NIEUWSBRIEF
DOE MEE! VACATURES
STEUN ONS

Aartsbisschop van Krakau: om een geloofwaardige tegenstander van Russisch imperialisme te zijn, moet Europa zich herinneren wie het is

Aartsbisschop Marek Jędraszewski bespreekt de diepere oorzaken van de huidige oorlog, het pijnlijke verleden van Polen en Oekraïne, en de recente sancties van de Europese Unie tegen Polen die hij als contraproductief beschouwt.

Interviews; 23 maart 2022

KRAKAU, Polen – De recente invasie van Rusland in Oekraïne heeft de oude wonden opengereten die gegrift staan in het collectieve geheugen van alle landen die in de 20e eeuw onder het juk van de Sovjet-Unie leefden, te beginnen met Polen, waarmee Oekraïne bijna zijn hele oostelijke grens deelt en dat als eerste gastland fungeert voor de bevolkingsgroepen die door de aanhoudende oorlog zijn verscheurd.

Terwijl katholieke instellingen in het land zoals Caritas of Sant’ Egidio het voortouw hebben genomen bij de hulpverlening aan de ononderbroken stroom van mensen – vooral vrouwen en kinderen – die Oekraïne sinds 24 februari zijn ontvlucht, hebben sommige kerkleiders er een erezaak van gemaakt om hun persoonlijke betrokkenheid te tonen bij het aanpakken van de daaropvolgende humanitaire, spirituele en politieke crisis die zich over Europa verspreidt.

Dit geldt in het bijzonder voor aartsbisschop Marek Jędraszewski van Krakau, die op de avond van 2 maart persoonlijk zo’n 800 vluchtelingen verwelkomde op het treinstation van de stad en die meer recentelijk de deuren van zijn eigen residentie opende voor enkele Oekraïense gezinnen.

De prelaat, die sinds 2017 aan het hoofd staat van het historische bisdom van Johannes Paulus II (met wie hij goed bevriend was), steekt zijn bezorgdheid niet onder stoelen of banken over de expansionistische impulsen van Vladimir Poetin, waarin hij een droom bespeurt om opnieuw een Russisch rijk te vestigen op de voormalige grondgebieden van de Sovjet-Unie. Aartsbisschop Jędraszewski bespreekt deze bezorgdheid in dit Register-interview, waarin hij ook het verlies betreurt van de gemeenschappelijke basis van Europa, dat ooit verenigd was door het christendom, maar dat nu geen geloofwaardig model of waarden meer heeft om zich te verzetten tegen de krachten die het bedreigen.

Hoe zou u het historisch moment definiëren waarin wij leven?

Aan de ene kant is er de wens van Poetin en anderen om de Sovjet-Unie [die in 1991 ineenstortte] te herscheppen, precies zoals wijlen onze president Lech Kaczyński – die in 2010 bij de tragedie in Smolensk om het leven kwam – had voorspeld. Tijdens de Russische invasie van Georgië in 2008 ging hij met de presidenten van Oekraïne, Litouwen en Letland naar Tbilisi in Georgië, en voorspelde dat na Georgië Oekraïne aan de beurt zou zijn, daarna de buurlanden aan de Oostzee, en uiteindelijk waarschijnlijk mijn land, Polen. En hier gebeurt het voor onze ogen.

Nu is er een strijd gaande om Oekraïne te heroveren, en dan, natuurlijk, [zijn we bezorgd over] Litouwen, Letland, Estland. … We weten dat de Oekraïners, die vechten voor hun vrijheid, ook vechten voor onze vrijheid.

Hoe hebt u het nieuws ontvangen van de toewijding van Rusland en Oekraïne aan het Onbevlekt Hart van Maria? Wat betekent het voor u, en hoe bereidt u zich voor op deze gebeurtenis in Krakau?

Paus Franciscus heeft gezegd dat deze gebeurtenis een gevolg is van de verschillende stemmen die hem hebben bereikt met het verzoek om de wil van Maria van Fatima te vervullen en Rusland toe te wijden aan haar Onbevlekt Hart. In de tekst die paus Franciscus ons heeft toegestuurd, staat dat wij aan het Onbevlekt Hart van Maria “onszelf, de Kerk en de hele mensheid, in het bijzonder Rusland en Oekraïne, plechtig toevertrouwen en toewijden”. Aan dit Hart wijden wij vervolgens de hele wereld toe, die vandaag op verschillende plaatsen zwaar onder oorlogen te lijden heeft, en wij bidden tot Maria om de gave en de genade van ware en rechtvaardige vrede – deze vrede die ons de Verrezen Christus brengt, die de allereerste boodschap van vrede is.

De toewijding aan het Onbevlekt Hart van Maria zal in alle parochies van het aartsbisdom Krakau worden gevierd, met name in de kathedraal van Wawel. Direct na deze toewijding zal in het hele aartsbisdom een aanbidding van het Heilig Sacrament volgen, om onze gebeden voor de vrede te verenigen, en deze zal de hele nacht duren.

Als aartsbisschop van Krakau hebt u kosten noch moeite gespaard om in uw bisdom de vluchtelingen in uw verschillende gebouwen op een goede manier te ontvangen. Nadat u honderden van hen op de avond van Aswoensdag persoonlijk op het treinstation hebt begroet, ontvangt u nu ook Oekraïense gezinnen in uw residentie. Welke impact hebben deze ontmoetingen en ervaringen op u?

Er is elke dag, elke nacht, een grote stroom vluchtelingen die naar Polen komen. Alleen al in de nacht van 2 maart kwamen bijna 800 mensen aan, bijna allemaal vrouwen met jonge kinderen, en sindsdien is de stroom ononderbroken doorgegaan.

Het is niet makkelijk voor me om erover te praten. … Om deze kinderen met hun moeders te zien, die zo vaak heel weinig dingen bij zich hebben, zelfs maar een handtas; velen zijn zo moe, niet wetend wat te doen. Veel mensen huilen. Maar ze worden ontvangen met een groot onthaal, broederschap, door de staat, door de gemeenten, door Caritas van de Kerk. Ze weten dat ze in goede handen zijn; ze hebben warm eten gekregen, een geweldig aanbod om in Krakau zelf of elders te verblijven. We helpen hen om te gaan waar ze heen willen, zelfs naar andere delen van Polen.

Helaas wordt er ook veel nepnieuws verspreid, vooral door de Russen, volgens hetwelk veel vrouwen die in Polen aankomen naar bordelen worden gestuurd en de kinderen door de autoriteiten worden meegenomen en in kampen opgesloten. Voor hen [de vluchtelingen] is het een reis naar een totaal onbekende plaats; velen zijn bang. Maar als ze ons zien, zijn ze gerustgesteld.

Hoe zou u de historische band tussen Polen en Oekraïne omschrijven?

Het is een zeer complexe geschiedenis. Het begin van het christendom in Polen en Oekraïne gaat terug tot het einde van de 10e eeuw. In 1018 was er een oorlog tussen de Duitse keizer Hendrik II, geallieerd met de grootvorst van Kiev (Kyiv), Jaroslav I Vladimirovitsj, de Wijze genaamd, tegen Polen. Na de ondertekening van het vredesverdrag van Bautzen met de keizer in januari 1018, lanceerde Boleslaus I, de eerste koning van Polen, een offensief dat hem in slechts drie weken naar Kiev voerde, en Polen nam veel gebieden in de regio in.

Daarna, gedurende drie eeuwen, van 1350 tot 1660 min of meer, was Oekraïne een deel van Polen. In het midden van de 17e eeuw waren er zeer wrede oorlogen tussen de bevolking van het huidige Oekraïne, die haar onafhankelijkheid wilde, en Polen. Om zich van Polen te bevrijden, aanvaardde een groot deel van de Oekraïners in de jaren 1660 tot 1680 de Moskouse tsaar als hun heerser. Dit is hoe hun tragedie begon. … Johannes Paulus II heeft tijdens zijn bezoek aan Kiev in 2001 prachtig gesproken over de Oekraïense geschiedenis en krachtig herinnerd aan het lijden van het Oekraïense volk tijdens het communisme.

Maar hij sprak niet over een bladzijde uit de geschiedenis die voor ons Polen erg moeilijk blijft. Toen in 1941 de oorlog uitbrak tussen Rusland en Hitler’s Duitsland, steunde een deel van de Oekraïners Hitler. Dit deel van het land, vooral in de regio Volhynia, wilde een zuivere ruimte creëren ten opzichte van andere naties. Er woonden veel Polen, want vóór de Tweede Wereldoorlog behoorde een heel deel van de regio nog tot Polen; bijvoorbeeld de stad Lviv. Er zijn toen verschrikkelijke, onvoorstelbare dingen gebeurd. Wat de Oekraïners de Polen in 1943 hebben aangedaan, vooral de vrouwen, is onuitsprekelijk. Tot nu toe hebben de Oekraïense autoriteiten daar niets over gezegd.

Toen ik ongeveer acht jaar geleden naar Lviv ging, bezocht ik onder andere de Polytechnische [Nationale] Universiteit van de stad. Wanneer je deze immense gebouwen binnengaat, wie begroet jou dan? Standbeelden, monumenten voor de figuur van Stepan Bandera, die rechtstreeks verantwoordelijk is voor de massamoorden op Polen tijdens de oorlog. Het is dus geen gemakkelijk verhaal, op zijn zachtst gezegd.

Maar geschiedenis is geschiedenis, en we moeten naar de toekomst kijken en ons verenigen, in de wetenschap dat Rusland zijn grote geschiedenis, die van het keizerrijk, niet vergeten is. In feite proberen veel Russische propagandisten de pijnlijke herinneringen aan 1943-1944 weer op te rakelen om Polen en Oekraïne te verdelen en de Polen ervan te weerhouden vluchtelingen op te nemen. Maar ondanks onze pijnlijke geschiedenis zijn we boven alles verenigd door het christendom, en dus door vergeving.

Veel media hadden scherpe kritiek op Polen vanwege zijn reactie op de vluchtelingencrisis aan de grens met Wit-Rusland afgelopen najaar. Nu lijkt het erop dat Polen voor velen een model is geworden dat navolging verdient, ook al blijven sommige columnisten het land verwijten dat het vluchtelingen uit Wit-Rusland en Oekraïne niet op dezelfde manier opvangt. Wat vindt u daarvan?

We wisten heel goed dat deze vluchtelingen aan de grens met Wit-Rusland geen echte vluchtelingen waren; het waren mensen die door de Wit-Russische president Aljaksandr Lukašėnka waren meegebracht om ze Polen binnen te krijgen en zo het land uit balans te brengen, om dingen te veroorzaken die vergelijkbaar zijn met wat we in de straten van Keulen of Milaan hebben gezien. Als ze waren binnengekomen, zouden we problemen met hen hebben gehad, en dan zouden we niet de kracht hebben gehad om degenen te helpen die het nu echt nodig hebben. U moet dit probleem met Wit-Rusland met de zogenaamde vluchtelingen zien als een eerste stap ter voorbereiding van de Russische “missie” tegen Oekraïne.

Toen de Polen deze Oekraïense mensen zagen – die werkelijk in grote moeilijkheden verkeren, dakloos zijn, slachtoffers van de oorlog – toonden zij dat zij altijd bereid zijn te helpen, alles te geven, met een open hart. En ik heb van verschillende pastoors van het aartsbisdom Krakau gehoord dat zij tijdens de zondagsmissen veel offergaven van de gelovigen blijven ontvangen om hun Oekraïense broeders te helpen.

Uw land heeft niet alleen te maken met de gevolgen van de oorlog die Vladimir Poetin heeft ontketend, maar ook met sancties van Brussel, dat aandringt op onmiddellijke activering van het mechanisme van rechtsstatelijke voorwaardelijkheid om Polen Europese fondsen te onthouden. Begrijpt u dit beleid?

Om te beginnen heeft de EU tijdens de invasie van 2008 bijna niets gedaan, zelfs niet in 2014, met de crisis op de Krim. Nu, mede dankzij de inspanningen van de Poolse regering en andere landen, wordt de EU wakker en doet ze veel, vooral door de economische, sportieve en culturele banden met Rusland op te heffen en Oekraïne te helpen, met economische middelen en vooral met wapens. Voor ons is deze solidariteit van de EU een teken van hoop.

Maar terwijl zij een verbond tegen Rusland willen creëren, en terecht, blijven zij in het Europees Parlement initiatieven organiseren om Polen te laten veroordelen omdat het de rechtsstaat zou hebben geschonden. We zijn net veroordeeld, en nu willen ze een nieuwe procedure beginnen tegen het rechtssysteem van Polen, waarbij de democratische mechanismen van onze rechtbanken ter discussie worden gesteld.

Er wordt veel gepraat over de zogenoemde “Europese waarden“, maar wij Europeanen weten niet meer wie we zijn. Duizend jaar geleden was er, ondanks vele gevechten en veel verraad, het christendom als gemeenschappelijke factor om ons te verenigen. Europa was gebaseerd op het christendom. Nu bestaat deze gemeenschappelijke basis niet meer. We zijn alleen nog verenigd door de markt, door geld; het is heel moeilijk geworden om Europa samen te smeden. Waarop? Wie zijn wij? We weten het niet. Hoe kunnen we ons verzetten tegen de expansionistische ambities van Rusland als we niet weten wie we zijn, als we niet verenigd blijven in onze historische basis, die het christendom is? Het zou de hoogste tijd zijn om hierover na te denken.

In dit verband zou ik ook een voor vandaag zeer relevant fragment willen citeren uit de homilie die Johannes Paulus II in 1997 heeft uitgesproken ter gelegenheid van de 1000e sterfdag van de heilige Adalbertus: “Kunnen we niet zeggen dat na de val van de ene muur [van Berlijn], de zichtbare, een andere, onzichtbare muur werd ontdekt, een muur die ons continent blijft verdelen – de muur die bestaat in de harten van de mensen? […] Zelfs de onbetwistbare successen van de afgelopen jaren op economisch, politiek en sociaal gebied kunnen niet verhullen dat deze muur bestaat. Hij werpt zijn schaduw over geheel Europa. Het doel van de authentieke eenheid van het Europese continent is nog ver weg. Er zal geen Europese eenheid zijn zolang zij niet gebaseerd is op eenheid van de geest. Deze meest diepgaande basis van eenheid is naar Europa gebracht en door de eeuwen heen geconsolideerd door het christendom met zijn evangelie, met zijn begrip van de mens en met zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de geschiedenis van volkeren en naties. Dit betekent niet dat men zich de geschiedenis wil toe-eigenen, want de geschiedenis van Europa is een grote rivier waarin vele zijrivieren uitmonden, en de verscheidenheid van tradities en culturen die haar vorm geven, is haar grote schat. De fundamenten van de identiteit van Europa zijn gebouwd op het christendom. En het huidige gebrek aan geestelijke eenheid komt voornamelijk voort uit de crisis van dit christelijke zelfbewustzijn.”

 

Solène Tadié – NCRegister   Solène Tadié is de Europa-correspondent voor het National Catholic Register. Ze is Frans-Zwitserse en groeide op in Parijs. Nadat ze afstudeerde aan de Roma III Universiteit met een graad in journalistiek, begon ze met verslaggeving over Rome en het Vaticaan voor Aleteia. In 2015 trad ze in dienst bij L’Osservatore Romano, waar ze achtereenvolgens werkte voor de Franse sectie en de culturele pagina’s van het Italiaanse dagblad. Ze heeft ook samengewerkt met verschillende Franstalige katholieke media-organisaties. Solène heeft een bachelor in de filosofie van de Pauselijke Universiteit van Sint-Thomas van Aquino, en vertaalde onlangs in het Frans (voor Editions Salvator) Defending the Free Market: The Moral Case for a Free Economy van pater Robert Sirico van het Acton Institute.

 

Keywoorden –  Aartsbisschop Marek Jędraszewski | Europese Unie | Europese waarden | H.Paus Johannes Paulus II | Invasie van Rusland in Oekraïne | NCRegister | Oekraïne | Polen | Solène Tadié | 

Bron: Archbishop of Krakow: To Be a Credible Opponent of Russian Imperialism, Europe Must Remember Who It Is| National Catholic Register (ncregister.com)

Wilt u meer artikelen lezen van Solène Tadié? Klik dan hier of gebruik één van de ’tags’ boven aan deze post

220325 | [XLS000]