Sint-Michaelsgebed door Paus Leo XIII (1878-1903) tot stand kwam, maar één verslag verhaalt, dat na het opdragen van de Heilige Mis op 13 oktober 1884 – 33 jaar op de dag vóór de laatste verschijning in Fatima – de Heilige Vader een verschrikkelijk visioen had over de macht van Satan die in de wereld werd losgelaten. In antwoord daarop componeerde hij het Sint-Michielsgebed, en gaf opdracht het in de hele Kerk te reciteren bij het slot van de H. Mis.
Wat ook de precieze oorsprong van paus Leo’s gebed moge zijn, het verband met de heilige Michaël op dezelfde datum als de verschijning van de heilige Jozef in Fatima is passend, want beide spreken over de bescherming van onze Heilige Moeder Maria en de Heilige Moeder Kerk.
De H. Jozef beschermt de Heilige Moeder in de Evangeliën, en de H. Michael komt haar te hulp in het Boek Openbaring. De H. Jozef is patroon en beschermer van de Heilige Kerk; de H. Michaël is patroon en beschermer van Vaticaanstad.
Oktober is een mariale maand, de maand van de Heilige Rozenkrans, met dat feest op 7 oktober, en met 13 oktober dat doet denken aan de verschijningen van Fatima. Maar dit jaar zouden we ook ruimte kunnen maken voor de heilige Jozef, zoals Onze Lieve Vrouwe zelf deed in 1917.
Father Raymond J. de Souza
Over Pater Raymond J. de Souza: Pater Raymond J. de Souza is de oprichter en redacteur van Convivium magazine.
Keywoorden – Tags: 13 Oktober 1917 | Fatima | H.Jozef | Maria boodschap | NCRegister | Pater Raymond J. de Souza | Rozenkrans |