GESCHRIFTEN & KUNST: Omdat de ‘Drie Koningen’ traditioneel alle naties vertegenwoordigen, vertelt het schilderij van deze week de ‘epifanie’ van Christus aan drie naties: Polen, Litouwen en Rusland.
John Grondelski; Blogs; 8 januari 2023
Driekoningen (noot vert.: ook ‘Epifanie’ of ‘Openbaring des Heren’ genoemd) wedijverde ooit als hoogfeest met Kerstmis, omdat het de viering was van het openbaar worden (“Epifanie”, ἐπιφάνεια, betekent “manifestatie”) van de menswording van God voor alle volkeren. De Wijzen (Magi) – drie volgens de westerse traditie – zouden de drie rassen van de mensheid vertegenwoordigen.
De betekenis van Driekoningen komt duidelijk naar voren in het evangelie van Matteüs, dat dit jaar de bron is van bijna alle zondagslezingen. (De Epifanie valt niet noodzakelijkerwijs op een “zondag”, in zoverre dat ze eigenlijk – zoals in het grootste deel van de wereld het geval is – op 6 januari wordt gevierd. De Amerikaanse bisschoppen hebben echter toestemming gekregen om dit hoogfeest naar een zondag te verplaatsen.) Als we alleen het evangelie van Matteüs hadden, zouden we niet het verslag hebben van de herders die Bethlehem bezoeken na de aankondiging van de engelen. Dat staat in Lucas. Matteüs 1 geeft Jezus’ genealogie en maakt melding van de droom waardoor Jozef op de hoogte kwam van Jezus’ afkomst. Matteüs 2,1-12 – het evangelie van vandaag – begint dan onmiddellijk met de komst van de Wijzen. Dat is waar Matteüs de nadruk op legt in zijn “Kerstverhaal”.
Het is interessant dat hij dat daar doet omdat, zoals we hebben opgemerkt, Matteüs waarschijnlijk aan Joodse christenen schreef om aan te tonen dat Jezus de vervulling van hun verwachtingen was. Daarom bevat Matteüs bijvoorbeeld vaak verwijzingen naar het Oude Testament.
Maar de komst van de Wijzen daagt die Joodse focus uit. Ten eerste waren de Wijzen buitenlanders, heidenen, astrologen. Dus vanaf het allereerste begin van zijn evangelie maakt Matteüs duidelijk dat Jezus voor de hele mensheid komt, niet alleen voor Israël. Zijn missie is universeel, niet nationaal. Matteüs 2 draagt uit wat al in het boek Jona werd gesuggereerd: Gods reddende wil strekt zich uit tot alle volkeren.
Het verslag van Matteüs over de Wijzen wijst ook met een soort beschuldigende vinger naar Israël. De Wijzen worden voorgesteld als enthousiast op zoek naar de “pasgeboren Koning der Joden” (2:2). Ze komen aan in Jeruzalem, in de verwachting dat de zetel van het politieke en religieuze establishment van Israël een bron van informatie zou zijn en in hun vreugde zou delen. Al snel blijkt dat dit niet het geval is.
Dat is begrijpelijk in het geval van Herodes, die de Joden op zijn best beschouwden als een half-Jood, afkomstig uit Idumea en een usurperende collaborateur met Rome. Maar de echte kritiek is gericht op de “hogepriesters en schriftgeleerden” (vers 4) – het religieuze establishment. Op de vraag waar de pasgeboren Koning der Joden geboren moet worden, hebben zij de Bijbelse informatie binnen handbereik.
Wanneer zij spreken over “u, Bethlehem, land van Judea…” (vers 6), citeren zij de profeet Micha (5: 2,4). Voor Matteüs is de paradox opvallend: hier zijn vreemdelingen, geleid door hun geloof in astrologie, in eerlijke zoektocht naar “de Koning der Joden,” en daar zijn de erfgenamen van de Wet en de Profeten, met Gods Openbaring voorhanden in hun Rolodex, wier reactie – net als de gehate koning Herodes – is dat ze “verstoord” worden (vers 3).
Wanneer de Wijzen, vertrouwend op hun lezing van “het Boek der Natuur” in plaats van de Bijbel, uiteindelijk het Christuskind vinden, belijden hun geschenken symbolisch hun erkenning van de identiteit van dat Kind: goud voor een koning, wierook voor God en mirre voor iemand die gaat sterven.
Matteüs maakt zijn Joodse gehoor duidelijk dat, verre van een dwaling, Gods plan vanaf het allereerste begin was dat Christus Jezus de Messias was voor de hele mensheid, niet alleen voor Israël. Hij is Koning en God. Zijn wereldse missie zal gepaard gaan met sterfelijkheid. Inderdaad, zijn Koningschap en zijn Goddelijkheid vinden een unieke uitdrukking in de Koning der Joden en Gekruisigde die sterft en verrijst.
Op deze manier, schrijvend aan joodse christenen, legt Matteüs in hoofdstuk 2 het “kerstverhaal” – de Epifanie – uit waar dit feest over gaat: Jezus Christus, “het licht der volken en de glorie van Israël” (Lucas 2:32).
Omdat de Wijzen, de “Drie Koningen”, van oudsher symbool staan voor alle volken, de gehele mensheid, hebben we een speciaal schilderij om het Evangelie van vandaag te illustreren. Het drieluik van de Poolse kunstenaar Kazimierz Sichulski, uit 1913, “Pokłon Trzech Króli” (Het Eerbetoon van de Drie Koningen) vertelt de “epifanie” van Christus aan drie naties: Polen, Litouwen en Rusland. Het bevindt zich in het Nationaal Museum in Warschau.
Ik koos dit schilderij in het licht van de oorlog in Oekraïne. Terwijl ik dit schrijf, woedt de oorlog van Rusland tegen dat land nog steeds. Het is niet alleen een militaire oorlog, maar ook een poging om Oekraïne cultureel en zelfs spiritueel te domineren.
Sichulski werkte in een ander tijdperk. In 1913, een jaar voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, waren Polen en Litouwen geen onafhankelijke landen. Beide waren bezet door hun buren: het Pools-Litouwse Gemenebest was vanaf 1772 geleidelijk aangevreten door Rusland, Pruisen en Oostenrijk totdat het in 1795 definitief werd verslonden. Terwijl de Polen en Litouwers hoop op vrijheid koesterden, werden ze bijna 120 jaar lang bitter onderdrukt.
De kunstenaar probeert Christus te heroveren als een licht voor alle volkeren, door hen samen te brengen in christelijke broederschap. Op het middenpaneel staan Jezus, Maria en Jozef afgebeeld. Een koe, die verwijst naar de kribbe, steekt zijn kop vanaf de linkerkant naar binnen. Maar Maria en Jozef zijn niet gekleed als Joden uit de eerste eeuw. Zij dragen de rijk geborduurde klederdracht van het Midden-Europa uit het begin van de 20e eeuw. Bezaaid over de hemel sprankelen sterren, waaronder de grootste ster recht boven het hoofd van Maria en Jozef. Op de achtergrond verschijnen drie kruisen boven de rechterschouder van Maria, als verwijzing naar de drie toekomstige kruisen op Golgotha en de drie kruisen die deze drie landen dragen.
De twee “koningen” aan de linkerkant stellen Polen en Litouwen voor. De koning met snor en zwaard is Polen; de druïde-achtige koning met baard is Litouwen, verwijzend naar het feit dat Litouwen het laatste heidense land in Europa was, dat zich pas in 1387 tot het katholicisme bekeerde. Op de achtergrond staan katholieke kerktorens. In plaats van kamelen houdt een page het hoofdstel van een paard vast.
De “koning” rechts stelt Rusland voor. Ook hij draagt nationale kleding en wordt bijgestaan door een page. Op de achtergrond verschijnen orthodoxe uivormige torens.
Alle “drie koningen” knielen als eerbetoon aan hun enige ware Koning, Jezus Christus, die hen zou moeten verenigen in hun relaties en omgang met elkaar, want, zoals we lezen in de doordeweekse liturgieën tijdens de kersttijd: “Wie zijn broeder, die hij heeft gezien, niet liefheeft, kan God, die hij niet heeft gezien, ook niet liefhebben. En hij gaf ons dit gebod: ‘Wie God liefheeft, moet ook zijn broeder liefhebben'” (1 Johannes 4:21).
Kazimierz Sichulski (1879-1942) was een Poolse kunstenaar die werkte in de “secessie”-stijl (noot vert.: afscheiding van de gevestigde orde in de kunst) en de kunstbeweging “Jong Polen” (Młoda Polska). De “Jong Polen” beweging werd gekenmerkt door neoromantiek, symbolisme en elementen van art nouveau. Al deze elementen zijn terug te vinden in dit werk, vooral de symbolische elementen. De kunstenaars van “Jong Polen” probeerden ook nationale elementen in hun werk te verwerken (vooral toen de bezetters van Polen en Litouwen die lokale culturen probeerden te onderdrukken). In het geval van Polen verwerkten zij vaak de aparte stijl van de Poolse Hooglanders, de górale van het Tatragebergte ten zuiden van Krakau. Die elementen zijn zichtbaar in de kleding van Maria en Jozef, maar zijn ook aangebracht bij de Poolse koning. De incorporatie van vroegere Litouwse elementen probeerde ook zicht te geven op dat nationale erfgoed. De secessiestijl – zonder de sterke “Jong Polen” elementen zoals we die hier zien – was ook populair in Oostenrijk rond de aanvang van de 20e eeuw.
Vijf jaar na dit werk zouden Polen en Litouwen weer vrij zijn, maar bevond Rusland zich in de greep van de communistische revolutie. Een eeuw na het werk van Sichulski gaat het bloedvergieten en de bezetting door Rusland in dit deel van de wereld gewoon door. Wordt het niet tijd om de ene Koning van de Vrede te erkennen die wij allen zogenaamd belijden?
John Grondelski: John M. Grondelski (Ph.D., Fordham) is voormalig associate dean van de School of Theology, Seton Hall University, South Orange, New Jersey. Hij is vooral geïnteresseerd in moraaltheologie en het denken van Johannes Paulus II. Opmerking: Alle meningen die in zijn bijdragen in het National Catholic Register worden geuit, zijn uitsluitend die van de auteur.
Bron: The Magi Pay Homage to Jesus Christ, the Light to All Nations| National Catholic Register (ncregister.com)
Keywoorden: | Boek Jona | De wijzen | Driekoningen | Epifanie | Hogepriesters en schriftgeleerden | Hoogfeest Openbaring des Heren | Invasie van Rusland in Oekraïne | John M. Grondelski | Kazimierz Sichulski | Litouwen | Matteüs 2 | Menswording | NCRegister | Openbaring van de heer | Polen | Rusland |
Wilt u nog meer lezen of horen over de ‘Epifanie‘? Klik dan hier , of gebruik één van de andere ’tags’ boven- of onderaan dit artikel
230108 | [XLS000] | 230106 post views 515 |