De orthodox-christelijke ceremonie, die ook door katholieken en andere christenen wordt bijgewoond, wordt sinds ten minste 1106 onafgebroken uitgevoerd.
Marinella Bandini/CNA; Wereld; 5 mei 2024
Pelgrims verzamelden zich zaterdag in Jeruzalem voor de jaarlijkse ceremonie van het “Heilig Vuur” op de vereerde plaats waar Jezus werd begraven en is verrezen, een oud gebruik dat door veel gelovigen wordt beschouwd als een wonderbaarlijke gebeurtenis die plaatsvindt op de dag voor de orthodox-christelijke viering van Pasen.
Om veiligheidsredenen was de opkomst voor het evenement op 4 mei beperkt tot 4.200 mensen in de Basiliek van het Heilig Graf, hoewel de menigte dit jaar beter beheersbaar en enigszins beperkter was vanwege een gebrek aan pelgrims uit de Palestijnse gebieden en daarbuiten vanwege de nog in gang zijnde oorlog tussen Israël en Hamas.
De toegang tot de Oude Stad, waar de basiliek zich bevindt, werd vanaf vrijdagavond ingeperkt door een zware politieaanwezigheid. Er was veel medisch personeel en brandweer aanwezig in de basiliek.
Hoewel de echtheid ervan door sommigen wordt betwist, verwijst het “Heilig Vuur” of “Heilige Licht” naar een vuur van vermeende goddelijke oorsprong dat ontbrandt in het graf van Jezus terwijl alleen de Grieks-orthodoxe patriarch aanwezig is. Pelgrims steken dan hun kaarsen aan door deze door een kleine opening in de tombe te steken, wat een dramatisch tafereel oplevert van flikkerende vlammen en vreugdevolle viering.
De orthodox-christelijke ceremonie, die ook door katholieken en andere christenen wordt bijgewoond, wordt sinds ten minste 1106 onafgebroken gevierd, hoewel verhalen daterend tot de vierde eeuw vertellen dat de apostel Petrus het heilige licht zelf in de tombe heeft gezien.
De deuren van het Heilig Graf werden om 9 uur ’s ochtends geopend door Grieks-orthodoxe vertegenwoordigers en om 9.30 uur door vertegenwoordigers van de Armeens-apostolische Kerk – de twee orthodoxe gemeenschappen die samen met katholieke franciscanen de beheerders van de plek zijn. Pas daarna begonnen de gelovigen de basiliek binnen te gaan.
Rond 11 uur ’s ochtends begonnen de aanwezigen met zo luid mogelijke stem traditionele gezangen te zingen. Deze gezangen stammen uit de tijd van de Turkse bezetting van Jeruzalem in de 13e eeuw, toen christenen nergens anders mochten zingen dan in de kerken.
Het hart van de ceremonie lag tussen 1 en 2 uur ’s middags. Na de plechtige intochten van de andere orthodoxe patriarchen van Jeruzalem, betrad de Grieks-orthodoxe patriarch, Theophilos III, de basiliek.
Eerder waren de deuren van de Aedicule (het kleine heiligdom dat het graf van Jezus Christus herbergt) verzegeld met een grote zegel van was – om aan te geven dat het graf was geïnspecteerd en dat er niets aanwezig was dat kon worden gebruikt om een vuur te ontsteken. Kort voor de aankomst van de Griekse patriarch werd het zegel verwijderd en werd een grote olielamp de tombe binnengedragen.
Na drie rondjes om de Aedicule te hebben gemaakt, waarbij hij een processie van monniken en priesters leidde, ging patriarch Theophilos III de Aedicule binnen, gevolgd door een afgevaardigde van de Armeense patriarch (die zelf niet aanwezig kon zijn vanwege een intern geschil) en verschillende bisschoppen van verschillende denominaties.
Alleen de Grieks-orthodoxe patriarch mag het vertrek met het graf van Jezus binnengaan, terwijl alle anderen in de Kapel van de Engel blijven, een soort voorportaal dat de verschijning van een hemelse boodschapper aan de vrouwen bij het graf herdenkt, die de verrijzenis van Jezus aankondigde.
Voordat hij de tombe binnenging, werd de Griekse patriarch geïnspecteerd door Israëlische autoriteiten om te bewijzen dat hij geen technische middelen bij zich had om vuur aan te steken.
Alle lichten en lampen in de basiliek werden gedoofd, vooral die binnenin de Aedicule, die in duisternis werd achtergelaten.
Wat gelovigen als een wonder beschouwen, vindt plaats na een kort gebed: men zegt dat een heilig vuur uit de hemel neerdaalt en een olielamp in de tombe ontsteekt.
Op zaterdag, nadat de lamp was ontvlamd, kwam de Grieks-orthodoxe patriarch uit het graf en stak bundels van 33 kaarsen aan (een getal dat de leeftijd van Christus voorstelt ten tijde van zijn kruisiging en verrijzenis). Ondertussen staken pelgrims hun kaarsen ook aan via de kleine ronde ramen aan de zijkanten van de Aedicule, waardoor een dramatisch tafereel buiten de tombe ontstond. Er wordt gezegd dat het vuur niets (of niemand) brandt gedurende de eerste 33 minuten na het aansteken.
Voor orthodoxe gelovigen is het aansteken van het vuur een echt wonderbaarlijke gebeurtenis, hoewel stemmen binnen de orthodoxe wereld zelf de echtheid van het wonder herhaaldelijk in twijfel hebben getrokken en het spontaan ontbranden van de lamp toeschrijven aan trucjes of chemische methoden.
Uit solidariteit met het Palestijnse volk in Gaza en de slachtoffers van de oorlog hebben de orthodoxe christenen dit jaar gekozen voor een meer ingetogen viering. Daarom werd het Heilig Vuur niet van hand tot hand door de straten van de Oude Stad van Jeruzalem doorgegeven, zoals gebruikelijk is, maar werd het rechtstreeks naar de huizen van de gelovigen gebracht.
Speciale lantaarns vervoeren vuurvlammen van de tombe naar de belangrijkste orthodoxe kerken in het Heilige Land en over de hele wereld (via speciaal geregelde vluchten). De aankomst van de vlammen uit Jeruzalem markeert het begin van de paasvieringen.
Vertaling: EWTN Lage Landen (AV)