NIEUWSBRIEF
DOE MEE! VACATURES
STEUN ONS

26 maart 2020 Jaar A (2) van 1e naar 2e lezing – inleiding voor het evangelie Joh.5, 31-47

Eens geschreven… blijft gegeven

Overwegingen naar aanleiding van de schrift – Pater Elias Leyds C.S.J.

Donderdag van de vierde week van de veertigdagen tijd – Jaar A – Overgang van de eerste naar de tweede lezing, het evangelie refererend naar Johannes 5 1-16 & Exodus 32.

Op de achtergrond wat er aan vooraf gegaan is: het gaat over de verlamde die Jezus heeft genezen in het badhuis van Bethesda … (Johannes 5, 1-16). De man is vergeten dat hij door Christus genezen zou kunnen worden. Hij weet eigenlijk niet meer wat het doel en het middel is…

Als we nu kijken naar de eerste lezing (Ex.32, 7-14) gaat het over de afgoderij van het Volk Israel, die een stier als afgod gemaakt hebben. Een nuttig beest maken ze als oorsprong van hun zijn, als God. Wat wij maken is onze oorsprong, en die gaan we aanbidden. Maar ook wat betreft zingeving klopt dat niet. Je hebt god en offers die je brengt. De stier is een nuttig dier en kan dus geofferd worden. Van een offer kun je geen God maken … Het doel en de middelen worden ook hier verward.

Nu weet de genezen lamme ook niet meer wat hij moest vragen, dat het uberhaupt mogelijk was, wie Christus was en wat doel en middel is.

Omdat de mens de oorsprong niet meer begrijpt, doet God iets haast onbegrijpelijks, juist om de verwarring compleet te maken en mensen daardoor aan het denken te zetten.

Nu zie je hoe geniaal God is, dat hij zijn Zoon geeft. Die van God afkomstig is omdat hij God zelf is. Het is een Goddelijke persoon, Jezus Christus. En die Goddelijke persoon gaat zich als mensenzoon, als mens, offeren. Christus is God en Mens en gaat alles één maken … en hij gaat zich zelf offeren om de verlossing te brengen … Ik ga mijn zoon geven. Dus terwijl de mens helemaal de kluts kwijt is, zijn eigen oorsprong niet meer begrijpt, ja zelfs denkt zich zelf gemaakt te hebben, dus het doel en de middelen niet meer kan onderscheiden, gaat Christus dit allemaal één maken. Christus is God.

Christus is mens, heeft dus een geschapen ziel, en die mens en God is met een geschapen ziel, die gaat zichzelf offeren, om ons te verlossen. Dus door jezelf te offeren, kun je tegelijk het doel bereiken. Met het middel dat Ik zal geven: Mijn eens en voor altijd gegeven vlees en woord, de Mensenzoon.

Dit is een inleiding / achtergrond / voorbereiding op het evangelie van vandaag:

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes 5,31-47.

In die tijd sprak Jezus tot de Joden: Als Ik over Mijzelf getuig, dan heeft mijn getuigenis geen waarde.
Er is een ander de over mij getuigt, en Ik weet dat de getuigenis die Hij over Mij aflegt, geloofwaar­dig is.
Gij hebt een gezantschap naar Johannes gestuurd en deze heeft getuigd voor de waarheid.
Weliswaar behoef Ik de getuigenis van een mens niet, maar Ik zeg dit opdat gij gered zult worden.
Hij was de lamp, ontstoken om te verlichten, en een korte tijd hebt gij u in zijn licht willen verheugen.
De getuigenis echter die Ik bezit, is waardevoller dan die van Johannes, want het zijn juist de werken die de Vader Mij gegeven heeft om te volbrengen en die Ik ook volbreng, die van Mij getuigen, dat Ik door de Vader gezonden ben.
Ook de Vader zelf die Mij zond, heeft getuigenis over Mij afgelegd. Zijn stem hebt gij nimmer gehoord noch zijn gestalte gezien, en
zijn woord hebt gij niet blijvend in u, omdat gij Degene die Hij zond niet gelooft.
Gij onder­zoekt de Schriften in de mening daarin eeuwig leven te vinden, maar juist dezen getuigen over Mij.
En toch wilt gij niet tot Mij komen om het leven te vinden.
Ik zoek niet door de mensen geëerd te worden,
maar Ik weet dat gij in uw hart geen liefde tot God hebt.
Ik ben gekomen in de naam van mijn Vader en toch aanvaardt Gij Mij niet. Komt een ander in zijn eigen naam, dan zult gij hem wel aanvaarden.
Maar hoe zoudt gij ook kunnen geloven als gij van elkaar eer tracht te verwerven, terwijl gij de eer die van de enige God komt, niet zoekt?
Meent niet, dat Ik u bij de Vader zal aanklagen. Er is al iemand die u aanklaagt: Mozes, op wie gij uw hoop hebt gesteld.
Want als ge Mozes zoudt geloven, zoudt ge ook Mij geloven, want juist over Mij heeft hij geschreven.
Als ge niet gelooft wat hij schreef, hoe zoudt ge dan geloven wat Ik spreek?’

Wilt u terug gaan naar de overweging van de eerste lezing van deze dag? Klik dan hier, of gebruik één van de ’tags’ boven- of onderaan dit artikel om verder te lezen/luisteren  


 

 

Keywoorden: | Doel en middelen | Eens geschreven blijft gegeven | Eenwoording | Exodus 32 | Johannes 5 | Offer | Oorsprong |


200326 | [XLS00013] | 230325 post views 355 |