NIEUWSBRIEF
DOE MEE! VACATURES
STEUN ONS

Nadere beschouwing van het Instrumentum Laboris voor de Synode over Synodaliteit @NCRegister @JLLiedl


RONDETAFELGESPREK: drie niet-priesterlijke leiders delen hun gedachten over het recente werkdocument voor de aankomende bisschoppensynode in oktober.

Jonathan Liedl; Commentaren; 23 juni 2023

Hoewel het instrumentum laboris (IL), of “werkdocument” (Red.: Zie hier voor de voorbereidingstekst in het Nederlands) , voor de bisschoppensynode van oktober duidelijk maakt dat het “geen document is van het leergezag van de Kerk”, heeft het 50 pagina’s tellende document ongetwijfeld iets te zeggen, voor te stellen en ongetwijfeld te onderrichten over het soort synodale Kerk dat paus Franciscus tot zo’n prioriteit van zijn pontificaat heeft gemaakt – en misschien over nog veel meer.

Dit geldt niet alleen voor de eerste helft van het document, waarin “de karakteristieke tekenen van een synodale Kerk” worden beschreven en het “gesprek in de Geest” wordt benadrukt als een manier om deze synodaliteit in praktijk te brengen, maar ook voor de tweede helft van het IL, waarin vragen worden gesteld over drie kwesties die hoog op de agenda staan (gemeenschap, participatie en zending) en controversiële zaken aan de orde worden gesteld, zoals lekenbestuur, het vrouwendiaconaat en het priestercelibaat.

Om de inhoud van het synodedocument nader te ontvouwen en de vaak impliciete stellingen in de bredere context van het kerkelijk onderricht te plaatsen, legde het Register een aantal open vragen voor aan drie lekenleiders die de Synode over Synodaliteit hebben gevolgd.

Zuster Sara Butler, Missionair Dienares van de Allerheiligste Drie-eenheid, is emeritus hoogleraar dogmatische theologie aan de Universiteit van St. Mary of the Lake Mundelein, in Illinois. Ze was ook twee termijnen lid van de Internationale Theologische Commissie en is voormalig voorzitter van de Academy of Catholic Theology. Momenteel ontwikkelt ze retraites en programma’s voor geloofsvorming om katholieken toe te rusten voor hun rol als missionaire discipelen.

Terence Sweeney is als vast theoloog verbonden aan het Collegium Institute aan de Universiteit van Pennsylvania en is de hoofdredacteur van het Genealogies of Modernity Project.

Stephen White is de oprichter en uitvoerend directeur van het Catholic Project aan de Katholieke Universiteit van Amerika. Hij is ook onderzoeker in Katholieke Studies aan het Ethics and Public Policy Center.

Wat heeft u het meest verrast aan de tekst?

ZUSTER SARA: Ik was verrast toen ik hoorde dat de synode de methode van een “gesprek in de Geest” zou gebruiken. Het instrumentum laboris beschrijft dit als “een weg vooruit” en een “Pinkstermoment”. Ik zie nu dat de parochiebijeenkomst die ik bijwoonde deze methode gebruikte, maar er werd geen naam aan gegeven, en ik kan me niet herinneren dat de Heilige Geest werd aangeroepen en we volgden de aanwijzingen niet erg goed op!

Toen ik “gesprek in de Geest” in detail beschreven zag, herkende ik het als een methode van kerkelijke onderscheiding die iedereen aan tafel de kans gaf om te spreken, zonder weerlegging of debat, en de rest de ervaring gaf van luisteren. Deze methode lijkt op de praktijk van “raad inwinnen” die leden van mijn religieuze familie volgen wanneer we samenkomen om de verantwoordelijkheid te delen voor belangrijke beslissingen die van invloed zijn op het leven en de zending van de gemeenschap. Na een persoonlijk gebed en een gezamenlijk aanroepen van de Heilige Geest, geeft elke zuster in eenvoud en nederigheid weer wat de Heilige Geest haar geeft, en de anderen luisteren. Dit delen leidt tot een gemeenschappelijk onderscheiden van Gods wil.

SWEENEY: Eerlijk gezegd was ik verbaasd over de beweringen dat synodaliteit centraal staat in de katholieke ecclesiologie. Ik slaagde erin bijna mijn hele leven katholiek onderwijs te volgen en ben de term nooit tegengekomen en toch “is het onze identiteit en roeping om een steeds meer synodale Kerk te worden”.

Ik denk dat dit deel uitmaakt van wat de 90% katholieken die niet hebben deelgenomen vervreemdt van de kerk. Het is vreemd om op een dag als katholiek wakker te worden en te ontdekken dat “vorming richting een waarachtigere synodale spiritualiteit de kern vormt van de vernieuwing van de Kerk.” Maar is dat wat vandaag de dag het meest nodig is? Lezen degenen die er het meest op gebrand zijn om de tekenen des tijds te lezen die zelf wel echt?

WHITE: De tekst bevat geen echte verrassingen; het is ongeveer wat verwacht kon worden, al is het niet helemaal waarop gehoopt werd. De IL is een functioneel document, een “werkinstrument” zoals het zichzelf noemt, dus het pretendeert geen grote literatuur of diepgaande theologie te zijn. Het is geen leerdocument. Maar het leest als een document dat door een commissie is opgesteld als samenvatting van andere documenten die door commissies zijn opgesteld.

Het geheel is (helaas maar, wederom, niet verrassend) een beetje een woordensalade, doorspekt met jargon en modewoorden. Een deel hiervan is ongetwijfeld te wijten aan taal- en vertaalproblemen. Het erin opnemen van “werkbladen” is een nieuwigheid, maar dat is vooral een kwestie van opmaak. Ik weet niet zeker of iemand die het document leest een duidelijker beeld krijgt van wat synodaliteit is, of waarom het essentieel is voor de zending en het leven van de kerk, hoewel ik veronderstel dat de synode daar zelf voor bedoeld is.

Wat geeft u hoop in het document?

ZUSTER SARA: De eerste sessie van de Synode over Synodaliteit is bedoeld om de versplintering en polarisatie in de kerk te doorbreken (#28). Het zal niet vanaf nul beginnen, maar vragen oppakken die de synodale raadpleging aan het licht heeft gebracht. Het proces is erop gericht dat iedereen zich welkom voelt (#26), maar het is ook “een bevoorrechte weg van bekering” (#28). Volgens het werkdocument “begint de synode met het aanroepen van de Heilige Geest, gaat verder met de geloofsbelijdenis en komt dan tot gezamenlijke beslissingen om de kerkelijke gemeenschap veilig te stellen of te herstellen” (#48).

Ik voelde me bemoedigd door de vergelijking van een synode met een liturgische bijeenkomst in plaats van een parlement, en door de bevestiging dat onze eenheid gegrondvest is op “eenheid met God in de belijdenis van hetzelfde geloof” (#49). De noodzaak om banden te versterken en “onproductieve” verdeeldheid te overwinnen wordt erkend. In de hoop dat bepaalde kwesties die verdeeldheid veroorzaken vreedzaam kunnen worden aangepakt en dat belemmeringen voor “ontvangst” van de leer van de Kerk kunnen worden weggenomen in het licht van “het Bewaarde Goed van het Geloof en de levende Traditie”.

SWEENEY: Wat mij hoopvol stemt in het document zijn de drie pijlers die het voor ogen heeft – gemeenschap, zending en participatie. Dit zijn de sleutels voor de Kerk om de volheid van haar getuigenis waar te maken. De Kerk als de totus Christi, de gehele Christus, is de gemeenschap die de missie heeft om alle mensen in God tot deelnemen te brengen. Het briljante van Vaticanum II was dat het richtlijnen gaf hoe dit vorm te geven op de manier, waarop alle katholieken bedoeld zijn het geloof te beleven met een volledige, actieve en bewuste deelname.

Als de synode daarover gaat, kan ze helpen de Kerk dynamischer te maken. Synodaliteit is en kan essentieel zijn voor het kerkelijk leven als we daarmee de universele oproep tot heiligheid en het universeel vorm geven aan dienstbetoon, aanbidding en getuigenis bedoelen. Als het gaat om meer commissies, vergaderingen en bijeenkomsten van Boomers die praten over “kerk zijn” dan denk ik dat het zal mislukken.

WHITE: Ik denk dat synodaliteit echt belangrijk is en ik wil heel graag dat de synode slaagt. Ik wil dat elke gedoopte zijn verantwoordelijkheid voor de zending van de Kerk herontdekt. Ik wil dat de Kerk meer aandacht heeft voor de stem van God die tot ons spreekt in de armen. Ik wil dat gemeenschap wordt versterkt en dat er een einde komt aan verdeeldheid. Ik ben ook erg beducht voor een sluipende grootste gemene deler van de kerk en haar zending.

Mijn hoop is dat de synode de Kerk helpt meer te worden wat ze al is – een teken en instrument van verlossing – in plaats van haar te leiden op een pad van proberen te zijn wat de wereld van haar verwacht.

Wat, als dit aan de orde mocht zijn, veroorzaakt consternatie?

ZUSTER SARA: De methode van onderscheiding legt uit hoe deelnemers uitgenodigd zullen worden om hun ervaring te delen, maar niet hoe deze wordt getoetst aan het “Woord van God”. Met “Woord van God” verwijzen we soms naar de Heilige Schrift en soms (zoals in Dei Verbum 9-10) naar de Schrift en de Traditie zoals in de Kerk belicht wordt. De werkbladen geven niet aan wat bedoeld wordt en suggereren geen “teksten” die de vragen zullen omkaderen. Is dit uitgewerkt?

Het is duidelijk dat een beroep op het schriftuurlijke “Woord van God” christenen in andere kerkgemeenschappen er niet van heeft weerhouden om te lijden onder ernstige verdeeldheid in hun synodale vergaderingen. Wij in de VS hebben gezien hoe hun bijeenkomsten hebben geleid tot veelvuldige concrete verdeeldheid, bijvoorbeeld over de kwestie van het toelaten van vrouwen tot het gewijde ambt en het zegenen van “huwelijken” tussen mensen van hetzelfde geslacht, ondanks hun herhaalde beloften om “samen op te trekken”. Als katholieken vertrouwen we op het leergezag om het apostolisch geloof te interpreteren, en dit impliceert het gezaghebbend oordeel daarvan over zulke vragen. Zal “gesprek in de Geest” deze gave respecteren?

SWEENEY: Om eerlijk te zijn ben ik het meest bezorgd over gesprekken in de Geest. We hebben die nodig als het lijkt op wat ik heb gezien bij FOCUS Missionaries op Upenn (vert.: Universiteit van Pennsylvania) die studenten helpen door middel van gesprekken zodat ze ofwel kennis kunnen maken met Christus ofwel gelijkvormig kunnen worden aan Christus door de Geest van Christus. Dus alle steun daarvoor!

Maar ik maak me zorgen over hoe de Heilige Geest bij tijd en wijle wordt ingezet, niet om te wijzen op een bekering tot Christus in volledige trouw aan de geloofsschat, maar eerder op een nieuwe manier van “kerk zijn” of op “verder nadenken over het geloofsgoed en de levende traditie van de Kerk” op een manier die zinspeelt op het veranderen van dat bewaarde goed.

De Geest beweegt waar Hij wil, maar dat uit zich in een creativiteit die altijd wordt gevormd door trouw en gehoorzaamheid. Denk aan Sint Dominicus, Sint Ignatius of Sint Catharina van Sienna. Met de Geest vervulde heiligen! Maar die niet aandrongen op nieuwe leringen.

WHITE: Er zijn veel kleinigheden die me aan het denken zetten, die uiteindelijk niets of alles zouden kunnen inhouden. Soms leest de IL alsof het enige zekere dat we weten over de Kerk en haar missie is dat ze synodaal is, maar wat dat betekent is nog onbekend. Het is één ding voor de Kerk om aandachtiger te zijn en beter te luisteren; het is iets heel anders om te doen alsof ze niet weet wat ze weet.

De IL heeft het bijvoorbeeld over “ons besef dat het onze identiteit en roeping is om een steeds meer synodale Kerk te worden”. Maar is dat in feite de identiteit en roeping van de Kerk? Wat voegt dat toe aan, doet dat af van, verduidelijkt of wijzigt het in de formulering van Nicea dat de Kerk “één, heilig, katholiek en apostolisch” is? Zulke vragen worden niet beantwoord; ze lijken niet eens overwogen te zijn.

Het document geeft geen begrip van het drama van zonde en verlossing, noch welke grote belangen  in het christelijke leven besloten liggen. Het woord ‘zonde’ wordt nooit genoemd. Het is alsof alle problemen in de Kerk en in de wereld allemaal een groot misverstand zijn in plaats van de vrucht van onze zonde, waarvan Christus ons kwam redden en waarvoor hij de Kerk instelde.

Bent u als leek enthousiast over de mogelijkheid dat het bestuur in de Kerk wordt verbreed?

ZUSTER SARA: Ik zie liever een organische ontwikkeling van de bestaande overlegprocedures. Het is duidelijk dat deze processen in sommige landen en culturen worden verwaarloosd of niet goed worden gebruikt. Aan de andere kant melden onze zusters dat de ervaring van samenwerking met bisschoppen in de pastorale planning in Mexico zeer succesvol en bevredigend is – meer dan in de V.S.

De relatie van het bestuur tot de onderrichtende en heilsbemiddelende ambten is zeer delicaat, maar het houdt de verantwoordelijkheid sacramenteel gegrond op een manier die mij belangrijk lijkt. Het lijkt bijvoorbeeld belangrijk om de voorkeur te respecteren die wordt gegeven aan permanente diakens als leiders van gemeenschappen zonder een inwonende pastor. De hiërarchische en charismatische gaven en diensten overlappen elkaar natuurlijk soms, maar er zit een logica in om de onderwijzende, heiligende en besturende taken in één persoon te houden die de eenheid van de kerk dient. Er zijn manieren om de deelname aan deze taken te delen.

SWEENEY: Nee. Ik wil eigenlijk geen bestuur in de kerk en ik wil zeker geen gedelegeerd bestuur. Christus selecteerde de 12 en gaf hen de sleutels, sleutels doorgegeven aan de bisschoppen. Ik wil geen bestuurlijke taken in de Kerk, ik wil helpen de wereld om te vormen. Dat is de rol van leken en gewijde religieuzen. Mijn tijd doorbrengen in een diocesane commissie zal daar niet voor zorgen. Klerikaliseer de leken niet.

WHITE: Nee. Ik ben helemaal voor beter bestuur (wie niet?) en een herder doet er goed aan zijn schapen te kennen en naar ze te luisteren. Maar ik heb geen reden om te denken dat het niet hebben ontvangen van heilige wijdingen iemand bekwamer maakt als het gaat om kerkelijk bestuur; en wél een aantal zeer goede redenen om het tegenovergestelde te denken. Het idee dat de maatstaf van christelijk discipelschap het vermogen is om dit of dat ambt te bekleden is geen remedie tegen klerikalisme, het is juist klerikalisme, zoals paus Franciscus heeft gezegd.

Welke woorden springen eruit voor u in de tekst?

ZUSTER SARA: De woorden die er voor mij uitspringen zijn allereerst “missionair“. Paus Franciscus roept alle gedoopten op om “missionaire leerlingen” te zijn en legt de nadruk op de verantwoordelijkheid die het doopsel met zich meebrengt en het belang van de geloofwaardigheid van de Kerk bij de zending. We proberen nog steeds de waardigheid van de gedoopten te bevorderen, en dit omvat zowel hun plichten als hun rechten. “Elke katholiek een missionaris” was het doel van pater Thomas Augustine Judge, CM, stichter van de Missionaire Cenakel Familie, waartoe ik behoor, dus ik ben enthousiast over het betrekken van leken en niet-gewijde religieuzen bij de raadpleging en in het eerste deel van de synode.

Een ander “woord” is “sensus fidei“. Het begrip komt vooral naar voren in het derde werkblad, maar het wordt vóórondersteld in het hele proces. Het werk van de Internationale Theologische Commissie over dit onderwerp (zie verwijzing in #9), vooral hoofdstuk 4, zou verplichte lectuur moeten zijn voor afgevaardigden naar deze synode. Het ondersteunt de geest en de doelen van de synode en biedt criteria voor authentiek deel hebben aan het “zintuig van het geloof”.

SWEENEY: Zoals gewoonlijk: luisteren en verwelkomen. Veel, misschien wel alles, hangt af van wat we met deze woorden bedoelen. Wat bedoelen we met luisteren en verwelkomen? Ik woon in het noordoosten van de VS. Ik word omringd door lege kerken met “Iedereen is welkom”-borden. Nu voegen ze daar ‘bevestigen’ aan toe. Maar ze zijn leeg. Volle kerken zijn gemeenschappen die je iets aanbieden om binnen verwelkomd te worden. Dat wil zeggen, een daadwerkelijk robuust leven van aanbidding, dienstbaarheid en getuigenis van de Waarheid.

Dominicus luisterde naar de mensen in Zuid-Frankrijk en hoorde hun nood. Dat betekende niet dat hij dingen aanpaste voor de Albigenzen. In plaats daarvan startte hij een nieuwe vorm van leven, die tegen hun dwalingen in zou gaan, om degenen naar wie hij luisterde te helpen bevrijden. Bartolome de las Casas stond erop om naar de inheemsen te luisteren, hij verdedigde de rijkdom van hun manier van leven en zelfs hun voorkeur voor pinda’s! Maar dit luisteren, en het radicale welkom dat hij aanbood, was het transformerende leven van het geloof. Niet langer heidense zwervers, maar christelijke reizigers.

Ik denk dat de tekst hiervan getuigt, maar ook signalen uitzendt naar degenen die willen verwelkomen door moeilijke leerstellingen over seksuele ethiek of de mannelijke geestelijkheid aan de kant te zetten. Met andere woorden, is dit het welkom van Courage International (vert.: apostolaat van de katholieke kerk dat “mannen en vrouwen die zich aangetrokken voelen tot hetzelfde geslacht, adviseert om een ​​kuis leven te leiden in gemeenschap, waarheid en liefde“) of van Outreach (vert.: een nieuwe online katholieke bron, gericht op ‘radicale inclusiviteit’ m.b.t. LHBTQ gelovigen, onder toezicht van het jezuïetische America Media en priester James Martin. De laatste zou de interpretatie van de katholieke traditie verwerpen van bepaalde Bijbelteksten omtrent homoseksualiteit.)?

WHITE: De tekst maakt weinig melding van redding of verlossing, en helemaal niet van zonde. Het document is erg bezig met hoe mensen zich voelen, zich bejegend voelen door anderen, of zich graag zouden willen voelen. Er wordt veel gesproken over ‘vitaliteit’ en ‘onderscheiding’ en dergelijke – wat prima is, tot op zekere hoogte – maar het is één ding om zulke uitstekende kwaliteiten te onderschrijven en iets anders om ze aantoonbaar te laten zien. Ondanks alle inspanningen om juist “praktisch” en “concreet” te zijn in plaats van “theoretisch” of “abstract”, heeft de synode nog steeds een probleem in de trant van “laat het me zien, in plaats van me erover te vertellen”.

Jonathan Liedl

Jonathan Liedl

Jonathan Liedl is senior redacteur voor het Register. Zijn achtergrond omvat werk voor katholieke staatsconferenties, drie jaar seminarieopleiding en bijles geven aan een christelijk studiecentrum aan een universiteit. Liedl heeft een B.A. in politieke wetenschappen en Arabische studies (Univ. of Notre Dame), een M.A. in katholieke studies (Univ. of St. Thomas), en is momenteel bezig met de afronding van een M.A. in theologie aan het Saint Paul Seminary. Hij woont in Minnesota’s Twin Cities. Volg hem op Twitter op @JLLiedl.

Bron: Unpacking the Synod on Synodality’s ‘Instrumentum Laboris’| National Catholic Register (ncregister.com)

Vertaling: EWTN Lage Landen (AV)

 

Keywoorden niet gebruikt in de tag-lijst:  Gehoorzaamheid | James Martin s.j. | Katholieke ecclesiologie | Stephen White | Terence Sweeney | Trouw | Zuster Sara Butler |