NIEUWSBRIEF
DOE MEE! VACATURES
STEUN ONS

De schoonheid en kracht van de O-Antifonen

Elk jaar, van 17 tot 23 december, begint de liturgie van de Kerk aan een intensere en meer nabije voorbereiding op de komst van Christus met Kerstmis. Deze verschuiving is merkbaar in de lezingen tijdens de mis op deze dagen, maar ook in de getijdenliturgie van de kerk, in het bijzonder tijdens het avondgebed. Elke avond in die week bidt de Kerk een van wat bekend is geworden als de grote “O-antifonen” voordat ze de “Magnificat”-lofzang van Onze Lieve Vrouw reciteert. @NCRegister

Door Pater Thomas Petri, O.P. – National Catholic Register, 16 dec 2024 / 06:00 am

“O kom, o kom, Emmanuel, en verlos het gevangen Israël, dat hier in eenzame ballingschap treurt tot de Zoon van God verschijnt. Verheugt u! Verheugt u! Emmanuel zal tot u komen, o Israël!”

Dit geliefde kerstlied is helemaal geen kerstlied. Het is een hymne voor de Advent — de liturgische tijd die over zoveel meer gaat dan alleen maar de voorbereiding op Kerstmis.

Tijdens deze korte vier weken heeft de Kerk zich altijd gericht op Onze Heer Jezus Christus als de vervulling van alle profetieën en menselijke verlangens, terwijl ze niet alleen vooruitloopt op de viering van zijn menswording met Kerstmis, maar ook in hoop wacht op zijn glorieuze terugkeer aan het einde der tijden.

De verzen van “O Kom, O Kom, Emmanuel” zijn afkomstig uit zeven oude antifonen die de kerk al sinds ver voor de negende eeuw gebruikt in haar avondgebedsliturgie. Elk jaar, van 17 tot 23 december, begint de liturgie van de Kerk aan een intensere en meer nabije voorbereiding op de komst van Christus met Kerstmis. Deze verschuiving is merkbaar in de lezingen tijdens de mis op deze dagen, maar ook in de getijdenliturgie van de kerk, in het bijzonder tijdens het avondgebed. Elke avond in die week bidt de Kerk een van wat bekend is geworden als de grote “O-antifonen” voordat ze de “Magnificat”-lofzang van Onze Lieve Vrouw reciteert: .

De O-antifonen roepen Onze Lieve Heer aan met beelden uit het Oude Testament: “O Wijsheid van boven’; ‘O Heer van het huis van Israël’; ‘O Wortel van de stam van Jesse’; ‘O Sleutel van David’; ‘O Stralende Dageraad’; ‘O Koning der Volkeren’; en ‘O Emmanuel’. Aan deze bijbelse beelden zijn verschillende smeekbeden toegevoegd zoals: “Kom om ons de weg van kennis te leren!”; ‘Kom om ons zonder uitstel te redden!’; en ‘Kom en bevrijd de gevangenen van de duisternis!’.

Elk van deze O-antifonen is een prachtig gebed op zich, maar elk laat ook precies zien hoe de Kerk de relatie van Christus is gaan begrijpen tot de beloften en beelden van God die zo overheersend zijn in het Oude Testament.

“O Wijsheid van boven!”

Jesaja voorspelde dat er een scheut zou ontspruiten aan de stam van Jesse. Eén van Jesse’s erfgenamen zou een messiaanse figuur en verlosser voor Israël zijn.

“De Geest van de Heer zal op hem rusten, een geest van wijsheid en verstand” (Jesaja 11:1-2). Omdat Jesaja’s profetieën zo verwachtingsvol uitzien naar de verlossing van Israël en de hele wereld in de grote beloften van God, is hij in het bijzonder de profeet van de adventstijd.

Christus is echter meer dan de Gezalfde. Paulus vertelde de Kerk in Korinthe dat “Christus de kracht van God en de wijsheid van God” is (1 Kor 1,24). Christus is de Wijsheid waarover het Boek Spreuken spreekt als Gods handwerker en vreugde (Spreuken 8). De Eeuwiggeboren Zoon is altijd het genoegen van de Vader en de Handwerker door wie alle dingen zijn gemaakt.

Een misschien nog aangrijpender voorbeeld van een krachtig oudtestamentisch beeld van het goddelijke is de antifoon van 18 december: “O Heer van het huis van Israël, gever van de wet aan Mozes op de Sinaï”. De gebeurtenissen die in het boek Exodus worden verteld zijn magnifiek, van het brandende braambos tot de scheiding van de Rode Zee en het geven van de wet aan Mozes op de berg Sinaï die bedekt was met donder en bliksem.

De kerkvaders merkten regelmatig de aanwezigheid van Christus op in de verschillende manifestaties van God aan de Israëlieten. De heilige Justinus de Martelaar herinnerde zich het volgende: “Dezelfde Ene, die zowel engel als God is, en Heer als mens, en die in menselijke gedaante aan Abraham en Isaak verscheen, [verscheen ook] in een vlam van vuur vanuit het braambos en sprak met Mozes.”

Gregorius van Nyssa becommentarieert de gebeurtenissen in de woestijn – de wolken, de donder en het tabernakel van Gods aanwezigheid – “Als we als aanwijzing opvatten wat Paulus heeft gezegd, die het mysterie van deze dingen gedeeltelijk onthulde, zeggen we dat Mozes eerder door een beeld werd onderwezen in het mysterie van het tabernakel dat het universum omvat.” Dit tabernakel, Christus de Zoon van God, vervolgt hij, “is op een bepaalde manier zowel ongeschapen als gevormd, ongeschapen in pre-existentie, maar geschapen in het ontvangen van deze stoffelijke samengesteldheid.”

De reeds bestaande Eeuwige Zoon van God die het volmaakte beeld van God is, is ook de aanwezigheid van God in de vlammende struik, op de berg Sinaï en volmaakt in zijn incarnatie.

Het is daarom niet verwonderlijk dat de Latijnse versie van deze antifoon begint met “O Adonai”, het lenen van het Hebreeuwse woord dat Godvrezende Joden uitspreken bij het lezen van de Torah om te voorkomen dat ze de eigenlijke naam van God zelf uitspreken – het is de naam ‘Heer’, de naam die volgens Paulus aan de Filippenzen aan Christus werd gegeven omdat Hij zich niet vastklampte aan de gelijkheid met God, maar zichzelf tot de dood toe ontledigde (vgl. Filippenzen 2:6-11). Jezus Christus is Adonai. Hij is Kyrios. Hij is de Heer.

Tot slot identificeren andere O-antifonen Christus als de vervulling van Israëls grootsheid en menselijk verlangen. Hij is de Oriënt, de dageraad die Jesaja beloofde dat over Gods uitverkoren volk zou opgaan (Jesaja 60:1-2). Hij is ook de Wortel van Jesse. Hij is dus niet alleen de vervulling, maar ook het begin van het Israëlitische geslacht.

Hij is de Schepper en Degene door wie het geslacht van David tot stand kwam. Christus is dus zowel het begin als het einde van de belofte aan David. Hij is de Alfa en Omega. Hij is Degene die volgens het Oude Testament zal heersen als koning over alle volken.

De O-antifonen zijn veel meer dan eenvoudige refreinen die gezongen moeten worden voor het Magnifcat van Onze Lieve Vrouw of die dienen als coupletten in een adventshymne. Ze onthullen de mysteries van Christus die al geopenbaard waren in de kracht en glorie van God in het Oude Testament.

Thomas van Aquino benadrukte terecht dat veel van de grote profeten van Israël echte en expliciete profetische kennis hadden van Jezus en zijn mysteries, ook al leefden ze honderden jaren voor de Menswording. “Abraham juichte van vreugde dat hij mijn dag zou zien,” predikte Jezus zelf eens. “Hij heeft hem gezien en zich verheugd.” (Joh 8:56). Christus is actief in Israël. Hij is in het Oude Testament.

Deze grote antifonen herinneren ons eraan dat de Advent zoveel meer is dan de voorbereiding op Kerstmis. Ze herinneren ons eraan dat Christus het middelpunt is van de heilsgeschiedenis, en in feite van de hele wereldgeschiedenis, omdat hij Emmanuel is – “God met ons”.

De wijsheid van God is precies zodanig dat de Heer ons schept om in relatie met Hem te zijn, zodat we licht brengen, niet alleen in ons leven maar in de wereld. Elk jaar geeft de Kerk ons deze vier weken, zodat we ons op een intense manier kunnen herinneren wat we elke dag zouden moeten leven: in voorbereiding, verwachting en vreugdevolle hoop dat de Heer op ons toe zal komen en ons zal redden.

O Emmanuel, onze koning en wetgever: Kom ons redden, Heer Onze God!


Pater Thomas Petri, O.P., S.T.D. is de president van het Dominicaans Huis van Studies in Washington, D.C. Hij heeft een doctoraat in moraaltheologie van de Catholic University of America.


Bron: Dit verhaal werd voor het eerst gepubliceerd door National Catholic Register, CNA’s zuster als nieuwsorganisatie, en is bewerkt door CNA.

Nederlandse vertaling: EWTN Lage Landen (HR)